Zuilen

'

Akte van overdracht door Volprecht van Amerongen te Utrecht aan de abdij van 24 morgen land met boomgaard en hofstede op Zwesereng te Zuilen, 1386, met akte van kwijting door Volprecht van Amerongen ten behoeve van het convent wegens ontvangst van betaling van 800 pond, 1387, en met akte van verkoop door Volprecht van Amerongen en zijn zoons Aernt en Jacob aan Oudwijk van het erfpachtrecht, 1419.

GEZINSRECONTRUCTIES OUD-ZUILEN 16de en 17e EEUW

 

Gezinsreconstructies alsmede verzamelijst van personen/families die in de 16e en 17e eeuw (tot ca. 1675) in het gerecht Zuilen en Zwesereng woonachtig waren.

 

 

 

 

Vooraf

Deze lijst is door mij oorspronkelijk aangelegd voor eigen doeleinden en zonder de intentie om tot een volledig overzicht te komen. Dit betekent dat uit sommige van de aangehaalde bronnen niet altijd alle persoonsgegevens in deze lijst zijn opgenomen. Tevens zijn deze gegevens niet altijd even zorgvuldig opgetekend. Het klakkeloos overnemen, zonder raadpleging van betreffende bron, is daarom ten zeerste af te raden!!

 

 

Eerste inwoners gerecht Zuilen en Zwesereng

Het dorp Zuilen zou volgens een gemeentelijk rapport Maarssen Zuid ca. 1600 zijn ontstaan, vooral i.s.m. de bloei van de klei-industrie ter plaatse. De opstellers van dit rapport hebben hiervoor gebruik gemaakt van de expertise van de Historische Vereniging Maarssen.

Dat er vóór 1600 nog nauwelijks sprake was van enige vorm van bewoning binnen het gebied van de huidige dorpskern blijkt tevens uit de gegevens die in het archief van Huis Zuilen m.b.t. de uitgifte van erfpachten en het gebruik van de betrokken erven is gevonden. De kern van het huidige dorp Zuilen (Dorpstraat en Zandpad) behoorde nl. tot erfpachtgrond van Huis Zuilen, wat ook blijkt uit een kaart uit het kaartboek huis Zuilen uit de eerste helft van de 17de eeuw. Uit diezelfde kaart blijkt tevens dat de eerste huizen m.n. ten zuiden van de kapel waren gebouwd: in totaal staan op de plaats van het huidige dorp, incl. kasteelboerderij, zo'n 12 woningen getekend, en zijn daar waar heden ten dage de Dorpsstraat gelegen is drie (langwerpig getekende) panwerken te zien. In feite was het dorp toen nog slechts een gehucht. Uit de geraadpleegde stukken komt naar voren dat er op deze plaats vóór 1600, afgezien van het kasteel, de kasteelboerderij en de Leiderhofstede (deze lag ten noorden naast de kapel), en mogelijk een enkele tegelbakkerij met vooral van hout gebouwde eenkamerwoninkjes ('cameren') voor het werkvolk, nog geen sprake was van structurele bebouwing/bewoning.

Wel was er ook vóór 1600 al sprake van een gemeenschap die kan worden aangeduid als zijnde Zuilenaren. Dit blijkt uit een vermelding in een rekening over de Zuilendse goederen over de jaren 1606-1607 (archief Financiele instellingen, nr. 1102). Hierin valt te lezen onder het kopje 'uitgaeven': 'aenden huijsluijden van Suijlen van dat zijluijden die graften van den voorz. huijsinge van Suijlen uitgebijt hebben naer ouder gewoonte, 3 gld.'

De inwoners van het gerecht Zuilen en Zwesereng die zijn opgetekent in de huisgeldbelastinglijsten van 1514 en 1525 waren echter vooral te vinden aan de aan de westzijde van de Vecht gelegen Zwesereng. Daarbij ging het met name om gespreide bewoning: een klein aantal 'hofsteden', ofwel schuren, en enkele 'cameren (d.w.z. een-kamerwoninkjes)'. Van een dorp(je) was toen nog geen sprake: in de lijst van 1514 komt Zuilen zelfs niet als aanduiding voor. Het totaalaantal inwoners van het gerecht zal in het midden van de 16de eeuw niet veel meer dan 100 zijn geweest.

 

 

Gebruikte bronnen

De meest gebruikte bronnen voor het samenstellen van deze lijst betreffen archiefstukken die door het Utrecht's Archief worden beheerd. De voor het samenstellen van deze lijst gebruikte archiefbronnen zijn ondermeer:

Doop-, trouw-, en lidmaatreg.: Zuilen (D,T); Maarssen (D,T,L, tevens reg. graven); Westbroek (D,T) en Utrecht (D+T tot 1652). Opmerking: tot 1652 lieten de geref. inwoners van Zuilen hun kinderen vooral te Maarssen en Utrecht (met name Jacobikerk en St. Anthoniegasthuis) dopen. Helaas begint het doopboek van het St. Anthoniegasthuis bij de Rodebrug pas vanaf 1636.

Archief Huis Zuilen (inv. 76): alle tijdsrelevante stukken (incl. bijbehorende charters) m.b.t. het gerecht Zuilen en Zwesereng (nrs. 9; 10; 12; 13; 14; 1618; 20; 25; 59; 66; 67; 68; 85; 86; 87; 88; 89; 110; 151; 154; 155;156; 157;158; 171;192; 198; 199; 200; 201; 202; 203; 204; 208; 209; 222; 225; 231; 247; 249; 289; 302; 311; 359; 360; 364; 371; 374; 379; 382; 383; 717; 719).

Archief gerecht Zuilen en Zwesereng (inv. 707): alle tijdsrelevante stukken.

Archief dorpsgerechten (inv. 49), m.b.t. gerecht Zuilen en Zwesereng (alle tijdsrelevante stukken); m.b.t. gerecht Maarssen (protocollen gerecht, nrs.1425 en 1426).

Archief herv. kerk Zuilen (inv. 749), notulen kerkenraad en alle verdere tijdsrelevante stukken (o.a. 71; 128; 147).

Hof van Utrecht (inv. 239-1); nrs. 182-3; registers m.b.t. lijst van bewaard gebleven civiele processtukken (5001) en verleend octrooi om te mogen testeren (5003) en lijst van criminele sententies (5006).

Archief van de Staten (inv. 233): inv. nummers 53 en 54: (huisgeldbelastinglijsten 1514 en 1525), 591; 835. Financiele instellingen (inv. 57), nr. 1102; rekening m.b.t. Zuilen over de jaren 1606-1607.

Archief Kapittel St. Jan (inv. 222): nrs. 835; 591, 176, 592.

Archief Domkapittel (inv. 216), nr. 3651: rekeningen van Lekdijksrenten ten lasten van de geerfden.

Diverse notariële akten van Utrechtse notarissen, met name geraadpleegd via de internetsite Utrechts Archief (betreft alle data vermeld met streepjes ertussen, bijv. '16-01-1669').

Gerecht Utrecht (inv. 702-7) nr. 2084; stukken, overlegd door den schout bestereffende synen eisch tegen Jacob Jacobsen, dienaar der justitie van het Hof, wegens het toebrengen van eene doodelijke verwonding op de kermis te Zuilen. 1617.

 

___________________________________________________________________

 

 

GEZINSRECONSTRUCTIES

 

 

Jan Jansen Ticchelmaker, tot Zuijlen, geb. ca. 1570, wed. van Maricghen Barten, o.tr. Utrecht, Barbara Hendrix, afk. van Maarssen, attestatie gegeven naar Maarssen op 21 dec. 1616 om er te trouwen (91/339). [Het eerste huw. niet in Ned.Herv. Utrecht gevonden]. In 1612 eigenaar van de tichelarij bij Diedrichtsteijn (76, inv. 202): kopie van erfpachtbrief (kopie in 1647 afgegeven 'ten tijde als Jan Jans tot Suijlen versocht dat Jan Jans Timmerman sijne swager worden verlijdt') m.b.t. aangegane erfpacht op 18 dec. 1612: 'Jan Jans, bij content van Floris Claesz (..) een erfland 14 roeden bij 10 a 12 roeden, suijdwaarts Claes Jans, noordwaarts Thonis Joostens'. Deze erfpacht betreft de grond waarop de tichelarij ten zuiden van het later gebouwde huis Diedrichsteijn stond en die op 4 dec. 1647 door zijn zoon Jan Jans (van Zuilen/de Vries) aan Jan Frans (Jan Jans Timmerman) werd overgedragen (76, 222): 'Een erff lang 14 breed 10 off 12 roeden met de slooten aan de oost en westzijde (actes 1647-1713: 'sullx t selve int ter tijd affgeleijnd is'). In actes 1647-1713, voorwaarde: 'dat anderen den sloot ter westen met deurvaaren ofte schouwen te leggen aen den wege sullen mogen gebruicken als van outs bij den Grave van Egmont in erfpagt uijtgeslagen'. Jaarlijkse pagt 't jaar f 2:5:-'. Dat de overgang van Jan Jans (Ticchelmaker) naar Jan Jans (van Zuilen/de Vries) niet in het erfpachtreg. is opgetekend moet zijn doordat het een overgang binnen de familie betreft.

Hieruit:

1. Marritje Jans, geb. ca. 1625, overl. in 1674, tr. Jan Jans Fock, geb. ca. 1615, zoon van Jan Anthonis, overl. voor 1674. Verm. 10-8-1674. Waarsch. zelfde als: Jan Jansen van Dijck, geb. ca. 1625, j.m. tr. Westbroek 20 jan. 1650 Marichjen Jans j.d. 'beijde van Zuelen sijn alhier volgens attestatie van Zuelen bevestigt'. Echtpaar heeft twee naast elkaar gelegen tichelarijen in Zuilen. Echtpaar bleef kinderloos.

2. Aeltje Jans, geb. ca. 1617, begr. Zuilen 19 jan. 1701: 'Aeltie Jan Fransz'. tr. (niet te Zuilen, Maarssen, of herv. Utrecht) Jan Jans alias Jan Frans (in 1647 ook: Jan Jans Timmerman, ook Jan Franse de Vries), geb. ca. 1610, overl. tussen 21-10-1667 en 1679 , kan schrijven [schrijft: Jen Jansen], steenbakker, vanaf 1647 eigenaar tichelarij bij Diedrichstein, verm. in rekest 1649 als gemeintelid kerk van Zuilen, diaken te Zuilen in 1652, in 1655 schepen te Zuilen. Waarsch. zelfde als Jan Jansen, tichelaar tot Zuilen verm. in 1655 (76, inv. 110), ook verm. 1654 (76, 719): Jan Jans anders genaampt Jan Frans tichelaar.Tevens: ‘Jan Jans nu vandaeg genaempt Jan Frans tichelbacker wonende tot Zuijlen’ wordt ook verm. in not. acte 19 aug. 1659 wegens een schuld van 250,- wegens een levering van lood.

(76, 222): erfpachtreg. Huis Zuilen 4 dec. 1647: 'ten verzoeke van Jan Jans (van Zuilen/de Vries) gedaan t.b.v. Jan Jans timmerman sijn swager, een erff lang omtrent 14 roeden en 10 a 12 breed daer suidwaerts Claes Jans c.s en noortwaerts Thonis Joosten naes geland sijn' betr. grond van tichelarij bij Diedrichsteijn staat. (76, inv. 302): 4 febr. 1690: erven Jan Frans (de curator van Aeltje Jans, wed. Jan Frans): transport huis en tichelarij bij 't Loothuijs oostzijde Vecht naar Herman Jans Verschuur.

(76, inv. 302): nov. 1648: transport voor gerecht Zuilen van een erf aan de oostzijde van de Vecht door Jan Claes c.s aan Jan Frans.

(76, 302): Jan Fransz transporteert op 8 jan 1657 een huisje aan de oostzijde van de Vecht aan Janneken Gijsberts, wed. van Ansem Gerrits.

Jan Frans wordt verm. not. acte 9 april 1659 (not. Capels) wegens schuldbekentenis van 250,- i.v.m. levering van lood

Ook: in 1661 de afgrift van 6 morgen land van het Kappitel van St. Jan., in 1667 voldaan door Jan Fock c.s.: Jan Jans (= Jan Frans), Jan Fock, Huijbert Jans, Jan Jans van Breukelen.

(76, inv. 302): 'Uitstelling... tot vervallen van ongeleden...... setter (vijf schepenen) over jaer 1664: eerstelijk also den nabeschreven personen tot Suijlen woonachtig geen, immers weijnich, lants gebruiken: oa. Jan Frans tichelaar in regard van sijn tichelarij en van de tichelarij Duijnkercken (3,- + 3,-): waarschijnlijk is Jan Frans na het overl. van Willem Cooth huurder geworden van deze tichelarij (verhuurt door de wed.).

De erven van Catharina Claes (in leven geh. met Dirck Dircksz van Zerdam) worden op 22-06-1665 verm. wegens een schuldbekentenis van 100 gulden ten laste van Jan Fransen alias Jan Jansen: de schuldbekentenis wordt dan overgedragen aan Geerloff Meertensz van Eyck.

(76, 302) 27 maart 1666: Jan Frans transporteert aan Gijsbert Jans en Maria Jacobs huis en tichelarij gelegen aan de oostzijde van de Vecht.

Jan Frans treedt samen met Jan Janss Fock namens alle tichelaars van Sticht Utrecht op in overeenkomst met Jan Andries van Zuylen en Peter Egbertss van Winstveen namens alle tichelaars van de Vrijheit stad Utrecht d.d. 21-10-1667.

Jan Frans wordt samen met Willem Joosten Cooth verm. als eigenaar van boomgaard en erf te Zuilen [oudschildgeld over Zuilen 1656]

De wed. van Bartholomeus van Vloeten wordt verm. 10-06-1668 bij een schuldbekentenis van Jan Jansen alias Jan Franssen m.b.t. 600 gulden met verwijzing naar plecht d.d. 12-12-1624 voor het gerecht van Zuilen.

Kapittel St. Jan, 222, 176-1: verm. als erf.gen. van Jan Fock wegens pacht af te graven land op de Swesereng: Jan Franse de Vries [1679, 1680 e.v.]

Verm. 1679: 'erfgenamen van de heer van Vlooten heben plecht van 600,- op de tichelarij van Jan Frans sal.,': en is door de Ds. voorgesteld een deel van 200,- of twee delen van deze plecht te kopen (t.b.v. de diakonie) [kerk.r. not.]

(76, 153) 1684: de weduwe van Jan Frans uit haar huijsinge en tichelarij, erfpacht 2 gulden (jaarlijks)

Hieruit:

a) Gijsbert Jansz. van Breukelen, [not. acte: kind van Aeltje Jans], geb. ca. 1638, kan enigzins schrijven, (in 1675 diaken), in 1677 schepen, eigenaar pannenbakkerij, diaken in 1675-1676, schepen in 1677, 1697, overl. na 12-09-1697 en voor 1711 (mog. 2 nov. 1698: 'Gijs Jansen' = niet Gijsbert Jans Fock want die is voor 1693 overl.). (76, 302) 27 maart 1666: Jan Frans transporteert aan Gijsbert Jans en Maria Jacobs huis en tichelarij gelegen aan de oostzijde van de Vecht. Ook: huurt Gijsbert in 1677 de tichelarij Duinkerken van Neeltje Egberts, tichelaar in de periode 1679/83 op Duinkerken, huurt 7-12-1692 de tichelarij bij Diedrichsteijn van Harmen Jansz Verschuyr, in 1697 schepen te Zuilen, tr. ca. 1663 Marychje Jacobs, begr. Zuilen 24 april 1710. Gysbert was (waarschijnlijk nomine uxoris) mede-erfgenaam van Catharina Claes die gehuwd was met Dirck Dircks van Serdam. Kinderen o.a.: Cornelis (1666: 1e kind!), Jan ('de oude', in 1711 verm.), Jan (in 1711 verm.), Huybert 1674 [vern. naar voor 1669 overl. oom moederszijde], Maria (tr. Jan Cornelisz. Koning) [vern. naar Merrigje Jans, de voor 1674 overl. tante moederszijde?]. De kinderen zijn de erven van Merrigje Jans en Jan Jans Fock (21-10-1711). Gijsbert Andries treedt in dec. 1665 (protocol gerecht Maarssen) mede als gemachtigde van Gijsbert Jans van Breukelen op. Register personele lasten gerecht Zuilen (707), 1697: betaald 6 stuivers ‘aen Gijsbert Jans voor 25 geele steentijens aent pastorije Suijlen’. Kapittel St. Jan, 222, 176-2: Arien Peters van Hernen, Gijsbert Jans van Breukelen, Cornelis Jacobse Coning, pacht 2 morgen af te graven land op de Swesereng ingaande petri 1689 voor de duur van 14 jaar (betaling van de pacht met verm. van alledrie loopt door tot het jaar 1702)

b) Hendrik Jansz. de Vries, [not. acte: kind van Aeltje Jans; 21-10-1711], [geb. ca. 1647], kan schrijven, pannenbakker, in 1689 brughman te Zuilen, huurt in 1690 tapstede '' in de Swaen', overl. tussen 29-07-1693 en 12 aug. 1694 (waarschijnl. begr. Zuilen 22 nov. 1693: 'manso de Vris'), weert in de Zwaan te Zuilen (29-07-1693), tr. Zuilen 14/28-12-1673 Meijnsgen Verbaan. Kinderen: Neeltgen (gm?), Aeltgen (gm), Annichgen, Jan (gv), Wilhelm (gv), Marie (tante?), Hendrik (1691). Kapittel St. Jan, 222, 176-2: Arien Peters timmerman, tot Zuijlen en Hendrik Jans de Vries, pacht 7 morgen op de Swesereng (later 3,5), ingaande petri 1682 voor de duur van 24 jaar.. Ook: (76, inv. 18): 15 juli 1688: 'heeft Hendrik Jans de Vries, mede erfgen. van Jan Jans Fock en zijn huisvrouw verhuurt aen en t.b.v. Adriaen Peters van Hernen, timmerman tot Zuijlen, de huijsinge en erve mette tichelarije en pannenbakkerije aan de westzijde van de Vecht bij de brug voor 6 jaar so door verhuurder tot nog toe bewoont en gebruickt (..) voor 225,- per jaar'. Hendrik pacht in 1692 de impost op wijn en bier (gerecht Zuilen, 707, 41: reg. personele ongelden). In de lijst Dijkwachtplichtigen Lekdijk wordt Hendrik Jans de Vries verm. wegens 3,5 morgen. 25 juli 1677: 'kind [Cornelis Jans] van Jan Cornelis sal. besteet bij Heijndrick Jans' [kerk.r. not.; idem diakonieboekje], ook jaren 1678/1679 en 1680/1681.

c) Hendrik Jansz. de Jonge, [not. acte: kind van Aeltje Jans], ged. Zuilen 1 jan. 1653 als kind van Jan Frans en Aeltje Jans, begr. 15-5-1714, tekent merk (vierkant), tr. Zuilen 21-10/5-11-1676 Grietje Huyberts van Rietveld. Verm. 21-10-1711. Kinderen: Wijntje (gm?), Aeltje (gm), Annichje (1682), Aegje, Huybertje (gv), Lijsbeth, Jan (gv). Op 1 april 1679 wordt Bartelomeaus Franss (zoon Frans Jacobs, broer van Cornelis Jacobs Coninck, en Grietje Meesen) door de Diakonie van Zuilen ondergebracht bij Heijndrik Jans de Jong voor 2 jaar3.

d) e. Jan Jans van Breukelen, broer van Gijsbert Jans van Breukelen en Hendrik Jans de Vries (verm. Dorpsgerecht Breukelen, 1678 365/15), overl. 1678, verm. 1661 i.v.m. afgrift (zie hiervoor) samen met Jan Fock c.s.: Jan Jans (= Jan Frans), Jan Fock, en Huijbert Jans. Ook: tr. 1e Zuilen 10 maart 1661 Jan Jans van Breuckelen, jg. van Zuilen met Fijchjen Rijcke Paling (dr. van Rijck Jans Palingh als man van Eva Hendricx?), jd. wonende buiten Woerden op 't Tournoisveld, tr. 2e Zuilen 27 april 1662: Jan Jans van Breukelen, wed. van Fijchgen Rijcke Paling, Margerje van Portengen j.d. van Breukelen, att. van Breukelen. Marrigje Jacobs van Portengen is een dr. van Jacob Gysbertss van Portengen en Cuynera Stricke. Jan en Marrigje worden ook verm. 30-05-1664. Hieruit: Cunera Jans (in 1678 verm. Dorpsgerecht Breukelen i.v.m. estimatie van een huis).

e) Arijen, ged. Zuilen 1657, overl. voor 1711

3. Lysbeth Jans, tr. 1e Cornelis Claes (mog. zelfde als Cornelis Claes, gebr. 4 morgen, verm. in morgentalen Zuilen 1643), tr. 2e in 1649 Willem Jonass, rk, geb. in 1621 (volgens not.acte, huw. Voorwaarden 24-08-1649 dan 28 jaar). Manuaal 1619/1659 Huis Zuilen, ca. 1650: ‘Cornelis Claes op de Kickworp tot Zuijlen, nu Willem Jonas als getrout hebben de weduwe’. Willem Jonas op de Kijkworp wordt verm. in (archief Domkapittel 216, 3651): Rekeningen van Lekdijksrenten ten lasten van de geerfden, 1652: Willem Jonas, 4 morgen. Ook verm. not.acte 23-03-1650 wegens koop turfwinning van Jan Claes. Lysbeth Jans verzorgt in maart 1678 de eerste opvang van de kinderen van Frans Jacobsz (broer van Cornelis Jacobs Coninck) en Grietje Meesen, na het overlijden van Grietje.

Uit eerste huwelijk:

a. bij huw.voorwaarden in 1649 vermeld dat er een onmondig kind is.

Uit het tweede huwelijk:

b) Jonas Willems van de Worp, geboren omstreeks 1652, tr. Annichje van Oostweert (zie hiervoor). (76, 222, erfpachten): 1678: Jonas Willemsz 'is d' eerste besitter': een stukje erf en gront staende en gelegen onder de gerechte van Zuijlen aande Vecht daer een huijse opgestaen heeft (..) van outs genaemt de Kijckworp.

4. Huybert Janss van Zuylen, geb. ca. 1610, tichelaar aan de Rodebrug (verm. 25-4-1665), begr. inschrijving Utrecht 1 okt. 1666: Huybert Jans van Zuijlen, bij Anth. Gasthuis, laat na vrouw en onmondige kinderen, publiquelijck vergevoerd nae Zuijlen, 8 dragers', tr. 1e Adriana van Eck, tr. 2e Claertgen Meertens van Eyck (in 1669 57 jaar), begr. Utrecht 2 dec. 1672. Huijbert kan schrijven, tekent Huybert Janssen van Suylen, testament d.d. 13-02-1663 voor notaris NN. Noordyck, ook verm. als overl. 02-01-1669 en 10-8-1674, wordt in 1653 (woonde toen bij St. Ant.Gasthuis) verm. als momboir voor de nagelaten kinderen van Huybert Peterse van Schalckwijk en Anna Wouters Mostart (zij werd als wed. 25 april 1653 te Utr. begr., mog. een dr. van Wouter Willems Mostaert in 1643 te Zuilen), had contacten met Nicolaes Jacobss van Meenen, Peter Egbertss van Wenstveen en Jan Goyertss van der Horst (allen tichelaars). Verm. not. acte 20 jan. 1666: Geerlof van Eyck pannenbakker te Suijlen, Huijbert Jans van Suijlen, tichelaer aan de Rodebrugge, gehuwd met Clara van Eyck, wed. van Adriana van Eck. [Claertgen Meertens van Eyck heeft waarsch. een zuster Maeijen Maertens van Eijck, geb. Zuilen die tr. 6 april 1651 te Utrecht (att. voor Zuilen) Jan Janssen van 's Heerenberg]. Kinderen:

a) Meerten Huybertss, verm. 10-8-1674

b) Merrichje Huyberts van Zuylen, Maria van Zuylen, verm. 17-07-1668 als j.d. 10-8-1674 Mariegen Huyberts van Zuylen, kan schrijven: tekent 'Maria van Zuylen']

c) waarsch: Aeltjgen, ged. Utrecht 18 maart 1647, dr. van Huybert Janssen en Aeltgen Meertens, buiten de Weerdpoort

d) mog.: Jacob Huijbertssen, tr. 1661 als j.m. van Zuilen met Jannigje Joris, j.d. van Woerden

5. Jan Jansz van Suijlen, geb. ca. 1610, zwager van Jan Frans, kan schrijven, tichelaar tot Zuilen (tot 1648) draagt (erfpachten huis Zuilen (76, 222), pag. 38, (4 dec. 1647) de erfpacht op de grond waar de tichelarij ten zuiden van het latere huis Diedrichsteijn op stond over aan zijn zwager Jan Frans (Jan Jans timmerman). Ook zo verm. in erfpachtbeschr. (76, inv. 202): kopie van erfpachtbrief (kopie in 1647 afgegeven 'ten tijde als Jan Jans tot Suijlen versocht dat Jan Jans Timmerman sijne swager worden verlijdt') m.b.t. aangegane erfpacht op 18 dec. 1612: 'Jan Jans, bij content van Floris Claesz, een erfland 14 roeden bij 10 a 12 roeden, suijdwaarts Claes Jans, noordwaarts Thonis Joostens'. Daarna meester tichelaar aan de Rodebrug in juli 1679, overl. voor 6-4-1681, als lidm. N.H. kerk Utrecht in 1662 verm. ('buiten de Weerd'), ook verm. vermeld 21-08-1668, 26-11-1679, 28-4-1680, 6-4-1681, tr. Trijntgen Wijgerts (Catharina Wyers), verm. 6-4-1681, overl. ca. 1683, zelfde als Jan Janss de Vries, en Trijntje Weyers [kan tekenen: Jan Jansz de Vries, Trijntje wordt in 1682 verm. met de fam.naam De Vries (diakonie Zuilen inv.nr.749. 71), tekent not. akte 1659 'Jan Jans van Zuijlen', pas in 1668 draagt Jan voor de naam 'De Vries' voor het eerst. Jan Jansen de Vries wordt op 26-11-1679 verm. als voogd voor de kinderen van Jan Joosten van de Bilt, meester backer in de Weert, wed. van Jannigien Hendriksen van Boekholt. Jan Jans van Suijlen is ook voogd voor de kinderen van een dochter van Elias Willems Schijff, pottenbakker aan de Rodebrug. Verwijzingen: schuldbekentenis d.d. 4-10-1662 voor notaris W. van der Houve. Ook not. 31 juli 1659: 'Harmen Claes van Ghij.weert, Cornelis van Zuijlen en Jan Jans van Zuijlen (kan schrijven), allen wonende int gerecht van hogenoort'. In maart 1682 wordt Bartelomeaus Fransz (zoon van Frans Jacobs, broer van Cornelis Jacobs Coninck en Grietje Meesen) door de diakonie van Zuilen voor de duur van een jaar ‘besteed' aan Trijntje Wijers, wed. van Jan Jans de Vriesvoor het werk op de pannebakkerij die zij samen met haar zonen runt aan de Rodebrug (ten westen van Utrecht en enkele kilometers van Zuilen). Voor het levensonderhoud van het kind ontvangt Trijntje Wijers van de diakonie 22 gulden3. De overeenkomst wordt namens zijn moeder aangegaan door Johannes de Vries, zoon van Trijntje en wordt op 2 maart 1683, 1 april 1684, 3 aug. 1685 en 1 februari 1687 door Johannes de Vries verlengd, de laatste keer tot 1 april 1689.

Hieruit:

a) Joannes: ged. Maarssen 22 mei 1636 (vader: Jan Janz. van Zuilen).

b) Joannes, ged. Utrecht 26 april 1640 (ouders: Jan Jansz van Suijlen en Trijntgen Wijgerts, wonen te Zuilen). Mog. begr. Utr. 22 mei 1654 (kind van Jan de Vries, bij 't Antonigasthuijs, laat na vader en moeder)

c) Govert, ged. 16 jan. 1648 te Utrecht, kind van Jan Jans, getr. met Trijntgen Jans, wonen 'tot Zuilen'. Mog. begr. Utrecht 28 mei 1655 (kind van Jan Jans de Vries, bij 't Antonigasthuijs, laat na vader en moeder.

d) mogelijk: Elias, ged. Utrecht (Ant.Gasth.) aug. 1651 (ouders: Jan Jans en Trijntgen Wijers). Mog. begr. Utrecht 4 juni 1653 (kind van Jan Jansen van Zuijlen in de Hoochlantsesteeg, laet na vader en moeder)

e) Johannes, ged. Utrecht (Jacobikerk) 24 mei 1655 (ouders: Jan Jans en Trijntjen Jans, wonen Corte Louwerstraat)

f) Govert, ged. Utrecht (Jacobiker) 30 aug. 1656 (ouders: Jan Jans en Trijntjen Jans, wonen Corte Louwerstraat), overl. 1702, fourier

g) Elias, ged. Utrecht (Ant.Gasth., 5-227.) 1657 (ouders: Jan Jans en Trijntgen Wijerts)

h) Elias, ged. Utrecht (Ant.Gasth.) 9 aug. 1659 (ouders: Jan Jans en Trijntjen). 27-07-1685 was Elias de Vries meerderjarige jongman. Had in oktober 1684 in een herberg te Middelburg wegens 'verteringen' 24,- en 14 st. schuld aan de herbergier en heeft toen een loden vaatje met 5 pond thee ter verzekeringe achtergelaten. Was hij misschien voordien bij de VOC in dienst geweest?

i) Wijert de Vries

 

 

Anthonis Thonis Fock, geb. ca. 1575: (Financiele instellingen nr. 1102: Rekening over de Zuilendse goedeeren 1606-1607), ontvangen erfpachten: Anthonis Thonis Focx uit sijn huijsinge en erve (2gld, 2st.). Ook: 'uit sijn hujsinge en erve' (76, inv. 154: Rekening over de Zuilendse goederen, 1608/9: efpachten Zuilen). Thonis Thonisz, schepen te Zuilen in 1606 (76, 10-2). Thonis Thonis Focx, petri 1622, 1 gld 1 st. (76, 66: rek. erfpachten). Thonis Thonis Focx, petri 1623, 1 gld 1 st. (76, 66: rek. erfpachten). Ook: Thonis Thonis Fock: 'Thonis Thonis Fock, weerdt uit sijn huijs' (76, inv. 155: erfpacht 1612-1613). En: (76, inv. 16):1620: 'heeft Thonis Thonis Fock vercocht t.b.v. Roelof Aerts Timmerman (..) huis daer Jan Wouters huis zuidw. en Thonis Thonis selve westw.

Hieruit mogelijk:

1. Gerrit Anthoniss Fock, geb. ca. 1615, verm. 31-12-1668, 26-12-1668, 05-01-1669, 04-08-1669, tichelaer aen de Rodebrugge, tr. Hillichgen Jans Spoor. Heeft nicht Adriaentgen Jans Fock te Linschoten die eerder te Woerden heeft gewoond.

2. Neeltgen Anthonis, overl. voor 1669, tr. Coenraedt Janss Meskes, kistemaecker, Utrecht, onroer. goed. Hogelande/Rodebrugge, verm. 26-12-1668, 05-01-1669 in acten samen met Gerrit Anthoniss Fock. Ook verm. 18-05-1708

3. Hermen Fock, [geb. ca. 1620], tr. Neeltgen Cornelis van Royen. Hieruit o.a. Cornelis, Bellichje, Neeltje, Fredrick

4. waarsch. (vern. bij kind 3) Beligen Tonisen, in 1623 afdraegster [ca. 10 jaar] op de steenoven

5. Jan Thoniss Fock/van Zuijlen, [geb. ca 1600], overl. voor 1653 (zijn wed. is in nov. 1653 get. bij huw. zoon; tevens als overl. verm. protocol not. Gerrit Houtman, 27 jan. 1655), verm. 03-09-1630 (wwont dan te Zuilen), en 8-11-1678, dan al overl., in leven harbargier te Suylen, Jan Thonis Focx kan schrijven en is in 1635 weerd te Zuilen (een rek. van hem is te vinden in de rekeningen van de schout (76, 66), tr. 1e N.N., tr. 2e voor 1636 Geertgen Cornelis, (Geertgen Cornelis van Leeuwen) overl. aug. 1684 (verm. 24-08-1684), woont 1678 te Zuilen. Zelfde als verm.: Rekest van de schout 'en gemeinteleden van Zuylen' aan de Staten van Utrecht d.d. febr. 1649: Jan Anthonisz. Waarsch. ook zelfde als Jan Theunis de Waert, te Zuilen, laat te Maarssen dopen de kinderen 'Fredrick' (1642), 'Maiken' (1643), 'Gijsbert' (1646). Ook: Jan Theunis, tr. Gerrichjen, wonen 'tot Zuijlen', hieruit: Betta, ged. Utrecht (Ant.g.) 19 dec. 1648. Zelfde als Jan Thonisz van Suijlen, tr. Geertien Cornelis. Echtpaar woont in 1636 te Suijlen, Waarsch. zelfde als morgentalen Zuilen, 1643, Convent van d Dael, 12 morgen + tichelarij, gebruikers:o.a. Jan Antonis; idem in oudschildgeld over Zuilen 1656: Jan Tonnisse op de Noort. (76, 302) 28 mei 1671: Gerrit Huijgen c.s. transporteert aan Jan Fock 6 roeden oostzijde Vecht. Ook: (76, inv. 16):1687: 'kinderen en erfgenamen van Geertgen van Leeuwen in haer leven huisvrouw van Jan Anthonis Fock, des verkopers vader en moeder sa: .... naar Harman Verschuer....'. Geertgen Cornelis wordt verm. boedelinv. 3 jan. 1654 not. Zwaerdecroon (t.b.v. wed. Hendrik Aerts tichelaer): 'Geertgen tot Zuijlen van verteerde gelags, 20 gld.'. Ook: bestektekening bouw kerk Zuilen 1654 (archief kerk. Zuilen): Jan Tijnnis erf grenst direct zuidwaarts aan de kapel

Uit het eerste huwelijk:

a. Jan Jans Fock, geb. ca. 1619, kan schrijven, verm. als broer van Catharina Jans in akte Gerrit Houtman d.d. jan. 1655, overl. na 1671 en voor 1674, diaken in 1659 [kerk.r. not.], tr. Marritje Jans, Merrichje Jans, overl. voor 1674 (zuster van Aeltje Jans en Huybert Janss). Waarsch. zelfde als: Jan Jansen van Dijck, geb. ca. 1625, j.m. tr. Westbroek 20 jan. 1650 Marichjen Jans j.d. 'beijde van Zuelen sijn alhier volgens attestatie van Zuelen bevestigt'. Ook: (76, inv. 302): 1663: Jan Jans Fock: schepen. Ook in 1668 schepen. En: (76, inv. 302): 1661: wed. Willem Coorth: transsport tichelarij naar Jan Jans Fock (betr. waarsch. latere Voorzorg). ook verm. als Jan Jans Tichelaer wonende te Zuylen 07-07-1655, dan 36 jaar, en 26-05-1674. (76, inv. 302): 1664: Henric Teeckman: transport pannenbakkerij aan oostzijde Vecht naar Jan Jans Fock [betr. waarsch.. latere Vecht en Dijk, zuidwaarts naastgelegen tichelarij: zie beschrijving hierna 21-10-1711/1-5-1714]. Verm. 10-8-1674. (76, inv. 302): 'Uitstelling... tot vervallen van ongeleden...... setter (vijf schepenen) over jaer 1664: eerstelijk also den nabeschreven personen tot Suijlen woonachtig geen, immers weijnich, lants gebruiken: o.a. Jan Fock. Jan Janss Fock treedt samen met Jan Frans namens alle tichelaars van Sticht Utrecht op in overeenkomst met Jan Andries van Zuylen en Peter Egbertss van Winstveen namen alle tichelaars van de Vrijheit stad Utrecht d.d. 21-10-1667. (76, 8)[oudschildgeld over Zuilen 1656]: half hont lant eigenaar Willem Joosten, gebruikt Jan Jans Fock (in 1696 Harmen Verschuur). Kapittel St. Jan, inv. 222, nr. 835 (rek. wegens verkoop afgrift land te Zuilen, 1661/1667): 'rek. van de afgrift tot Zuijlen aen Jan Fock cum suis op 8 nov. 1661, 5500,- in 4 termijnen waarvan afgetogen op ieder termijn voor verteringe aen de tichelaers op haere betalinge toegeleit....'. Tevens akte 9 okt. 1667 wegens voldaan betalingen: 'op 12 nov. 1661 vercocht afgrift aen Jan Jans met Jan Fock cum suis.... Allen sonder verdere ...of lasten: Jan Jans, Jan Fock, Huijbert Jans, Jan Jans van Breukelen, als copers, huijden 9 oct. 1667'. De afgrift van 1661 met de naam Jan Fock wordt ook verm. op een kaart van het Kapittel St. Jan: 'Van desse ackers heeft Jan Fock den afgrift gekocht so dat den eijgendom van de gront noch blijft aen de ed. heeren, en is groot (..) 6 morgen en 551 roeden'. Gerecht Zuilen, 2463, transporten, juni 1671: Gerrit Huygen en Gerrit Jacobs transporteren erf en getimmer aan Jan Fock, pannenbakker. Erf ligt naast erf Dirck Jans. In de lijst Dijkwachtplichtigen Lekdijk worden vanaf 1674 t/m 1687 'Jan Focks erven' verm., met voor 1676 en 1681 in de kantlijn verm. 'en Hermen Jans', voor 1687 tevens verm. als eigenaars van 8 morgen. 1-5-1714: comparanten: erven Cornelis Brugman, : Christiaen Brugman, Bernardus Casius, overige erfgenamen. Comparant ter andere zyde: Reynoud Gerard van Tuyll van Serooskercken. Rechtshandeling: over plechten ten behoeve van partyen en erfdienstbaarheid gevestigd op twee (naast elkaar gelegen) tichelaryen in Zuilen, afkomstig uit de geabandonneerde boedel van Jan Fock en Merritje Jans, in leven echtelieden, door Bernardus Casius en Johan Brugman gekocht. Verwijzing naar andere aktes: plecht d.d. 30-11-1647 voor gerecht Zuilen. Verwijzing naar andere aktes: plecht d.d. 24-12-1653 voor gerecht Zuilen. Plechten t.b.v Jan Fock en Merrigje Jans. Ook: verwijzing naar testament Merrigje Jans en Jan Jan Jans Fock d.d. 13 febr. 1663 voor notaris NN. Noordyck: hierin o.a. legaat 50,- voor Huybert Jans: op 10-08-1674 vorderen Peter Egberts van Wensveen en Jan Goyertss van der Horst van de erven deze legaat t.b.v. de kinderen van Huybert Jans [akten not. Noordijk zijn niet bewaard]

b. Trijntje Jansdr. Fock, Catharina Jans Fock, geb. ca. 1630, verm. als zuster van Jan Jans Fock in akte not. Gerrit Houtman d.d. 27 jan. 1655, overl. voor 1695, [volgens een not. acte uit 1711 de enige zuster van deze Jan Fock], tr. ca. 1653 Aryen Peters van Hernen, geb. ca. 1625, pannenbakker. Op 1 april 1680 werd Jannighie Frans (kind van Frans Jacobs en Grietje Meesen) door de diakonie van Zuilen ondergebracht bij Trijntje Jans . (zie verder onder de echtgenoot)

Uit het tweede huwelijk:

c. Cornelis van Zuijlen, Cornelis Jans fock, ged. Utrecht 20 juli 1636, tr. Zuilen 7/28-11-1658 Bregtjen Jacobs de Booth, van Utrecht. Mog. zelfde als Cornelis Jans van Zuijlen, schepen van Pylsweert, woonde Hooglandsteeg. (76, 302) 5 juni 1687: Cornelis Jans Fock c.s. transporteren huis en erf westzijde Vecht naar Herman Jans Verschuur. Kinderen:

i. Jacob Fock, Jacob Janss Fock, [Jacob Cornelis Jan Fock] ged. Zuilen aug/okt 1659? [klopt: op 06-03-1721 61 jaar], in 1697 tichelaar te Zuilen, in 1704 en 1721 aan de Rodebrug, verm. 15-12-1697, 01-12-1698, 16-05-1704, 18-02-1706, 14-04-1719, 27-02-1721 (dan 61 jr.), tr. Zuilen 27-3/12-4-1685 Willemijn Vermaak, ged. Zuilen 9-6-1661, dr. van Aelbert Christiaens Vermaack en Japichje Joosten. Ook verm. 1-12-1698 wegens huur pannebackerye en tichelarye te Zuilen. Hieruit: Johannes ged. Zuilen 28-2-1686; Japickgen ged. Zuilen 19-1-1690 (Begraven Zuilen 20-6-1698, 20-3-1699,); Aelbert ged. Zuilen 22-9-1700 (Begraven Zuilen 20-6-1698, 20-3-1699)

ii. Neeltje, ged. Zuilen 16-11-1662, tr. Eldert Cornelis Verschoof, zn. van van Cornelis Eldert van der Schooff en Willempje Gysberts

d. Tonis, ged. Utrecht (Ant.gasth.) 21 aug. 1638

e. Anthonis Jans Fock/Van Zuijlen, Theunis Jansze van Zuijlen, afk. van Zuilen, ged. als 'Teunis' Utrecht (Ant.gasth.) 17 maart 1640, overl. na 1703, cuyper, meester cuyper (1700, 1703), woont Utrecht, Achter t Vleyshuys, hoeck, tr. Utrecht 4 maart 1662 Lammertje Cornelis, Lambertgen van Rietvelt, overl. 1674, verm. 24-02-1674 (acte over de onmondige kinderen). Anthonis hertr. (huw. vw. 11-08-1674) Hillichgen Veenemans uit Arnhem (ass.: Ghysbert van Toll, schout van Suylen en Westbroeck), zij wonen Utrecht, wz Oudegraft tusschen de Jansbrugge en de Viebrugge, verm. 08-08-1680 (acte over de onmondige kinderen)ook verm. 07-03-1679 (Thonis Janss Fock), 07-03-1679, 24-08-1684, 25-08-1687, 25-08-1687, 16-01-1700, 12-08-1703. Indentiek aan Anthoni Jansz van Suijlen, Theunis Jansze van Zuijlen, afk. van Zuilen, tr. Utrecht Utrecht 4 maart 1662 Lammertje Cornelis, Lambertje Cornelis van Rietveld, wonen 1664 in de Teerlighstraat. Hieruit: Maria, ged. Utrecht 1664, Justus, verm. 16-01-1700

f. Maria Jans Fock (mog. zelfde als 'Maiken', ged. 1643 te Maarssen als dr. van Jan Theunis de Waert, te Zuilen), verm. 24-08-1684. Mog. zelfde als Grietgen Jans Fock, geb. voor 1653, en verm. 08-11-1678. Mog. zelfde als verm. 08-08-1706 (2x) en 26-07-1719, 04-04-1720, 02-11-1723: Maria Fock, overl. voor 1723, is getr. met Franchois van Baren, meester chirurgyn, wonen Utregt, Vhiesteeg. Kind: Cornelis van Baren (in 1723 schipper op het Amsterdamse trekschuytenveer te Utregt)

g. Berbertien, ged. Utrecht (Jac.kerk) 24 aug. 1634

h. Mogelijk: Gijsbert Jansz. Fock, waarsch. ged. 1646 te Maarssen, overl. voor 1674, tr. Zuilen 1668 Aaltje Peters. Echtpaar wordt verm. 21-07-1674, laat in 1671 een kind onder de naam Lijsbeth dopen [mog. Elisabeth Fock, tr. 1708 (huw. vw. 04-05-1708) Lambert van Haeften]. Aeltgen Peters wordt op 21-07-1674 verm. als wed., en wordt dan verm. in codicil van Maychen Hendrix, wed Peeter Beerntss Schaey. Aeltje Peters wordt in 1675 verm. in het diakonieboekje, en in 18-02-1693, woont dan als. wed. van Gysbert Jansz te Tienhoven (daarnaar verhuist uit Zuiilen) en heeft zoon Cornelis Gysbertsz['fock': maar niet goed leesbaar] die in 1686 naar Indie is vertrokken. Verm. 1677: Aeltje Peters, lidmaet [kerk.r. not.]

i. Adriaentgen Jans Fock, geb. na 1644, verm. 31-12-1668, woont Linschoten, heeft eerder in Woerden gewoond, nicht van Gerrit Anthoniss Fock en van Cornelis Fock die tr. met Cornelia Hartman, tr. 1e 1669 Claes Hermanss te Linschoten, tr. 2e Hendrik van Oostervelt, verm. 13-10-1702 wegens overdracht door Teuntje Symonse Snoeck (wed. Jan Goyerts van der Horst), Lambert Cornelissen van Wensveen en Harmen Cornelisse Van Bleeckendael, tr. 3e (huw. vw. 19-06-1703) Johannes Pisa (wedr. Maria van de Graeff), schoenmaeker, wonen Utrecht, Backersteech, verm. 06-09-1706 (2x codicil, en testament lyftocht langstlevende), en 21-03-1719 , 20-05-1726 uitkoop uit de boedel van Adriaentje Jans Fock t.b.v. Cornelia Hartman de wed. Cornelis Fock den ouden door Johannes Piesa als wedr. Adriaentje Jans Fock

 

Gijsbert Antonis. (76, inv. 89): okt. 1657: verklaring van enkele personen wonende tot Suijlen: '.... o.a. getekend door Gijsbert Antonis (tekent merk)

 

Lambertjen, Carsijn Antonis weduwe, 4 morgen [oudschildgeld over Zuilen 1656]

 

Jan Thonis, gerechtsbode (rekening van de schout te Zuilen (1611-1614)

 

Theunis Janssen, 'tot Suijlen, afk. van Suijlen', tr. Utrecht (Geertek.) 27 juni 1624 Aertgen Cornelis, 'wonende buiten Tolsteegpoort', wed. van Heijndrick Baerentsen, 'proc. tot Zuijlen'

 

Teunis Jans, timmerman, afk. van Suijlen, op 21 mei 1625 aangenomen als nieuw burger van Utrecht

 

Antonis Janz van Suijlen, doopt 'Dirick' 11 nov. 1627. Mog. zelfde die op 22 sept. 1626 als Anthonis Jans te Maarssen 'Jan' laat dopen

 

Dirck Hendrick Snoek, overl., nu eig./gebr. Frederick Gijsberts, 1/2 hond land [morgentalen Zuilen, 1643]., Weduwe Dirck Hendrikse Snoek, verm. als voormalig eigenaresse boomgaard en erf [oudschildgeld over Zuilen 1656]

 

Jan N. tr. N.N. Hieruit:

1. Aeltjen Snoeck, Aeltje Jans (woont bij haar huw. aan de Gaardbrug, en is afkomstig van Zuilen'), tr. Utrecht (Geertek.): 26 mei 1650: 'Jan Janssen van Alphen, woont Vreeburg, wed. van Neeltjen Claes', verm. 26-02-1690 (wegens nalatenschap): Jan Janss van Alphen den ouden en Aeltjen Snoeck, hun kinderen waren toen Petronella van Alphen en Cornelia van Alphen.

2. Annigje Snoeken, Annichje Jans Snoek, begr. Zuilen 4 jan. 1696, verm. 06-06-1693 als wed. Caspar Baltusz. tr. 1e Jan Muijtman, tr. 2e Casper Baltusz (overl. voor 1693). In doopboek Zuilen get. bij doop Jannichjen in 1686, dr. van Gerrichjen Jans Muijtman: 'get. Anna Snoecke, de moeders moeder'. Hieruit:

a. Gerrichjen Jans Muijtman, tr. ca. 1687 Cornelis Cornelisz Post. Kinderen ged. Zuilen: Jannichjen (1686: onecht), Marie (1688), Annichjen (1689), Johanna (1691), Cornelia (1697)

b. Jannichjen Jans Muijtman, afkomstig van de Vaart(Vreeswijk), tr. Claes Theunisz Marcel, Claes Thonis, hoevenier, geboren ca. 1649, geref., later te maarssen. Claes is werkzaam op de tichelarij van Jan Frans. Echtpaar laat te Zuilen kinderen dopen: Theunis (1675), Teunis (1676), Cornelia (1678), Gerrit (1680), Cornelia (1683), Teunis (1686)

 

Dirck Dirck Snijder: 'nu eigenaar en gebruiker' [morgentalen Zuilen, 1643]. Ook verm. 28-05-1636: Cychen Jans in leven wed. Floris Claes, verm. wegens procuratie om voor gerecht van Zuilen gedeelte van de helft van een huis omtrent de buursteeg aan Direck Dirxss Snyder

 

Dirck Dircxss van Sendam (Zardam), overl. voor dec. 1676, verm. in diakonieboekje in 1675, tr. 1e Catharina Claes, overl. voor juni 1665, tr. 2e Ingichgen Jans Verlaen (Ingichgen Janss van der Laen, Jannigjen Jans van der Laan) (overl. voor maart 1676), verm. 19-03-1676, 28-12-1676. Rekest van de schout 'en gemeinteleden van Zuylen' aan de Staten van Utrecht d.d. febr. 1649: Dirk Dircs (tekent merk). Neef van Cornelis Thonis Schipper, geb. ca. 1626. De erven van Catharina Claes (in leven geh. met Dirck Dircksz van Zerdam) worden op 22-06-1665 verm. wegens een schuldbekentenis van 100 gulden ten laste van Jan Fransen alias Jan Jansen. Gerecht onroerend goed: Suylen. Dorpsgerecht Zuilen, protocollen transporten 2459: d.d. 1729: transport aan de diaconie van Zuilen van een plechtbrief van 500 gulden d.d. 13 febr. 1666 tot laste van Dirc Dirc van Zardam en Jannigje Jans van der Laan voor het gerecht van Zuilen gepasseerd. Ook: (76, inv. 89): okt. 1657: verklaring van enkele personen wonende tot Suijlen: ' getekend door: Dirck Dirxs, brugwachter tot Suijlen (tekent merk). En: (76, inv. 89): dec. 1658: 'verklaren ....reden van wetenschap daarbij respondenten van jongs op inde voorn. dorpe van Suijlen gewoont en aldaer opgegroeid zijn alsulkxs de gelegenheid van.....' Getekend door: Dirck Dircx (tekent merk). (76, 302), 1663: Gijsbert Adriaens Boelhouwer transport huis in het dorp Zuilen oostzijde Vecht aan Dirck Dircks van Gerden (Serdam). En: (76, inv. 302): 'Uitstelling... tot vervallen van ongeleden...... setter (vijf schepenen) over jaer 1664: eerstelijk also den nabeschreven personen tot Suijlen woonachtig geen, immers weijnich, lants gebruiken: o.a. Dirck Dircks (2,-). (76, 302) 18 jan. 1672: Dirk Dirksz Serdam transporteert huis en erf oostzijde Vecht aan Gerard Jansz van Rheene. (76, 302) 31 maart 1676: Dirk Dirksz Serdam transporteert huis en erf oostzijde Vecht aan Jan Berentsz van Kuijl c.s.

 

Dirk Dirkss, verm. 16-9-1684, woont Zuylen, begraven Zuilen 8-2-1713, tr. Merrigien Janss (nicht van Merrigien Willemss, wed. Jan Geurtss van Bennecum, woont de Weert), wed. van Cornelis Jans van Sweden

 

Nelletgen Jans van Zellen, geb. ca. 1605, 'wonende en afk. van Zuijlen', tr. Utrecht (Geertek.) 16 aug. 1629 Jan Peterssen van Hardenberch, 'afk. van Hermelen'

 

Jan Janss, geb. ca. 1620, kleermaker en gerechtsbode van Zuilen, overl. voor 1674, tr. Neeltje Jans Fuyts (deze laatste begraven Zuilen 6-12-1709), dr. van Jan Sybrantss (verm. 19-03-1679). Laten te Utrecht in 1648 en 1650 een kind dopen, wonen dan te Zuilen. Jan IJansen ondertekent in 1649 het rekest van de 'gemeinteleden van Zuylen' aan de Staten van Utrecht d.d. febr. 1649, aangaande verzoek tot aanstelling predikant'. (76, 302) 24 dec. 1661: Michiel Lover transporteert huisje (waarsch. tapstede de Rode Leeuw) oostzijde Vecht naar Jan Jansz. Ook: (76, 25): 14 jan. 1676: coopcedulle van Neeltgen Jans, wed. van Jan Jans in sijn leven bode te Zuilen, verkocht aan Herman Jans Verschuur (herbergier te Zuilen). Ook: (76, 192. Akten van hypotheek): 14 jan. 1676: Neeltje Jans (tekent merk: kruis), wed. van Jan Jans in sijn leven bode van Zuijlen verkoopt als momboiresse van haar onmondige kinderen aan Harmen Jans (Verschuur) een huis in het dorp. (76, 302) 1 maart 1676: Neeltje Jans, wed. Jan Jansz, transporteert huis en erf aan Herman Jansz Verschuur.

Hieruit:

1. Bernt Jans Curver, Corver, tr. Zuilen 8/31-1680 Gijsbertje Martens van Eyck. Kinderen o.a.: Neeltje, Hillegond, Roelof

2. Jan, ged. Zuilen 5 nov. 1653

3. Jan Jans Corver, ged. Zuilen 4-5-1667

4. Neeltje Jans Korver, ged. Utrecht 12 maart 1650, tr. voor 1674 1e Herman Janss Vermaak, kinderen o.a. Annigjen, tr. 2e 7 juni 1691 Stoffel Thonis (van Katz?)

5. Ariaentje, ged. Utrecht 3 aug. 1648 (get. bij D. in 1674)

6. Cornelia, ged. Zuilen 25-6-1661, tr. Gerrit Cornelisz. Koning

7. Hillichje, ged. Zuilen 1655

8. Gerrit, ged. Zuilen 1658

8. Roelof, ged. Zuilen 1658

 

Jan Pas, Jan van Woerden, geb. ca. 1595, laat te Maarssen dopen: Gerrit (5 sept. 1630), 'Evert?' (23 mei 1626), Gerrit (13 juli 1628). Ook: 09-11-1677, ligging onroerend goed: oz wegh, belendingen onroerend goed: voor: dyck; achter: erff Dirck Janss; zw: Ghysbert Ghysbertss; nw: naesaet van Jan Pas (transport zelfde onroer.goed verm. Ook: 19-03-1676: oz. gemene weg, zw. Ghysbert Ghysbertss, nw: naecomelingen Jan van Woerden.). Hieruit:

1. Waarsch.: Evert Pas, geb. ca. 1625, tr. Jannichjen Elderden. Laten te Zuilen dopen: Ariaentgen (1653), Jan (1657), Zijtgen (1658). Mog. relatie met Jan Evertsz Pas, verm. 12-12-1683 tichelaar aan de Rodebrug, ook verm. 30-11-1682, een Evert Jans ('meester tichelaar') is dan borg.

2. Mogelijk: Jan Jansz. Pach, 'van Maarssen', geb. ca. 1620, tr. Maarssen 1645 Marychjen Jans, j.d. van Zuilen. Ondertekent rekest van de schout 'en gemeinteleden van Zuylen' aan de Staten van Utrecht d.d. febr. 1649 (tekent merk: kruis). Mog zelfde als Jan Jans Fock die tr. met Marrichje Jans

Hieruit:

a. Gerrit Jans Pasch, ged. Zuilen 9-3-1656, tr. Zuilen 8/23-8-1685 Petronella van Sweden, dr. van Cornelis van Sweden en Marrichje Jans. Kinderen o.a.: Jan, Cornelis, Dirk

b. Wouter Jansz. Pasch, geb. ca. 1649, tichelaar op Vijfhuizen, geref., schepen (oa. 1678), in 1702 bij not. acte door Hendrik van Wamel benoemd als voogd voor zijn na te onmondige erfgenamen. Huwde Zuilen 14-10/5-11-1676 Willempje Gijsberts, weduwe Cornelis Elderts Verschoof. Wouter wordt in drie not. aktes 1679, 1682 en 1683, verm. wegens de afgrift van grond te Maarsseveen, samen met Claes Cornelis van Ruyten en Aelbert Christiaen (Vermaak), en op 24-08-1696 met de koop van de afgrift samen met Aelbert Christiaen en Christiaen Aelbertss. Gerecht Maarssen: 49, 1429: 1713: Wouter Jans Pas, pannenbakker tot Suijlen, verm. wegens transport 9 morgen

c. Jan, ged. Maarssen 1651

d. Maijgjen, ged Zuilen 1659

 

Jan Jansen van Dijck, geb. ca. 1625, j.m. tr. Westbroek 20 jan. 1650 Marichjen Jans j.d. 'beijde van Zuelen sijn alhier volgens attestatie van Zuelen bevestigt'. Mog. zelfde als Jan Jans Fock.

 

Jan Cornelisse Lipsius. Kan schrijven. Op 11 dec. 1676 wordt bij hem een dr. van Arien Bastiaensse de Ridder, gen. Ariaen, besteed (diakonieboekje).

 

Elisabeth Gisberts, geb. ca. 1625, j.d. van Zuelen, woonende in de Tolsteegh buijten Utrecht tr. Westbroek 1651 Jan Gerritsen Snel j.m. van Amsterdam, woonende in Westbroek ('attestatie gegeven om tot Utrecht te trouwen').

 

Trintjen Aarts, geb. ca. 1625, j.d. van Zuelen tr. Westbroek 1652 Adriaen Petersen j.m. van Harmelen. Mog. zelfde als Trijntje Jans Fock en Aryen Peters van Hernen die vanaf 1654 kinderen te Zuilen laten dopen.

 

A. Maria van Leeuwen: not. Gerrit Houtman, 17 dec. 1646 (in omslag op perkament:) testament d.d. 26 jan. 1600 van Dignus Claes Sael castelijn en rentmeester van huis en goederen van Suijlen, en Maria van Leeuwen.

B. Cornelis van Leuwen, geb. ca. 1580, verm. 1626 (76, 14-2), transportacte gerecht Zuilen: 'voor ons quam Arijen Peters van Harnen .... ten behoeve van Cornelis van Leuwen backer [transport] huis staende aen de riviere de Vecht' (huis bezuiden de herberg De Zwaan). Mog. broer van Dirck van Leeuwen, timmerman, verm. 1608/9 (zie elders):Hieruit:

1. mog. Geertgen Cornelis van Leeuwen, geb. ca. 1605, overl. aug. 1684 (verm. 24-08-1684), tr. Jan Thoniss Fock/van Zuijlen, geb. ca. 1610 (zie meer elders).

2. mog. Harman van Leuwen. Morgentalen 1643: acht morgen Dignum Claes; nu eigenaar Harman van Leuwen en bruijckt Henrick Aerts van Woerden

 

Aert Pijters (Arijen Peters; Arijen Peters van Harnen), geb. ca. 1595, tr. Merriken Arijans (Merrichgen Arijens), wonen 'tot Zuijlen'. Ook: Adriaen Peters: '3 aug. 1626 betaeld aan Adriaen Peters ......' (76, inv. 66, afrekeningen). Ook: Adriaen Peters: de aanbesteding vond in 1643 plaats in zijn huis (76, 249: rekening aanleg brug over het Zandpad over de invaart naar het huis Zuilen vanuit de Vecht, 1634). Ook verm. 20-02-1635. Mog. zelfde als verm. (76, 66) ca. 1631: 'Voor eerst betaelt Adriaen Peters weert ande brug acht vormen bier t' zijne huijsen verteert' (mog. broer van Henrick Peters weert rond dezelfde tijd verm.). Ook verm. 1626 (76, 14-2), transportacte gerecht Zuilen: 'voor ons quam Arijen Peters van Harnen .... ten behoeve van Cornelis van Leuwen backer [transport] huis staende aen de riviere de Vecht' (betrof huis bezuiden herberg De Zwaan).

Hieruit:

1. Lijsbeth, ged. Utrecht (Jac.kerk) 25 dec. 1626

2. Elisabeth, , ged. Utrecht (Jac.kerk) 25 dec. 1627

3. Peter, ged. Utrecht (Ant.Gasth.) 15 jan. 1639

 

Peter Joosten, tekent 'van Hernen', timmerman, metselaar, geb. ca. 1600, verm. 1626, en 21 September 1636 not.arch., tr. Maarssen in 1624 als 'Pieter Joosten van Hern, j.m. van Maarssen' Maria van Schaik, zij is een dr. van Jan Adriaensz. van Schayck. Ook verm. in andere not. acte Gerrit Houtman 21 sept. 1636. Er wordt ook een Peter Joosten verm. in de stukken van slot Zuylen, ca. 1629. Ook: Peeter Joostensz van Harle, timmerman, woont te Zuilen, octrooi testeren: 1625. Ook (76, 171): 6 febr. 1630: m.b.t. Lambert Gijsberts: '100,- den 5 aug. geassigneert op Pieter Joosten zijn tot zijn versoeck affgelost op den pacht die hij met Goossen Gijsbert ten Dael schuldig is'. Ook (76, 171) 5 aug. 1635 geassigneert te betaelen aen Pieter Joosten Timmerman tot Zuijlen, 100,-.'

Waarschijnlijk een zoon:

Aryen Peters van Hernen, van Harn, Aryen Peters, geb. ca. 1625, pannenbakker, geref., eerder op de Noort, begr. Zuilen 9-9-1704, verm. 13-12-1699 dan meester thichelaer, 7-12-1689, dan meester timmerman. Verm. not. acte not. Gerrit Hartman 27 jan. 1655 samen met Jan Jans Fock als Adriaen Peters van Hernen wonende op de Noord, gehuwd met Catharina Jans wegens scheiding boedel van haar vader Jan Anthonis Fock sa:. Verm. (76, 153, ook: 76, 158) 1684: Adriaen Peters van Hernen, betaalt voor 16 jaar erfpacht sinds 1668 over zijn huis en erve tot Suijlen. Huwde Trijntje Jans Fock, geb. ca. 1630, zuster van Jan Jans Fock, dr. van Jan Anthonis Fock, herbergier te Zuilen. Kapittel St. Jan, 222, 176-2: Arien Peters timmerman, tot Zuijlen en Hendrik Jans de Vries, pacht 7 morgen op de Swesereng (later 3,5), ingaande petri 1682 voor de duur van 24 jaar. In 1688 verm. op kaart kapittel St. Jan wegens afgrift (i.v.m. klei-industrie); Ook: (76, inv. 18): 15 juli 1688: 'heeft Hendrik Jans de Vries, mede erfgen. van Jan Jans Fock en zijn huisvrouw verhuurt aen en t.b.v. Adriaen Peters van Hernen, timerman tot Zuijlen, de huijsinge en erve mette tichelarije en pannenbakkerije aan de westzijde van de Vecht bij de brug voor 6 jaar so door verhuurder tot nog toe bewoont en gebruickt .... voor 225,- per jaar'. (zie verder onder de echtgenoot); ook 9-12-1695 verm. wegens pacht van de impost op ontgronding van de aarde. (76, 302) 4 mei 1653: Adriaen Jans Nikerk wonende in Zuijlen erkent schuldig te zijn aan Jhr. Adam van Lockhorts een jaarlijkse erfelijke losrente van 10 gld 't jaars over de capitale somme van f. 200,- stellende tot verband zeker hujs en erve staande en gelegen in het dorp strekkende uit de Vecht tot aan de wech van den huis Suijlen toe daer zuidwaarts Adriaen Sebastiaen en noordwaarts Adriaen Peters naast geerft zijn. Ook: (76, 14-2) Arijen Peters van Harnen, transporteert in 1696 voor het gerecht van Zuilen een huis en erf aan de oostzijde van de Vecht ten zuiden van herberg de Zwaan naar Cornelis van Leeuwen, ook verm. 03-03-1696.

Kinderen:

1. Jan, ged. Zuilen 4-6-1654, huwde Geertruijt van Cooth, overl. 1685, dr. van Willem en Neeltje Egberts (steenbakkers op Duinkerken): Jan van Herne, alias Jan van Zuylen, woont Suylen, verm. 1-10-1712 en 21-10-1711 en 7-12-1689, 9-12-1695

2. Grietje, ged. Zuilen 30-8-1661

3. Grietje ged. Zuilen 26-7-1663, Grietje Ariens van Hernen/van Zuylen, ged. Zuilen 26-7-1663, overl. voor 1693, tr. Zuilen 22-11/7-12-1690 Jan Cornelis van de Kemp

4. Jannighje ged. Zuilen 7-1-1666

 

Peter N. tr. N.N. Hieruit:

1. Jacob Petersen (zie onder 2.)

2. Merten Petersen, verm. Nog gebr. Cornelis Gijsberts voorschr. 6 morgen lant van Conv. Dael, Jacob & Merten Petersen, gebroeders, en Cornelis Schee..n, el haer aenpart aen hebben' [oudschildgeld over Zuilen 1656]

 

Jacob Peters, tr. Trijntien Joosten, wonen 'tot Suijlen op de steenoven'. Hieruit:

1. Joost, ged. Utrecht (Jac.kerk) 11 mei 1636

 

Cornelis Peters, tr. Merrichien Willems, wonen 'tot Suijlen'. Hieruit:

1. Willem, ged. Utrecht (Jac.kerk) 8 sept. 1633

 

Cornelis Peters, geb. ca. 1605, tr. Annichien Hendricx, wonen 'tot Suijlen'. Mog. identiek aan zoon Peter Bernts Schay. Hieruit:

1. Peter, ged. Utrecht (Jac.kerk) 3 aug. 1634

2. Gijsbert, ged. Utrecht (Jac.kerk) 26 mei 1636

 

Cornelis Peterss alisa Bol, verm. 28-05-1636: Cychen Jans in leven wed. Floris Claes, verm. wegens procuratie om voor gerecht van Zuilen gedeelte van de helft van een huis, staande omtrent de brug aldaar, te transporteren aan Cornelis Peterss alisa Bol.

 

Henrick Peters, tr. N.N., wonen 'tot Suijlen', mog. zn. van Peter Dirksen van Dusseldorp. Ook: (76, 66), 4 maart 1631 'voor last van Adriaen Adriaens poortier betaelt aan Henrick Peters weert twee gulden van 't bijtbier', en maart 1630: 'En noch betaelt aen Henrick Peters weerdt aen de capel negentien vormen bier', mog. broer van Adriaen Peters weert die rond dezelfde tijd wordt verm. Hieruit:

1. Cornelia, ged. Utrecht (Domkerk) 1 sept. 1633.

 

Adriaen Sebastiaen. (76, 302) 4 mei 1653: Adriaen Jans Nikerk wonende in Zuijlen erkent schuldig te zijn aan Jhr. Adam van Lockhorts een jaarlijkse erfelijke losrente van 10 gld 't jaars over de capitale somme van f. 200,- stellende tot verband zeker hujs en erve staande en gelegen in het dorp strekkende uit de Vecht tot aan de wech van den huis Suijlen toe daer zuidwaarts Adriaen Sebastiaen en noordwaarts Adriaen Peters naast geerft zijn.

 

Stoffel Jeuriaen Quant, geb. ca. 1590, brouwer te Maarssen en diaken ald., tr. N.N.(mog. broer van Aeltje Juriaens). (49-1425, gerecht Maarssen) 1648: Cornelis Willems van Oostrum, t.b.v. Stoffel Juriaens Quant..

Hieruit:

a. Mogelijk: Jacob Stoffels, [knecht bij fam. Huydecoper], laat op 7 sept. 1636 te Maarssen onder de naam 'Anna' een kind dopen

b. Hillighie, ged. Maarssen januari 1622

c. Elchie, ged. Maarssen 16 febr. 1623

d. Geertruid, ged. Maarssen 8 mei 1624

e. Geertrui, ged. Maarssen 23 april 1626

f. Jan, ged. Maarssen 29 mei 1627

g. Jannetgen, ged. Maarssen 23 sept. 1632

h. Joriaen Stoffelsen Quant, was eigenaar van de tichelarij bij de valbrug te Zuilen, overl. 1651, tr. Maarssen 1638 Gerbrecht Lambrechts, overl. 1676, verm. 20-12-1653, 20-01-1655, wed. van Herman Cornelisz. Preit. Ook verm. 03-09-1648 om voor gerecht van Zuilen een plecht van 1900 gulden te vestigen op zijn tichelary te Zuilen. Ook 03-09-1648 verm. wegens het vestigen van een plecht van 1600 gulden op zijn huis en hofstede te Zuilen. Tevens verm. 20-04-1649 wegens door Jacob Jansz van Hasselt aan Joriaen te betalen achterstallige huur (60 gulden) van een huis en steenbakkerij te Zuilen.

Gerbrecht Lambertsdr. en Joriean Christiaansen Quant, krijgen octrooi om te testeren: 1639. Ook: Geertruid Lamberts, wed. (L 1634), en Juriaen Stoffels tot Zuilen, (L 1643). Ook verm. 17-04-1647 en 29-08-1648. Ook: Joriaen Stoffels Quant, gebr. 6 morgen [morgentalen Zuilen, 1643]. Erfpachten huis Zuilen (76, 222): 1647: Jurriaen Stoffels Quant: daer oostwaerts de gemene wagenwech, westwaerts het sandpad, suijdtwaerts Jan Claes erff, en noortwaerts sekeren uijterdijck naest gelegen is. Daarvoor, op 27 nov. 1646, is aan Juriaen hyptheek (verplichting tot betaling hoofdrente) verstrekt aan Diderik Mulard: onderpand 'seeker erff met een nieuwe huijsinge en verder getimmer soo groot en cleijn t selve gelegen is tot Suijlen eertijts gecomen van Cornelis Willems Neerdijcker daer oostwaerts den gemeene wagenwech, westwaarts het santpad, suijtwaerts Jan Claes erf en noordtwaerts sekere uiterdijck naestgelegen is'

Ook: (76, inv. 302): 22 juli 1648: transport voor gerecht Zuilen door en rentmeester van het Betlehem convent 't.b.v. Jurriaen Quant 447 roeden lants met huijsinge panhuis, getimmer en bepotinge (..) gelegen ten westzijde van de Vecht tot achter aan 't lant van de selve convente in voege 't selver met een sloot lijnrecht gescheijden is, daar Joriaen Stoffels Quant ten zuijden en den convente van Mariendaal ten noorden naast gelegen zijn.. Ook: (76, 302) 4 sept. 1648: Juriaen Stoffels Quant erkent schuldig te zijn aan mr. Johan Haelwech cannonnick te St. Marie 1900,- onder verband van de tichelarij huijzinge gelegen aan de westzijde van de Vecht daar ten zuijden Ansem Gerrits, noordelijk Arent van Nijvelt, strekkende uit de Vecht tot het lant van 't convent van Betlehem (afgelost 6 aug. 1726).

Ook: (76, inv. 302), 5 dec. 1649 transport voor gerecht Zuilen door wed. Juriaen Stoffels Quant van een hofstede aan westzijde Vecht naar Thijman Luiten Decker (met verwijzing naar transport op 22 juli 1648), strekkende uit de Vecht tot achter het land van den Convent te Betlehem daar de nakomeling van Maarten Geerlofs ten zuijden en hr. Joris van Nijvelt noordelijk naast geland en gelegen zijn.

Ook: erfpachten Huis Zuilen (76, 222) in 1651: Gerbrecht Lamberts, wed. Juriaen Stoffels Quant, erff lang 12 roeden breed 9 roeden. Jaarlijkse pagt 't jaar f 1:-, daer van outs suijdtwaerrts Cornelis Willems en noortwaerts den gemeine wech gelegen is (betr. het erf dat later de tuin is van het huis Diedrichsteijn); in de acte staat dat dit goed op 3 nov. 1636 door Lambert Gijsberts uit de nagelaten goederen van Fredrick Willems en zijn huisvrouw is gekocht welke nadien terstond door hem aan zijn dochter Gerbrecht Lamberts, dan wed. van Harmen Cornelis Preijt, is verkocht; de erfpacht gaat in hetzelfde jaar (1651) over naar jhr. Diderick Mulaerdt'. En: (76, inv. 302): 1649: Juriaen Quant: transport hofstede naar Timan Luijten Decker. (76, 302) 8 sept. 1647: transport aan Adam van Lockhorst van 'zeker parts lants met huijsinge boomgaart en toebehoren gelegen tot Suijlen langs de Vecht genampt de Kijkworp beginnende noordwestelijk van de Schelebrugh tot omtrent drie voeten in de huijsinge van Juriaen Quant toe, daar het Santpadt westelijk en de heer van Suijlen oostwaarts naast gelegen zijn.' Ook verm. in (archief Domkapittel 216, 3651): Rekeningen van Lekdijksrenten ten lasten van de geerfden, 1652: Gerbrecht Lambarts, 5 hontOok: (76, inv. 302): 'Uitstelling (..) tot vervallen van ongeleden (..) over jaer 1664: eerstelijk also den nabeschreven personen tot Suijlen woonachtig geen, immers weijnich, lants gebruiken: o.a. de wed. Juriaen Quant (3,-). (76, 302) 15 maart 1678: Jhr. Georg Ploos van Amstel transporteert huis en stalling westzijde Vecht aan de kinderen van Gerbrecht Lamberts, wed. Christoffel Quant.

Hieruit:

1. Neeltje Quant, ged. Maarssen 2 aug. 1640, tr. Zuilen 18-6/10-7-1670 Heyndrick Cornelis Plomp alias de Haas. Kinderen o.a. Lijsbeth

2. Jannichjen Juriaens Quant, tr. 1e Claes Cornelis van Ruyten, tr. 2e 1686 Christiaen Aelberts Vermaeck [in 1695 eigenaar Duynkerken], gedoopt Zuilen 9-3-1657, zoon van Aelbert Christiaens Vermaeck en Japickjen Joosten, tichelaar. Een broer van Christiaan, Joost, is eigenaar tichelarij aan de Rodebrug.

3. Stoffel, ged. Maarssen 31 maart 1639.

4. Cornelia, ged. Utrecht (Domk.) 23 juni 1642.

5. Christoffel, Stoffel Juriaens Quant, ged. Maarssen 5 mei 1644, begr. Zuilen 1688, tr. Grietgen Joosten Huysman. (76, inv. 302): 1677: Stoffel Juriaens Quant c.s transport tichelarij westzijde Vecht naar Stoffel Juriaens Quant [heeft betrekking op aantek. in zelfde stuk: '22 nov. 1677, Stoffel Juriaens Quant en Grietje Huijsman transporteren aan ten behoeve van Stoffel Juriaens Quant bij maaghluijden de tichelarije bewesten de Vecht daar de wed. Heijblom ten zuijden de heer Gerard Kijck ten noorden gelegen is']. (overigens blijft zijn moeder, Neeltje Egberts, ook nadien het bewind over de tichelarij voeren). (76, 302) 15 maart 1678: Stoffel Juriaen Quant c.s. transporteert huis en erf westzijde Vecht aan Jans Verschuur.

 

Dirck Mulaerd, laat te Zuilen het huis Diedrichsteyn bouwen (1651). Ondermeer verm. 27 nov. 1646, door Juriaen Stoffels Quant aan hem een hyptheek (verplichting tot betaling hoofdrente) verstrekt aan Diderik Mulard: onderpand 'seeker erff met een nieuwe huijsinge en verder getimmer soo groot en cleijn t selve gelegen is tot Suijlen eertijts gecomen van Cornelis Willems Neerdijcker daer oostwaerts den gemeene wagenwech, westwaarts het santpad, suijtwaerts Jan Claes erf en noordtwaerts sekere uiterdijck naestgelegen is'.

Erfpachten Huis Zuilen (76, 222) in 1651: overgang erfpacht, erff lang 12 roeden breed 9 roeden, jaarlijkse pagt ‘t jaar f 1:- gaat over naar jhr. Diderick Mulaerdt.

Ook: verlaring 13-10-1652 Willem Cooth over twee bruggen, de een van de waterweg en de ander van het Zandpad, gelegen voor het huis te Zuilen dt Dirck Mulaert toebehoord

 

Pieter Heijblom. (76, 302) 9 mei 1665: jhr. Gerard van Soudenbalch transporteert hofstede en 13 morgen westzijde Vecht aan Pieter Heijblom. (76, 302) 22 nov. 1677, Stoffel Juriaens Quant en Grietje Huijsman transporteren aan ten behoeve van Stoffel Juriaens Quant bij maaghluijden de tichelarije bewesten de Vecht daar de wed. Heijblom ten zuijden de heer Gerard Kijck (huis Zuileveld) ten noorden gelegen is. (76, 302) 20 mei 1670: Lambert van Oostveen transporteert twee woningen aan de westzijde Vecht bij de brug aan Pieter Heijblom.

 

Ende/Vlaminck/IJzerman

Claes de Vlaminck, geb. 1544, Hieruit:

Jacob Claesz. de Fleyming/van Rosendael, geb. 1575, tr. N.N. Hieruit:

1. Jan Jacobsz. IJserman/van Eynde, geb. ca. 1602, overl. na 1670, tr. ca. 1626 Adriaentje Claesdr. van Schaik/Rosendael, ver. in not. acte 21 sept. 1636. Ook verm. in 2e acte not. Houtman 21 sept. 1636 waarin Jan Jacobs van den Ende, Sijmon Gerrits en Peter Claes elk bekennen een bedrag schildig te zijn aan Willem Jans van Schaijk. Hieruit:

a. Bastiaen Jansz. van den Ende, overleden na 4 februari 1683, woont eerst in Zuilen, later in Veldhuizen, tr. 1e Fijgje Goverts, overleden rond 1671, tr. 2e 26 december 1675 Zuilen met Kuintjen Cornelis. (Zij was weduwe van Heijndrick Jansz.). Kinderen in 1708 in leven: Annigje, Marrigje, Deliaantje, Gerrit en een dochter die tr. met Steven Jansz. de Vries.

b. Claes Jansz.van den Enden/IJserman, geb. ca. 1627, tr. Zuilen mei 1652 Neeltje Peters, dr. van Peter Henrixs (halfbroer van Hendrik Aerts tichelaer) en Elisabeth Cornelis. Kind: Annigje (Zuilen 1652). Ook: (76, inv. 302): 1655: 'Aan ons quam in de gerechte Jan Aerts van Woerden voor hem selve en als momboir en voocht van Elisabeth Cornelis, onmondige dochter van Annesten Dirks halve zuster van Hendrik Aerts van Woerden ondernoemt mitsgaders over Petertgen Petersdr. van Peter Hendricx halve broeder van selve Hendric Aerts van Woerden, Claes Jans als getrout hebbende Neeltje Peters, Rijck Jans Palingh als man van Eva Hendricx, ieder voor een vijfde erfgenamen van Hendrick Aerts van Woerden, gewoont hebbende en overl. op Vijfhuijsen' (met verwijzing naar testament d.d. aug. 1645).

2. Gijsbert Jacobsz. van Rosendael, overl. na 1675 (wordt in dezelfde akte vermeld en in latere akten "van den End" genoemd). Hieruit:

a. Bastiaen Gijsbertsz. van den End/de Vlaming.

 

Aaron Duurkant, geb. ca. 1670, notaris bij het Hof van Justitie voor de Magistraat van de stad Utrecht. Eerder huwelijk ot/tr. 04/20-12-1693 met Aletta Kick ged. Utrecht (Buurkerk) 18-08-1675, dochter van Gerrit (Gerardus) Kick, advokaat en eigenaar van de buitenplaats Zuileveld, huwde te Loenen, na ot. Utrecht 21-05-1671 Mechtelina van Roijen, weduwe van de Leidse arts Lucas Walkier. (met dank aan Hein Vera http://home.wxs.nl/~vera0000/home.html ) Aaron was Schout te Blaricum, had in 1707 een onbetaalde rekening bij dokter Machiel Clement (RA NH ORA Laren 3238 07-07-1707) Daarnaast wordt Aaron genoemd in Ra Zuilen (oude nummering) 809-I f 209v 5-2-1730 als zijn erven Zuilenvelt te Zuilen verkopen. Gehuwd 21-07-1699 te Naarden met: Annetje van Nieuwkerk. Geboren ca. 1675. Niekerk of Niewkerke, woonde te Naarden in 1699.

 

Willem Hendriks de Haas. Geboren 22-09-1675 te Zuilen. Gehuwd 06-10-1700 te Zuilen met: Eerlijna Melis Rosenboom. Geboren 29-09-1678 te Zuilen. In de doopinschrijving staat, 'Eerlijntje dochter van Melis Cornelissen en Gerrigje Jans' (zie elders). Overleden 09-04-1709 te Zuilen op 30-jarige leeftijd,

Uit dit huwelijk:

1. Melis Willemse

2. Juriaen Willem Hendriks, geboren 04-02-1706 te Zuilen.

 

Heijndrik Cornelis. Geboren ca. 1650, overleden 02-11-1707 te Zuilen. Gehuwd met:

Neeltje Jurrians Quant. Geboren ca. 1650, overleden 14-06-1708 te Zuilen,

Uit dit huwelijk:

Jurien, geboren 01-10-1671 te Zuilen.

Willem Hendriks

 

Melis Cornelissen Rosenboom, herbergier, geb. ca. 1645 te Maarssen. Was dijkwachtplichtig (Lekdijk) op 12-11-1684 (1e beurt) en 02-01-1686 (2e beurt). Gehuwd 22-05-1669 te Zuilen met Gerrigje Jans Verschuur (waarsch. zuster Herman Jans Verschuur), ged. Westbroek 26 nov. 1646. Ook verm. in transportreg. gerecht Zuilen, 14 mei 1682: transport (door Barta van Steenbergen, wed, aan haar zoon William Teeckman): tichelarij (bij Daelwijck) erve en gront met de woninge daer aen behoren met de herberge (het Moriaenshooft) bij Melis Cornelis Roseboom bewoont worden ...'

Uit dit huwelijk:

1. Cornelia Melis, geboren 07-08-1670 te Zuilen.

2. Dirkje Melis, geboren 29-09-1672 te Zuilen.

3. Claes Melis, geboren 07-12-1673 te Zuilen.

4. Marrichjen Melis, geboren 09-11-1676 te Zuilen.

5. Eerlijna Melis, Eerlijna Melis Rosenboom, geb. 29-09-1678 te Zuilen (in de doopinschrijving staat, 'Eerlijntje dochter van Melis Cornelissen en Gerrigje Jans'), overl. 09-04-1709 te Zuilen, tr. .06-10-1700 te Zuilen Willem Hendriks de Haas, ged. 22-09-1675 te Zuilen (zie elders).

6. Grietje Melis , geboren 06-03-1681 te Zuilen. ot/tr 03-07/17-07-1703, Zuilen met Hubert Gijsbertse van Breuckelen . Overleden 11-09-1727 te Zuilen op 46-jarige leeftijd.

7. Marrichjen Melis, geboren 18-02-1683 te Zuilen.

8. Jan Melis, geboren 05-04-1685 te Zuilen.

 

Arris Jansz. (van Zuijlen?), geb. ca. 1565, huurder (vermeld 1625-1629) van de tichelarij (eigendom Betlehem...), de heer van Zuilen is borg voor en betaalt deze huur (aan Dirck Jacobs van Velthujsen, rentm. Bethlehem...); Op 20 dec. 1625, door heer van Zuilen: 'Aris Jans: tichelaer tot Zuijlen', van hem in huijre aengenomen 5 morgen bauw en weijlandt geleegen soo over als binnendijks achter zijn tichelarije, voor 4 jaar', en 'van hem gehuijrt seecker cleijn bogertgen staende aen 't noorteijnde van zijn werck, voorden tijd van sess jaeren', mog. ca. 1629 overleden (grootboek huis Zuilen 1628, 1629: 'Arris Janss, tichelaer tot Zuijlen. Nu sijn soonen sijn schuldicg'). Arris Jans was in 1621 schepen te Zuilen, samen met Jan Claes (76, 10-2). Waarsch. zelfde als Andries Jans (die woonde in en eigenaar was van het huis genaampt de Rode Leuw aan de oostzijde van de Vecht te Zuilen: 76, 89), waarvan een dr. (Neeltgen Andries) tr. met Jacob Jans. Waarsch. identiek aan de vader van Cornelis en Jan Adriaen van Zuylen die aan de Rodebrug wonen. Mog. zelfde als Adries Jansz, woont Woerden, pannebakker, verm. not. Woerden 24-05-1609. Mog. broer van Jan Jansen Ticchelmaker, tot Zuijlen, geb. ca. 1570 en Claes Jans, en Pons Jans die Leeuw.

Hieruit:

1. Cornelis Arrisz. (van Zuijlen), geb. ca. 1600-1605, in 1627 samen met zijn broers Ardriean en Jan vermeld als borg voor zijn vader Arris Jansz . Cornelis betaalt in 1628 zijn deel, en in 1629 in stenen. Zelfde als Cornelis Andriesz van Zuylen, overl. voor 1664, woont Hogelande, tr. Maeygen Jans van Odyck. Ook not. 31 juli 1659: 'Harmen Claes van Ghij.weert, Cornelis van Zuijlen (tekent merk: gespiegelde 4: not. acte 1659) en Jan Jans van Zuijlen, allen wonende int gerecht van hogenoort'. Mog: Cornelis Arris Coij tot Zuijlen, verm. 1642-1648 wegens huur 'cleijn huijsje tot Zuilen, laatst bewoont door Marcus Gode; in 1646 en 1648 wordt de huur betaald door Trijntje Willems 'op de steenoven' (Manuaal 1619/1659 Huis Zuilen). Mog. zelfde als Cornelis Cootten die in 1651-1653 hetzelfde huisje huurt. Mog. zelfde als Cornelis Adriaens, gebr. 2 hond [oudschildgeld over Zuilen 1656].

2. Adriaen Arrisz, geb. ca. 1595, in 1627 samen met zijn broers Cornelis en Jan vermeld als borg voor zijn vader Arris Jansz, betaalt in 1628 zijn deel. Mog. zelfde als verm. (76, 66), 4 maart 1631 'voor last van Adriaen Adriaens poortier betaelt aan Henrick Peters weert twee gulden van 't bijtbier': Kan ook Verkerck zijn. Ook: 76, 302: 1664: vervallen ongelden personen te Zuilen die weinig land gebruiken: 'Adriaen Adriaens'

3. Jan Arrisz. (van Zuijlen), geb. ca. 1590, in 1627 samen met zijn broers Cornelis en Adriean vermeld als borg voor zijn vader Arris Jansz, in 1629 wordt zijn deel door Hermen Preijt betaald ('voor rekening van Jan Arris'). Manuaal 1619/1659 Huis Zuilen: Jan Arris tot Zuijlen, verm. 1620-1625). Ook: Jan Aerts (tekent merk: vierkant), ondertekent rekest 1649 als gemeintelid van Zuylen'. Zelfde als Jan Adriean van Zuylen, tichelaar, die aan de Rodebrug woont (tekent merk: vierkant; heeft ook broer Cornelis), verm. 01-01-1651, 05-12-1651 (in register vermeld als Jan Andriess van Zuylen in de wandeling genaempt Jan Ariss), 28-05-1663, 10-01-1664. 28-04-1677, 12-05-1668, 9-11-1674, tr. Adreantje Peters (tekent merk: kruis), overl. Utrecht 1671, hieruit: Peter Jans van Zuijlen (zie hierna).

Mog zelfde als Jan Adriaen van Zuijlen, begr. Utrecht 1682 woont dan Rodebrug 'laat na mondige kinderen', verm. 10-01-1664. 12-05-1668, 9-11-1674: Jan Andriess van Suylen, tichelaer, woont in 1655 Roodebrugge, vermeld in 1667 samen met Peter Egberts van Wensveen in overeenkomst namens tichelaars Rodebrug met Jan Franse en Jan Jans Fock namens Tichelaars Buiten Stad Utrecht, ook verm. 2-8-1684 en, 21-10-1667, 13-11-1664, 9-11-1674 (2x) en 30-05-1664, en 21-10-1667, tr. (ca. 1630) Adreantje Peters, overl. Utrecht 1671 ('huisvrouw van Jan Andries van Zuijlen, bij de Rodebrug, laat na mondige kinderen': dus kinderen geb. tussen 1630-1645). Ook: 13-05-1670: Jan Ariss van Zuylen (Jan Andries van Zuylen), verm. in acte samen met Peter Egbertss (van Wenstveen): tegen het niet afgraven van 5 morgen land (waarschijn. zelfde als 12-5-1668: Jan Adriaenss, getr. met Adriaentgen Peeters, tichelaer aen de Rodebrugge).

Mog. ook zelfde als verm. oudschildgeld over Zuilen 1656 (maar niet morgentalen 1643) als Jan Adriaense ten Dael, verm. samen met anderen, i.v.m. land en ticheloven op land Convent ten Dael. Waarsch. niet zelfde als Jan Aerts van Woerden.

4. Gijsbert Arriësz. (van Zuijlen), geb. ca. 1600, tekent merk (vierkant met schuine streep door het midden; en tevens gespiegelde 4), betaalt in 1630 2x een deel van de door Arris Janss aangegane huur tichelarij. Gijsbert Adriaens wordt in 1662 verm. als get. en tichelaar te Zuilen in cassatiezaak bij het Hof van Utrecht samen met zijn zoon Gijsbert Gijsberts van Zuijlen. Tevens: Ook: Convent van de Dael, huis en boomgaard, gebr.: Gerrit Proeijt, nu eigenaars/gebruikers: Beerent Huijgens, Jacob Cornelisse Schoenmaker, Gijsbert Andriesse. En: (76, inv. 302): 1655: Gijsbert Andriaens: transport huis en erf naer Gerrit Jacobs. Ook: (76, inv. 302): 'Uitstelling... tot vervallen van ongeleden...... setter (vijf schepenen) over jaer 1664: eerstelijk also den nabeschreven personen tot Suijlen woonachtig geen, immers weijnich, lants gebruiken: o.a. Gijsbert Andries (1,-). Gijsbert Andries, tr. Elisabeth Gijsberts (tekent merk: kruis). (76, 302): Jan Cornelisz transporteert op 1 febr. 1658 'een steegjen' aan de oostzijde van de Vecht aan Gijsbert Andries. (76, 302): Barend Huijgens transporteert op 15 juli 1659 een erfje aan de oostzijde van de Vecht aan Jacob Cornelis die op dezelfde dag een huis aan de oostzijde van de Vecht transporteert aan Gijsbert Adriaens. Gijsbert Andries treedt in dec. 1665 (protocol gerecht Maarssen) mede als gemachtigde van Gijsbert Jans van Breukelen op. Mog. dezelfde: (76, 302), 1663: Gijsbert Adriaens Boelhouwer transport huis in het dorp Zuilen oostzijde Vecht aan Dirck Dircks van Gerden (Serdam). (76, 302) 27 maart 1668: Gijsbert Andriesz transporteert huis oostzijde Vecht aan Jan Aertsz. Hieruit:

a. Gijsbert Gijsberts van Zuijlen, in 1662 tichelaar te Zuilen, geb. ca. 1625, begr. Zuilen 22-1-1695: Gijsbert Gijsbertss, tekent merk (in 1662 een vierkant; tekent ook met een kruis), zoon van Gijsbert Adriaens en Elisabeth Gijsberts ( not. 2 juli 1652), tr. 1652 Jannechgen Claes van Meenen (begr. Zuilen nov. 1715: Jannigje Claas van Meenen, wed. Gijsbert Gijsbertsz), dr. van Claes Jacobs van Meenen, verm. 21-05-1667 (woont dan Zuylen, aen de brugh), ook verm. not. acte juli 1652 (not. Zwaerdecroon): huw. vw., Reijer Jacobs van den Brenck is dan zijn 'bedingman'. Ook verm. in 1662 als get. samen met zijn vader bij cassatiezaak Hof van Utrecht, ook genoemd in (76, inv. 302): 'Uitstelling... tot vervallen van ongeleden...... setter (vijf schepenen) over jaer 1664: eerstelijk also den nabeschreven personen tot Suijlen woonachtig geen, immers weijnich, lants gebruiken: Gijsbert Gijsberts tichelaar (3,-). Ook verm. 76, inv. 110):1655: Geerlof van Eijck, tichelaar tot Zuilen, dan verm. i.v.m. verrekening huishuur met door hem te betalen salaris aan Gijsbert Gijsberts. Idem 16-12-1665. Gijsbert woonde te Zuilen aan de oostzijde van de Vecht: 09-11-1677, ligging onroerend goed: oz wegh, belendingen onroerend goed: voor: dyck; achter: erff Dirck Janss; zw: Ghysbert Ghysbertss; nw: naesaet van Jan Pas. Hij heeft zusters: Anna van Zujlen en Lucia van Zuijlen, en dr. Geertruid van Zuijlen. Gijsbert Gijsbertsz wordt op 08-04-1678 verm. als erfgenaam van zijn vader wegens verkoop van een huysinge en hoff, de Dyck, te Zuilen (met verwijzing naar een plecht van 600 gulden d.d. 27-03-1668 voor het gerecht van Zuilel).

Hieruit

a. mogelijk: Maria Gysberts genaamt van Zuylen [tekent met een merk, kruis], verm. 09-08-1722, woont dan Zuilen.

b. Anna van Zuijlen

c. Lucia van Zuijlen

5. Waarsch.: Neeltgen Andries, geb. ca. 1587, tekent merk (vierkant), dr. van Andries Jans (die woonde in het huis genaampt de Rode Leuw aan de oostzijde van de Vecht te Zuilen: 76, 89), woonde regulier te Zuilen, tr. Jacob Jans (zie hierna).

6. Waarsch.: Gerrit Arisz van Zuijlen, geb. ca. 1610, tichelaar, overl. na jan. 1683 (is dan ziek: tr.boek Zuilen), woont in 1642 en 1644 op het tichelwerk te Maarssen (doopboek Maarssen, 1642: Gerrit Arisz., wonende op het tichelwerk van Jan [Jacobsz.] Preit), tr Brechje Thijssen, tekent merk (kruis), overl. na jan. 1683, verm. 06-09-1681 (echtpaar woont dan te Maerseveen). Hieruit:

a. Jannichje Gerrits, geb. ca. 1638 (mog. zelfde als verm. in doopboek Maarssen 8 jan. 1638: 'het kint van een man van Suijlen genaempt Anna'), verm. 06-09-1681 als get.

b. Trijntje, ged. Maarssen 1640 (vader: Gerrit Arris van Zuijlen)

c. Neeltje, ged. Maarssen 1642 (vader: Gerrit Arisz., wonende op het tichelwerk van Jan [Jacobsz.] Preit), tr. Zuilen 20 jan. 1683 (get. Breghje Thijssen, haer moeder, wegens onpasselijkheid haar man, die concent per briefje) Dirck Cornelis, wonende te Zuilen? Neeltje laat op 26 april 1674 een (buitenechtelijk) zn. onder de naam Jacobus dopen ('moeder is do. v. Gerrit Arissen in het gras, de vader niet bekent zijnde, ten doop gepres. door Hilligje Brughwaghter'), en op 9 juni 1679 een zn. onder de naam Cornelis (een kint van een vader &c., get. Brechje Thijsse). Neeltje Gerrits en Dirck Cornelis laten te Zuilen dopen: Hermen (1687), Gerrit (1688), Annighjen (1689).

d. Rebecca, ged. Maarssen 1 jan. 1644 (vader: Gerrit Arris op het tichelwerk).

7. Mogelijk: Bastiaen Ariensz., onderhouden door de diakonie, overl. 1679, heeft zuster Geertuid Adriaens

 

Jan Andriesen (van Zuilen, zoon van Arris Jansz: zie hiervoor), Jan Aerts, geb. ca. 1590, tekent merk (vierkant), tr. Adreantje Peters.. Zie hiervoor (zoon van Arris Jans). Jan Andriess wordt op 06-06-1655 constitueerd door zijn schoonzoon

Cornelis Gerrits Mostert om van Willem Cooth, gemachtigde van Adam van Lockhorst, de tichelarij het Nieuwe Werck (Duynkercken) in Zuilen te huren. Op 28-05-1663 wordt Jan Andries van Suylen verm. wegens beeindiging door zijn schoonzoon Cornelis Gerrits Mostert van de huur van een huis en tichelarij aan de Rodebrug, Jan Andries van Suylen is dan borg en zal de schuld aflossen en Cornelis zal verder als knecht van Jan Andriess blijven werken. Jan Andriess van Suylen verm. 28-04-1677 wegens voldoening van een plecht van 2000 gulden op een huis met tichelarij opde zuidhoek van de Rodebrug waarvan hij eigenaar is geweest.

Hieruit:

1. Gerrigje, Gerrigje Jans (van Zuijlen), verm. 01-03-1687 als kind van Jan Andries van Zuylen, tr. Cornelis Gerrits Mostert (Jan Andriesse wordt in 1655 en 28-05-1663 als zijn schoonvader verm. (76, 171)

2. Peter Jans van Suijlen, [tekent Peter Jans van Suylen], geb. ca. 1615, overl. na 1693, tr. Jannichgen Meertens (zuster van Claertgen Meertens van Eyck?), wonen in 1641 in Zuijlen. verm. 20-01-1667, 8-10-1675 en 4-9-1675 en 12-7-1693: Peter Jansz van Zuylen, tichelaar, woont in 1675 te Zuylen, woont in 1691 en 1693 Rodebrugge [handtek.zelfde]. Mog. zelfde als verm. grafboek Maarssen 1652-1655: vercocht aen Pieter Jans ondermeester bij Sr. van Graeff (ook doopboek Maarssen 9 aug. 1635: het kint van Pieter Jans genaemt Abraham, present juffrou Grotenhuijs). Peter is een zoon van Jan Andriesse van Zuijlen aan de Rodebrug: in een not. akte 08-10-1675 m.b.t. een bedrag dat Peter samen met Cornelis Gerrits Mostert (tr. dr. Jan Andriesse) verschuldigt is aan Isaack Elles, coopman te Dordrecht, noteert de notaris: 'NB. te gedencen bij aldien Jan Arissen van Zuijlen aen de Rodebrugge mochte komen testeren sulx bekent te maacken aenden heer Elles te Dordrecht'. Peter Jans van Zuijlen, op 08-10-1675 'tichelaar tegenwoordig wonende tot Zuijlen' verbruikt in 1672 'in compagnonschap' met Cornelis Gerrits Mostert ('tegenwoordig tichelaarskengt aan de Rodebrug') een partij lood waarvoor zij 'samen als principaal en int geheel schuldig zijn 700,-'. In 1667 door Neeltje Gerrits, wed. Gijsbert Wouters (woont Hogelande) samen met Aaron Cornelis Duerkant tot voogd van haar onmondige kinderen benoemd. In 1675 verm. samen met Jan Eldertss [Verschooff], tichelaer te Maersen en Gerbrecht Lamberts, wed. Joriaen Stoffellss Quant, m.b.t. van afgraving van stuk land te Vleuten. Neeltje Egberts verhuurt voor 1677 de tichelarij 'op Duijnkerken' aan Peter Jans (van Zuilen): verm. U75a1-559, d.d. 14-4-1677 (dan wordt de tichelarij door Gijsbert Jans van Breukelen gehuurd). Ook: 8-10-1675: Peter Janss van Zuylen, tichelaar, woont Zuylen, verm. wegens schuld vanwege geleverd lood. In 1693 wordt Peter Jans van Zuilen samen met Cornelis Teunis Swanick verm. over gedrag van Fredrik van Bemmel, koster. Ook verm. 29-12-1691, samen met Hendrik Willemsen Brey en Willem Hendrikss Brey (hovenier) vanwege het samen in huur aannemen van een huis en hof, woont dan Rodebrug.

Hieruit:

i. Marijchgen, ged. Utrecht (Jac.k.) 19 dec. 1641 [Huybert Jans van Zuijlen heeft ook kind met die naam]

ii. mogelijk: Neeltie Peters van Zuijlen, tr. 13-04-1689 (oud rooms, par. Buiten de Weerd) Willem Hendriks Breij, hovenier, woont bij de Rodebrug, verm. 29-12-1691: rel. met Peter Janss van Suylen: vader? en Hendrik Willemsen Brey die Rodebrug woont (waarsch. schoonvader). Mog. zelfde als: Neeltje Peters van Zuijlen, wed. Dirk de Groot, woont Lauwenregt

iii mogelijk: Eigie, het kind van Pieter Jans steenbacker, ged. 29 sept. 1650 (doopboek Maarssen): moet zelfde zijn als verm. grafboek Maarssen 1652-1655: vercocht aen Pieter Jans ondermeester bij Sr. van Graeff

iv. mogelijk: Jacob Pieterss van Suylen, schipper, verm 19-12-1692: woont Rodebrugge (Jan Meertensen van Vyffhuysen is borg voor hem). Waarsch. zelfde als: tr. (parochie Buiten de Weerd)17-11-1683 Jacob Peters van Suijlen : Wijntje Mertens van Vijfhuijsen getr.. Kinderen van Jacob Piterse van Zuijlen worden in 1684 en 1687 te Utrecht begr. Een Jacob Peters, afk. van Zuijlen, wordt in 1683 aangenomen als nieuw burger van Utrecht.

v.Andries Peters van Zuylen, Andries Peters, (waarsch. een zoon van Peter Jans van Zuijlen), geref. Begr. Zuilen 30-3-1705, Huwde Stijntje Cornelis. Kinderen:

1. Mariechjen ged. Zuilen 30-1-1681

2. Theunis ged. Zuilen 8-1-1682

3. Gerrit ged. Zuilen 28-9-1684*

4. Cornelis ged. Zuilen 27-6-1686

5. Aeltgen ged. Zuilen 22-1-1686*

7. Dirck ged. Zuilen 27-9-1691

8. Jacob ged. Zuilen 8-8-1695

 

Jan Aris Bor. (76, 302): 22 febr. 1651: Anna van der Burch, wed. Pieter Bor c.s, transport aan Dr Jan Bor een huijs en 5 morgen aan de westzijde Vecht. (76, inv. 382): 1651: Reijer Jacobs en Thonis Harmens Schijff, borgen voor Jan Aris Bor bij koop grond te Maarsseveen.

 

Jan Arijszen, geb. ca. 1595, tr. Metgen Jans (overl. na. 1658), wonen in 1627 'in 't gerecht van Suijlen'. Waarsch. niet dezelfde als Jan Andries van Zuijlen (tr. Adreantje Peters). Ook: (76, inv. 89): dec. 1658: 'verklaren ....reden van wetenschap daarbij respondenten van jongs op inde voorn. dorpe van Suijlen gewoont en aldaer opgegroeid: Matgen Jans (tekent merk: vierkant). Hieruit:

1. Lingis, ged. Utrecht (Jac.kerk) 4 juli 1627

 

Aert N (Van Woerden? Niet dezelfde als Arris Jans tichelaer), geb. ca. 1560, tr. N.N. (wed. of hertr. Hendrik N.: Hendrik Aerts heeft als halfzuster [verm. not. acte 3 jan. 1654] Jeffgen Henrix en Annechen Henrix en als halfbroer Peter Henrixs; zij zijn zelfde als verm. in 1655 (zie hierna) als Eva Hendricx, Annesten Dirk en Peter Hendricx: in 1655 samen met Jan Aerts erfgen. van Hendrik Aerts, dus geen fam. van Jan Andries van Zuijlen en Arris Jans tichelaer). Hieruit:

1. Jan Aerts van Woerden, zelfde als Jan Pasch, geb. ca. 1590, geref., overl. voor 1676. Ook: 20 roeden lants, van Gijsbert Lamberts; nu eigenaars en bruijckers Jan Aerts van Woerden & Gerrit Jacobs [morgentalen Zuilen, 1643]. Ook: 76, manuaal 1619-1656: 1653: Cornelis Willems 450,- en Jan Aerts 140,-. Ook: Jan Aertsz van Woerden, woont Zuilen, verm. not. Woerden 21-08-1654 als gemachtigde. (76, 302) 27 maart 1668: Gijsbert Andriesz transporteert huis oostzijde Vecht aan Jan Aertsz. Ook: 19-03-1676: t onroerend goed: Suylen: nw: naecomelingen Jan van Woerden. Ook: 19-03-1676: oz. gemene weg, zw. Ghysbert Ghysbertss, nw: naecomelingen Jan van Woerden (transport zelfde onroer.goed verm. 09-11-1677, ligging onroerend goed: oz wegh, belendingen onroerend goed: voor: dyck; achter: erff Dirck Janss; zw: Ghysbert Ghysbertss; nw: naesaet van Jan Pas). Ook: (76, inv. 302): 1655: 'Aan ons quam in de gerechte Jan Aerts van Woerden voor hem selve en als momboir en voocht van Elisabeth Cornelis, onmondige dochter van Annesten Dirks halve zuster van Hendrik Aerts van Woerden ondernoemt mitsgaders over Petertgen Petersdr. van Peter Hendricx halve broeder van selve Hendric Aerts van Woerden, Claes Jans als getrout hebbende Neeltje Peters, Rijck Jans Palingh als man van Eva Hendricx, ieder voor een vijfde [dus geen fam. van Jan Andries van Zuijlen] erfgenamen van Hendrick Aerts van Woerden, gewoont hebbende en overl. op Vijfhuijsen' (met verwijzing naar testament d.d. aug. 1645). Hieruit:

a. Dirck Janss, Dirck Jans van Woerden, geb. ca. 1620, tekent merk (vierkant), verm. 28-12-1676, 09-11-1677: husyinge erve en gront, oz dyck: achter: Dirck Janss: zw: pastorye van Suylen: andere zyde: Gerrit Janss, backer. Zelfde als verm. 76, 222: pag. 53v: Dirck Jans van Woerden, 1659: ten versoeke van Baernt Huijgen van Cuijl, wonende tot Zuijlen, ten behoeve van Dirck Jans van Woerden, wonende tot Zuijlen (en sijn huisvrouw) een boomgaard in het dorp van Zuijlen (waar zuidwaerts den kercke of capelle goederen gelegen sijn). Dezelfde erfpacht gaat in 1684 over aan Willem Jacobs Schipper: (76, 153) 1684: Willem Jacobs Schipper (Schijff) tot Suijlen in plaets van Dirck Jans huur huijsinge en erve tot Suijlen. Ook: (76, inv. 302): 1655: Gerrit Jacobs: transport huis en erf naar Dirck Jans. Waarsch. zelfde als: Dirck Janssen, getr. met Truijchjen Jans, wonen 'tot Zuilen', laten op 5 april 1646 een zoon 'Arijen' te Utrecht dopen. En waarsch. zelfde als in de boedelbeschrijving 1693 Jan Aris van Cooten mbt de obligatie uit 1660: Jacob Cornelissen van Zuijlen als principael, mitsgaders Dirck Jansz en Cornelis Jacobsz.

Hieruit:

i. Annetje Dirks van Woerden, op 1698 verm. in 76, 222 m.b.t. erfpacht zelfde erf als aan haar vader in 1659 verleend. Zal zelfde zijn als Annichje de Haas, dr. van Dirk Jans, begr. Zuilen 4-11-1710, tr. Willem Jacob Schijff, geb. ca. 1634, rk schipper

2. Hendrik Aerts Tichelaers, Hendrik Arisz., tichelaar op Vijfhuijzen, Hendrik Aerts van Woerden, geb. ca. 1590, geref., overl. 11 okt. 1653, woonde op Vijfhuizen 1644-1653 (heeft een nicht Neeltje Henricas. die in 1653 bij hem woonde, mog. zelfde die tr. Jan Loeven Ruiten), tr. Neeltgen Jans, overl. na okt. 1653, verm. als wed. van Hendrik Aerts Tichelaar 26-11-1653. Ook: Hendrick Aerts, ouderling, in 1654 overl. [kerk.r. not.]; Hendrik Aerts van Woerden, gebr. 8 morgen [morgentalen Zuilen, 1643]; Convent van de Dael, 12 morgen + tichelarij, gebruikers: o.a. Hendrick Aerts. [morgentalen Zuilen, 1643]; Henrick Aerts & Jan Hartman, eigenaars/gebruikers 4 morgen [morgentalen Zuilen, 1643]. Ook verm. in (archief Domkapittel 216, 3651): Rekeningen van Lekdijksrenten ten lasten van de geerfden, 1652: Hendrick Aerts, 12 morgen. Ook: (76, inv. 302): 1655: 'Aan ons quam in de gerechte Jan Aerts van Woerden voor hem selve en als momboir en voocht van Elisabeth Cornelis, onmondige dochter van Annesten Dirks halve zuster van Hendrik Aerts van Woerden ondernoemt mitsgaders over Petertgen Petersdr. van Peter Hendricx halve broeder van selve Hendric Aerts van Woerden, Claes Jans als getrout hebbende Neeltje Peters, Rijck Jans Palingh als man van Eva Hendricx, ieder voor een vijfde [dus geen fam. van Jan Andries van Zuijlen] erfgenamen van Hendrick Aerts van Woerden, gewoont hebbende en overl. op Vijfhuijsen' (met verwijzing naar testament d.d. aug. 1645). Op 3 jan. 1654 wordt door Not. Zwaerdecroon de boedelinventaris t.b.v. Neeltgen Jans, wed. en boedelhoudster wegens het overl. van haar man Hendrick Aerts tichelaer tot Suijlen opgemaakt (eveneens met verwijzing naar testament d.d. aug. 1645 waarin als zijn erfgenamen worden aangewezen: zijn broer Jan Aerts, zijn halfzusters Jeffgen Henrix en Annechen Henrix en zijn hafbroer Peter Henrixs (tr. Elisabeth Cornelis, hieruit Neeltje Peters en Petertje Peters); uit de boedelinv. blijkt tevens dat het echtpaar twee dienstmaagden had.

Hieruit:

1. Merrichen, ged. Utrecht (Jac.kerk) 29 okt. 1620

 

Peter Hendricks. Ook verm. in (archief Domkapittel 216, 3651): Rekeningen van Lekdijksrenten ten lasten van de geerfden, 1652: Peter Hendricks, 2 morgen. Mog.zelfde als Peter Hendricx halve broeder van selve Hendric Aerts van Woerden (zie hiervoor).

 

Joost Jans, castelein op het huis te zuilen (L 1646), doop kind 'Jan' 1649. Joost Janssen, ondertekent rekest van de schout 'en gemeinteleden van Zuylen' aan de Staten van Utrecht d.d. febr. 1649, aangaande verzoek tot aanstelling predikant (arch. herv.kerk Zuilen).

 

Joost Theunis, geb. ca. 1590, (zie elders). Hieruit:

a. Jannichjen Cooten, tr. Andries Elderts Verschooff, geboren ca. 1625, geref., kan tekenen. Jannichjen Cooten (wordt onderhouden door de diakonie, in 1676 en 1677 verm. in diakonieboekje), verm. 29-10-1664 (wegens schuldbek., borg: Goossen Gerritss van de Weteringh, grutter, woont de Weerde). Ook: Verm. 1677 not. kerk.r.: Jannigje Coten, huisvr. van Andries Elderen verm. wegens 'onlusten' met Neeltje Cooten (wegens geld versproken door Willem Joosten van Coot sal.). Kind: Willem (1657), Cornelia (1665)

b. mog.: Japickjen Joosten, tr. Aelbert Christiaens Vermaeck

c. Maijchjen Joost, geb. ca. 1625, dr. van Joost Teunis, tr. Zuilen 4 dec. 1653 (get. haar broer Willem Joosten en zijn oom Willem Jansz) Aert Claes van Schaijck, geb. ca. 1625, tichelaar tot Zuilen.

d. Willem Joosten Cooth, geb. ca. 1620, overl. voor 1661, tichelaar te Zuilen [1649, 1651, 1655], schepen in 1658 (76, inv. 302). Ook: (76, inv. 302): dec. 1661: Neeltje Egberts, der wed. van sa: Willem Joosten Cooth. (76, 302) 8 nov. 1661: Cornelia Egberts, wed. Willem Cooth, transporteert 200 roeden westzijde Vecht naar Cornelis Elberts Spruijt. (76, 302): okt. 1648: Gijsbert Frederick, transport tichelarij aan Willem Joosten Cooth; verm. 13-10-1652 over twee bruggen, de een van de waterweg en de ander van het Zandpad, gelegen voor het huis te Zuilen dat Dirck Mulaert toebehoord. Ook verm. in 1652 wegens levering voor fl. 104,- pannen voor de bouw van het schoolhuis te Zuilen (76, 147), in 1655 diaken [kerk.r. not.], tr. Westbroek 10 jan. 1647 Neeltgen Egbertss (Wttenbogaert): Willem Joosten j.m. ende Neeltien Gerrits j.d. beijde van Zuijlen volgens attestatie van Zuijlen. Kapittel St. Jan, 222, 592: stukken d.d. 1656-1660 wegens verkoop van een stuk land op de Swesereng aan Willem Joosten Cooth. Verm. op kaart 1665 Zwesereng (kaartboek Kapittel St. Jan): Willem Cooth: Kapittel St. Jan, 222, 176-1 en 176-2: Neeltje Cooth, steenbackster tot Suijlen, wegens pacht van 2,5 morgen af te graven land op de Swesereng,ingegaan op petri 1665, voor de duur van 46 jaar (de pacht wordt voor 1690 bet. door de kinderen van Neeltje Cooth); vanaf 1675 tot 1681 wordt Neeltje Cooth verm. als steenbackster te Vijfhuijsen, maar niet daarvoor in 1674 en daarna vanaf 1682. In de lijst van Dijkwachtplichtigen Lekdijk wordt de 'wed. Cooth' van 1674 t/m 1683 verm. Neeltje wordt ook in 1670 verm. als wed. Willem Joosten Cooth,: steenbackster op de steenoven tot Suylen, begr. 23 sept. 1688 als 'Nelte Kootte', dr. van Aeltgen Peters van Ommeren. Neeltje Egberts, wed. van Willem Cortencooth koopt in 1681 van de heer van Zuilen de afgrift van land (inv. 76, nr. 360). Willem Joost van Coot tot Zuijlen huurt/heeft 1655-e.v. tichelarije genaempt 'het nieuwe werck' over de Vecht: Manuaal 1619/1659 Huis Zuilen. Willem Joosten Cooth: octrooi testeren: 1661. Willem heeft mog. broer: Cornelis Cootten, verm. 1651-1653. Rekest van de schout 'en gemeinteleden van Zuylen' aan de Staten van Utrecht d.d. febr. 1649: Willem Joosten (niet op kopie verm., wel op orgineel). (76, 68): half hont lant eigenaar Willem Joosten, gebruikt Jan Jans Fock. (76, 302: transporten gerecht Zuilen), 28 dec. 1661: overdracht door Kapittel St. Jan van 2 morgen en 167 roeden onafgegraven land en 1 morgen en 562 roeden afgegraven land gelegen op de Zwesereng aan Neeltgen Egberts, wed. Willem Joosten Cooth. Ook: 1661: kaartboek kapittel st jan: de wed. van Willem Cooth aangeland, haaks op lage weidse dijk. Kapittel St. Jan, inv. 222, nr. 835 (rek. wegens verkoop afgrift land te Zuilen, 1661/1667): 'aan Neeltgen Coot op 9 okt. 1663 afgrift vercocht'. Waarsch. verhuurt Neeltje de tichelarij Duijnkerken in 1664 aan Jan Frans, en ca. 1675 verhuurt Neeltje de tichelarij Duijnkerken aan Peter Jans van Zuilen, en in 1677 aan Gijsbert Jans van Breukelen. Ook: Verm. 1677: Jannigje Coten, huisvr. van Andries Elderen verm. wegens 'onlusten' met Neeltje Cooten (wegens geld versproken door Willem Joosten van Coot sal.) [kerk.r. not.]. Willem Joosten wordt samen met Jan Frans verm. als eigenaar van boomgaard en erf te Zuilen [oudschildgeld over Zuilen 1656]. Tevens samen met Jan Jans Fock eigenaar/gebruiker 1/2 hond land [oudschildgeld over Zuilen 1656]. En: (76, inv. 302): 1661: wed. Willem Coorth: transsport tichelarij naar Jan Jans Fock. Ook: Neeltge Cooten, woont Zuijlen, verm. not. Woerden 19-05-1674 als erfgenaam gemachtigde bloedverwant. Ook: (76, inv. 110): Bij Willem Joosten Coot overleijt (factuur betr. levering van stenen), d.d. 1655, 1656, 1657. Ook verm. 1654 (76, 719): lening door de heer van Zuilen van 400,- aan Willem Joosten Coot. Willem Cooth verhuurt op 16-10-1658 de tichelarij Duykercken aan Jan Jans van Luesden (deze huur wordt op 08-01-1659 beeindigt). Daarna, op 01-08-1659, verhuurt Willem Cooth de tichelarij Duynkercken aan Gerrit Jacobs. Ook verm. 15-06-1663 i.v.m. attestatie over de deugdelijkheid van rekeningen van steenkoper Willem Cooth te Zuilen (vanwege het werk aan de muur van het Paushuysen).

Hieruit:

1. Geertruijt van Cooth, geb. ca. 1660, dr. van Willem en Neeltje Egberts, huwde 1e 17-5-1684 Jan van Hernen, dr. van Aryen Peters van Hernen, overl. 1685

2. Maria van Cooten, ged. Zuilen 10-11-1655, overl. 28-11-1731, dr. van Neeltje Egberts en Willem Joosten Cooth, tr. Zuilen 5/27-4-1689 Hendrick Berendsen van Wamel (halfbroer van Lysbeth Berends), koetsier van de heer van Zuilen, steenbakker in Zuilen, in 1689 vermeld i.v.m. koop Duynkerken, begr. Zuilen 21-12-1702

3. Joost Willems van Coot, ged. Maarssen 1649, verm. 14-4-1677 (woont dan te Utrecht), in 1678 diaken te Zuilen (kinderboekje diakonie), ook verm. 2-11-1700 (woont dan te Arnhem) tr. met Mariegjen Teunis. Echtpaar in 1679 get. bij tr. Claes Aerts van Schayck te Zuilen. Zelfde als: Joost Willems van Cooth x Grietjen Jacobs Rijsselborgh, dopen Zuilen 1682 kind Willem. Joost werkt later op de steenoven te Breukelen (begr.boek Maarssen)

4. Egbert, ged. Maarssen 1651

5. Pieternella, ged. Zuilen 1653

6. Maria, ged. Zuilen 1655

7. Cornelia, ged. Zuilen 1658

 

Cornelis Cootten, verm. 1651-1653, huurt dan 'cleijn huisje tot Zuijlen' (voorheen gehuurd door Cornelis Hendriks): Manuaal 1619/1659 Huis Zuilen

 

Mechteld Cooten, verm. 1679, dan overl.: 'aen Merrichje Jans (wed. Cornelis Jansz van Sweden) een kastje verkocht voor 2gld' (kastje was aan de kerk nagelaten door Mechteld Cooten) [kerk.r. not.].

 

Willem Dircksen van Coten, geb. ca. 1665, woont Zuylen, op Oostweert, verm. 04-05-1690 (dan 25 jaar)

 

Jan x N.N. (gen. 1565)

Hieruit (gen. 1595):

1. Adriean Janz van Cooten, volgt II

2. Jan Janz. van Cooten

3. Peter Jansz van Cooten, mog zelfde als: Pieter Jans j.m. van Zuilen tr. 1627 Aefhen Jans j.d. van Zuilen. Ook: Rekest van de schout 'en gemeinteleden van Zuylen' aan de Staten van Utrecht d.d. febr. 1649: Pieter Jans. Ook: Peter Jans en Emmichien Jans, wonen 'tot Zuilen', laten op 5 febr. 1640 te Utrecht (Jac.kerk) een dochter 'Marija' te Utrecht dopen. Mog. zelfde als: Peter Jansen, bouman tot Zuilen [oudschildgeld over Zuilen 1656]

 

II. Adriean Janz. van Cooten, geb. ca. 1595, tr. N.N.. Mog. zelfde als: Adriaen Jans, gebr. 4 morgen [oudschildgeld over Zuilen 1656]. Ook: Convent van de Dael, gebruikers: o.a. Adriaen Janse [oudschildgeld over Zuilen 1656]. Ook: Adriaen Jansse, 2 roeden [oudschildgeld over Zuilen 1656]. Waarsch. zelfde als verm. (76, 302) 4 mei 1653: Adriaen Jans Nikerk wonende in Zuijlen erkent schuldig te zijn aan Jhr. Adam van Lockhorts een jaarlijkse erfelijke losrente van 10 gld 't jaars over de capitale somme van f. 200,- stellende tot verband zeker hujs en erve staande en gelegen in het dorp strekkende uit de Vecht tot aan de wech van den huis Suijlen toe daer zuidwaarts Adriaen Sebastiaen en noordwaarts Adriaen Peters naast geerft zijn.

Hieruit:

1. Jan Aris van Coten , Jan Aris, rk., geb. ca. 1625, overl. Zuilen 2-8-1693. Kinderloos. De erven waren de erven van notaris Gijsbert de Cooten (zijn neef) en de kinderen van Jan Jans Schutter.). Jan Aris van Coten, overl. voor 1693, tr. 1650 (huwelykse voorwaarden d.d. 4-5-1650 voor notaris G. de Cooten) Gerrichja Janss Schutter [U77b2-24, d.d. 11-10-1693 verwijzing naar andere acten]), mog. begr. Zuilen 27 juli 1700 als 'Gerrigen Jans'. 23-4-1664: Jan Adriaenss van Cooten x Gerrichgen Jans van Cockengen (wonen Westbroeck). (76, 302) 6 maart 1667: de voogden van de kinderen van Adriaen de Ridder (tr. Gerrigje van Cooten) transporteren huis oostzijde Vecht aan Jan Adriaens van Coten. 29-7-1693: Jan Aertss van Cooten, gehuwd met Gerrichie Janss Schutter van Coockengen, wonen Zuylen, aen de Vecht. 11-10-1693: acte met 53 pagina's! (met borderel in aanvulling op boedelbeschryving en kopie van de huwelykse voorwaarden als boven vermeld): Gerrichja Janss Schutter, wed. Jan Ariss van Cooten. Mog. zelfde als verm. oudschildgeld over Zuilen 1656 (maar niet morgentalen 1643) als Jan Adriaense ten Dael, of Arris Jans aen de Roij Brugge, beide verm. samen met anderen, i.v.m. land en ticheloven op land Convent ten Dael.

Gerrighie Jans van Cokengen/Schutter heeft bij haar huw.voorw. in 1650 als get.: Adriaentje Jans, haere moije, Jan Adriaens Schutter en Gerrit Reijers, haere out oomen. Legaat van 200,- door Jan Arris van Cooten in 1693 aan Johannes Schutter, zoon van Jacob Jans schutter (zwager van Jan Arris), burger van Utrecht.

 

Dirck Jans brouwer (Dirck Ians brouwer), verm. 1613 (76, 155): 'uit seeckere huijsinge' (erfpacht).

 

Arien Bastiaen de Ridder, tr. 1e Truytgen Jans (hun erven worden verm. 03-03-1667), tr. 2e Gerrigjen Jans van Cooten, geb. ca. 1630, begr. Zuilen 21 juni 1703 als 'Garrigie Jans van Coten' (verm. 03-03-1667 dat de laatst nagelaten weduwe van Adriaen Bastiaenss de Ridder in het huis te Zuilen mag blijven wonen). De voogden van de kinderen uit het eerste huwelijk transporteren op 6 maart 1667 voor het gerecht van Zuilen een huis aan de oostzijde van de Vecht aan Jan Adriaens van Coten [76, 302].

Uit het eerste huwelijk:

1. Coert, Evert Adriaens de Ridder (in 1667 onmondig)

2. Hermijntje Adriaens de Ridder (in 1667 onmondig)

3. Neeltje Adriaens de Ridder (in 1667 onmondig)

4. Bastiaen Adriaenss de Ridder, woont in 1667 te Utrecht

Uit het tweede huwelijk:

5. Ariaentje, wordt in dec. 1676 door de kerkenraad van Zuilen besteed [kinderboekje diakonie].

 

 

Reynier (Bartz.) van Vloten, verm. 30-05-1636 wegens door hem in erfpacht houden van erfpachtgoed aan de oostzijde by de brug te Zuilen. Tevens (76, 20-9), nov. 1637, transport van land op de Leegeweide t.b.v. Reijer Bartz. van Vloten

 

Cornelis, geb. ca. 1600, tr. N.N (Cornelis en Grietje Cornelis van der Wel?). Hieruit:

1. Jacob Corneliss van der Wel (erfgen. van moederszyde van Bartholomeus van Vloeten)(tevens erfgen. van het echtpaar Gerrichgen Claas van Sweeserengh en Splinter Corneliss van der Well). verm. 28-10-1671, 22-03-1679. Ook: 19-06-1686: Jacob Corneliss van der Wel, woont byt huys te Voorn. Wegens ondertekening identiek aan: Jacob van de Well, woont Hooge Weyde, verm. 02-07-1667. Ook: 01-07-1692: Jacobus van der Wel, halfbroer van Gerrit van Schaick te Legeweyde.

Waarsch. zelfde als Jacob Cornelis Miltenburg/Meltenburch [maar wordt in dijkwachtplicht. Lekdijkreg. alleen Jacob Cornelis gemoemd: verm. van 1674 t/m 1683] geb. ca. 1630, overl. 1696, Jacob Cornelis van Miltenbrug, in de Legeweyde onder Sweserengh, rk. verm. 10-02-1677. (76, 302) 7 april 1682: Jacob Cornelis van Miltenburg, woont op Swesereng op een goed behoort 't convent van den Daal, acten van pacht ten behoeve van het convent. Heeft alleen een dochter die Grietje heet. Jacob Cornelis Miltenburg tr. Neeltje Cornelis, begr. Zuilen 24-8-1704 als weduwe

Waarsch. zelfde als: Jacob Cornelisz. Van Vlooten [verm. op kaart abdij mariendaal, 2e helft 17e eeuw: bezit grond in de Leege Weyde. Strook land haaks op de lageweidse dijk: 'Jacob Cornelisz. Van Vlooten aangeland'. Ook verm. in (archief Domkapittel 216, 3651): Rekeningen van Lekdijksrenten ten lasten van de geerfden, 1652: Jacob Cornelisz, 38 morgen.

2. Splinter Corneliss van der Well, tr. Gerrichgen Claas van Sweeserengh

3. mogelijk: Cornelis Cornelis, geb. ca. 1630, tr. Jannichje Willems. (76, 302) 18 april 1681: Cornelis Cornelis van Meltenberg transporteert 2 morgen 269 roeden westzijde Vecht aan Barbara & Laurens Gasthuijs ('als aan zijn vader bij transport 2 juli 1647 aangekomen is'). Hieruit:

a. Willem Cornelis van Miltenburg, Willem Cnelisse uyt de Legewey, geb. ca. 1660/63, overl juni 1735, in de Lege Weyde, rk., tr. Trijntje van Breukelen, dr van Herman Willems en Neeltje Jans, overl. kort na juni 1735.

 

Cornelis Teuniss van der Well, verm. 06-04-1664, hieruit:

1. Anthonis Corneliss van der Well, verm. 06-04-1664

2. Jacobgen Cornelis van der Well, verm. 06-04-1664

 

Claes Hendrickssz. te Zwesereng: Akten van ontvangst in erfpacht van 7 hond land te Maarssen 1598 jan. 20, Bartholomeus Claess, zoon van wijlen Claes Hendrickssz. te Zwesereng in de Lage Weide (1005-1, 294. rooms-katholiek (rk): sint stevensabdij van oudwijk). (Financiele instellingen nr. 1102: Rekening over de Zuilendse goedeeren 1606-1607), ontvangen erfpachten: Haesgen Claes Henricxs wed. over negen roeden erffs viercant (12gld). Ook: Haesgen, Claes Hendricxs weduwe uit seeckere erffken groot negen roeden viercant & nocg uit gelijcke erffken groot negen roeden van Anthonis Joostens gecocht, 18 st. 12 penn. (76, 154, rek. erfpacht 1608/1609): betr. oostzijde Vecht.. Hieruit:

1. Bartholomeus Claess, verm. 1598., erfpacht van 7 hond land te Maarssen 1598 jan. 20, Bartholomeus Claess, zoon van wijlen Claes Hendrickssz. te Zwesereng.

 

Cornelis Joosten van der Wel, geb. ca. 1635, overleden ruim voor 1693, tr. Westbroek 23 april 1660 Jannitje Cornelis, uit de Gagel, overleden voor 16-4-1693, zij hertr. Pieter Claes Kats. Hieruit: Willem (ged. Zuilen 1665)

 

 

Jacob Sarren in de Weert, tr. Geertjen.

Hieruit:

1. Geertjen, ged. Zuilen 1656

 

Dirck Ariss, Dirck Aertss, geb. ca. 1630, tr. Magdaleentgen Thonis van Oostveen, wonen Zuylen, verm. 7-9-1674 en 12-12-1674. Ook verm. als Dirck Arisz den Brugman (bij doop van zijn zoon in 1660). Maddeleentie Thonis, verm. 18-7-1685, dr. van Thonis Goverts. Ook verm. not. akte18 maart 1663 als Dirck Adriaensz wonende te Zuilen i.v.m. lening van 400 gulden. Ook verm. 19-05-1663 als Dirck Ariss, schipper te Zuilen.

Hieruit:

1. Aryen Dircxss, (1660), woont Suylen, verm. 8-7-1685, tr. 1685 Neeltgen Aerts van Bernevelt, woont Suylen (get. Cornelis Thoniss van Oostveen, stiefvader)

2. Niesje, ged. Zuilen 1663

3. Marijghje, ged. Zuilen 1666

 

Dirck Janss van Suijlen: geb. ca. 1600, D. Maarssen 16 sept. 1627: 'het kint van Dijrck Janss van Zuijlen, genaempt Jan'. Mog. dezelfde: D. Maarssen 3 maart 1635: 'het kint gedoopt van Dirck Janss, genaempt Lijsbeth'. En: D. Maarssen 22 mei 1636: 'het kint van Dirck Janss gedoopt Teunis'.

 

Dirck Jans, geb. ca. 1615, j.m. van Zuilen, tr. 1639 Annigje Christiaens j.d. v.a.... Zelfde als Dirck Janssen getr. met Jannichjen, wonen 'tot Zuijlen' en laten te Utrecht (st. Anth.gasthuis) een kind dopen:

1. Abraham, ged. Utrecht (st. Anth.gasthuis) 10 febr. 1646

 

Jan, geb. ca. 1530, tr. N.N.

Hieruit:

1. Pons Jans (die Leeuw), geb. ca. 1560, overl. ca. 1620: Claes ende Pons Jans gebroeders uit twee erven, 6 gld 7 st. (76, 154, rek. erfpachten 1608/1609). Claes Jansz ende Pons Jansz over twee erffgens tsamen groot ... hont ... roedenjaerl. 6 gld 5 st. (76, 155, rek. erfpachten 1612/1613). Mog. 1 van de 2 erfjes: Pons Jans die Leeuw, petri 1622, 3 geld 8 st. (76, 66: rek. erfpachten). Pons Jansse die Leuwe, petri 1623, 3 gld 8 st. (76, 66: rek. erfpachten). (mog. fam. van Hendrikgen Pons Claes de Leeuwdr., tr. Baltus Jacobs Stech, wonen buiten Utrecht, octrooi om te testeren 9 okt. 1634)

2. Claes Jans, geb. ca. 1560, overl. ca. 1620: 'Claes ende Pons Jans gebroeders uit twee erven, 6 gld 7 st. (76, 154, rek. erfpachten 1608/1609). Claes Jansz ende Pons Jansz over twee erffgens tsamen groot ... hont ... roedenjaerl. 6 gld 5 st. (76, 155, rek. erfpachten 1612/1613). Ook: Claes Jans: 'tient in het kerkblok over het jaar 1612-1613 gecocht bij Claes Jans, voor 162 gulden.' (76, inv. 155: Rekening over de Zuilense goederen, 1612-1616). Ook verm. 1647 erfpachten huis Zuilen: betr. erf gelegen tot Zuilen, 14 roeden bij 12 a 10 roeden, zuidw.: Claes Jans, cumsuis, noordw.: Thonis Joosten. Ook zo verm. bij erfpacht m.b.t. tichelarij bij Diedrichstein in 1647 en zelfs nog in 1721, 1754 en 1772: 'daer vanouds zuijdwaerts Claes Jans cum suis ende noordwaarts Teunis Joosten naest geland waren'.

Hieruit mog. (betr. zelfde of naastgelegen grond):

a. Jan Claes Tichelaer, geb. ca. 1580, overl. ca. 1645, tichelaar, heeft een erf ten zuiden van de grond waar Diedrichstein en de naastgelegen tichelarij op is gebouwd. Jan Claes was in 1621 schepen te Zuilen, samen met Arris Jans (76, 10-2). Ook verm. in erfpachten Huis Zuilen 76, 222: pag. 6v: (31 juni 1621) octrooi (wegens testament) verleend 'van alsulcke goederen onder Suijlen gelegen als hij tegenwoordig van mij in erfpacht houdende is'. Ook verm. Jan Claesen ticgelaer, petri 1622, 2 gld 5 st. (76, 66: rek. erfpachten). Jan Claesen ticgelaer, petri 1623, 2 gld 5 st. (76, 66: rek. erfpachten). Mog. zelfde als in rek. erfpachten (67, 155), 1612-1613: Jan Claesen en Bart Ians, haar huis; en Jan Claes ende Fredrick Gijsberts (Tichelaer). Zelfde als: Jan Claes, samen met Frederick Gijsberts, en Baernt Huijgens, eigenaars/gebuikers huis met boomgaard [morgentalen Zuilen, 1643]. Ook: 'Fredrick Gijsberts ende Jan Claes' (76, inv. 155: erfpacht 1612-1613). En:(76, inv. 302): nov. 1648: transport voor gerecht Zuilen van een erf aan de oostzijde van de Vecht door Jan Claes c.s aan Jan Frans.

Jan Claesz Tichelaer wordt in 1619 in een manuaal van het Huis Zuilen (76, 171) vermeld als broer (halfbroer?) van Jacop Jansz. Tichelaer tot Zuylen die dan een huisje naast de tichelarij van Jan Jans Ticchelmaker (zie onder 1) pachtte : ‘aen hem (= 'Jacop Jansz. Tichelaer tot Zuylen') verhuyrt het huysken genaempt van oudts tmeerdijckershuysken voor 24 g(u)l(den) des jaers; ende is hiervooren borgge als principael zijn broeder Jan Claesz.Tichelaer'.

 

Claes Hendricxs, geb. ca. 1550, overl. voor 1609, tr. Haesgen, overl. na. 1609. Haesgen, Claes Hendricxs weduwe uit seeckere erffken groot negen roeden viercant & nocg uit gelijcke erffken groot negen roeden van Anthonis Joostens gecocht, 18 st. 12 penn. (76, 154, rek. erfpacht 1608/1609). Mog. zelfde als Claes Hendrickssz. te Zwesereng, verm. 20 jan. 1598 (dan overl.) wegens erfpacht van 7 hond land te Maarssen (zie elders).



Jan N. Hieruit:

1. Jacob Jansz., geb. ca. 1585, tr. Neeltgen Andries, dr. van Adriaen Jans /Arris Jans (van Zuijlen). Jacob wordt verm. 1619-1620, huurt dan 't Meerendijckers huijsje (vern. naar Cornelis Willems M/Neerdijck; het huisje ligt noordw. erf Jan Claes (ook verm. als Jan Claes c.s.), dit huisje staat op de grond waarop later Diedrichsteijn wordt gebouwd, naast de tichelarij. Jacob is een (half)broer of zwager van Jan Claes tichelaer (is in 1619 borg voor Jacob): Ultimo Junij anno 1619 aen hem (= 'Jacop Jansz. Tichelaer tot Zuylen') verhuyrt het huysken genaempt van oudts tmeerdijckershuysken voor 24 g(u)l(den) des jaers; ende is hiervooren borgge als principael zijn broeder Jan Claesz.Tichelaer' (76, 171). Ook: (76, inv. 89): okt. 1657: verklaring: 'ick Neeltgen Andries, der wed. van sa: Jacob Janss, out inde tseventich jaeren, verklaeren t.b.v. de heer van Zuilen (..) huis genaampt de Rode Leuw alsnu Michiel Lover compt. mijns getuigens vader (Andries Jans) in eigendom heeft toebehoort dat den selve mijner vader also den ijpenbomen bij sijne huisinge heeft gepoot' (het huis lag aan de oostzijde van de Vecht te Zuilen, en was tevens een tapstede). En: (76, inv. 89): dec. 1658: 'verklaren ....reden van wetenschap daarbij respondenten van jongs op inde voorn. dorpe van Suijlen gewoont en aldaer opgegroeid zijn alsulkxs de gelegenheid van (..)', getekend door: Neeltgen Andries (tekent merk: vierkant; zelfde als in verklaring okt. 1657).

Hieruit mog.:

1. Jan Jacobsz., geb. ca. 1612, tr. 14 jan. 1637 te Maarssen als: 'Jan Jacobsen, j.m. van Zuylen ende Marrechie Cornelis, j.d. van Maerssen, beyde woonende te Zuylen'. Mog. zelfde als Jan Jacobsz en Maritje Cornelis die op 12 aug. 1640 in de Nieuwe Kerk te Amsterdam een dochter onder de naam Lijsbeth laten dopen. Mog. is Marrechie dezelfde als verm. in het lidmaatreg. Maarssen uit ca. 1639 of later (zeker na mei 1637): 'Marrigie Comelis, wonende op Jan Jacobsz. Preytsen tichelwerck'

Mog. zelfde als verm. lidm.reg. Maarssen: okt. 1676 (alg. lijst): Marrighje Cornelis, wed. van Jan Jacobs de Gruyter (in een dubbel van hetzelfde reg. staat gecorr.: de Ruyter). In hetzelfde reg. staat verm. op juli 1674: Maeerigje Cornelis, wed., op de kamer van Willem Steenbergen

 

Jacob N. tr. N.N. Hieruit:

1. Jan Jacobs, verm. 1655 als get. bij tr. 3.

2. Frans Jacobs, tr. 1e ca. 1652 Gijsje Cornelis; huwde 2e Maarssen (ondertr. Zuilen 2) 16 juni 1661 Grietje Meesen, ged. te Maarssen 16 jan. 1631, overl. te Zuilen maart 1678. Weduwe wordt door diakonie onderhouden. Hieruit: vier kinderen, allen met de naam 'van Zuijlen', woonde Rodebrug.

3. Cornelis Jacobs Koningh, geb. ca. 1625, tr. 1655 als j.m. van Zuijlen (en wonende aldaar) Gijsbertje Gerrits (get. haar moeder en zuster), j.d. van Woerden (dan ook wonende te Zuilen). In 1648/1649 werkzaam op pannenbakkerij bij Zuilevelt. In 1688 aan de Rodebrug get. bij tr. neef. In 1688, samen met Aryan Peters van Hernen en Gijsbert Jans van Breukelen (beide dan huurder van een pannenbakkerij) verm. wegens koop afgrift panaarde: waarsch.. is Cornelis eveneens huurder van een tegel- of pannenbakkerij te Zuilen. In 1695 wordt Cornelis verm. wegens levering (kleine hoeveelheid) stenen aan de kerk van Zuilen.

 

Bart N. (mog. Bartholomeus Claes, verm. 1598), of Bart Jans, of Bart Cornelisz, tr. N.N. Hieruit:

1. Adriaentgen Barten, geb. ca. 1580, afk. van Suijlen, geref., woont buiten de Weerdt, tr. Utrecht (geref.) 31 jan. 1604 Claes Jacobssoon, wed. van Stijntgen Willems van Baekenes.

2. mog. Maricghen Barten, overl. voor 1616, tr. Jan Jansen Ticchelmaker

3. mog. Jannetje Barten, geb. ca. 1600, geb. te Zuilen, tr. 1624 Aelbert Meertens, van Westbroek

 

Jacob Poeijt & Janneken Antonis, eigenaar 1/2 morgen met boomgaard [morgentalen Zuilen, 1643].

 

Floris Poeijt, geb. ca. 1540: (76, inv. 13): Leiderhofstede: 'door Gijsbert Lamberts (schout van Zuijlen) gekocht op 13 juli 1586 van Floris Poeijt (Foeijt)'. Ook: 76, 192: kopie acte uit 1586: Gijsbert Lamberts bekend 350 gulden schuldig te zijn aan Floris Foeijt i.v.m. de koop van de Leiderhofstede

 

Claes N., geb. ca. 1520, tr. N.N.

Hieruit (gen. 1555):

1. Floris Claesz. van Schaik, geb. ca. 1550, overl. tussen 1613 en 1622, tr. Lucia Jansdr.. Zelfde als Floris Claesz Tichelaer, woont te Zuilen, octrooi testeren: 1618 (e. 3420). Ook verm. (76, 154): 1613, erfpacht Floris Claes 'uit erf 14 roeden bij 12 roeden'. Ook: Floris Claesz uit een erff lanck omtrent 14 roeden breet 12 roeden, jaerl. 2 gld 5 st.+ Cornelis Willems tSuijlen een smalhoen daer voor eertijts betaelt 1 st. (76, 155, rek. 1612/1613). Ook: Floris Claesse weduwe (76, inv. 66: erfpacht 1622, 1623). En: (76, inv. 202): kopie van erfpachtbrief (kopie in 1647 afgegeven) m.b.t. aangegane erfpacht op 18 dec. 1612: 'Jan Jans [Tichelmaker], bij content van Floris Claesz ... een erfland 14 roeden bij 10 a 12 roeden, suijdwaarts Claes Jans, noordwaarts Thonis Joostens'. Deze erfpacht betreft de grond waarop de tichelarij naast Diedrichsteijn stond: (76, 222): 'Een erff lang 14 breed 10 off 12 roeden met de slooten aan de oost en westzijde'; 'sullx t selve int ter tijd affgeleijnd is';'dat anderen den sloot ter westen met deurvaaren ofte schouwen te leggen aen den wege sullen mogen gebruicken als van outs bij den Grave van Egmont in erfpagt uijtgeslagen'. Jaarlijkse pagt 't jaar f 2:5:-'. Ook verm. 28-05-1636: Cychen Jans in leven wed. Floris Claes, verm. wegens procuratie om voor gerecht van Zuilen gedeelte van de helft van een huis, staande omtrent de brug aldaar, te transporteren aan Cornelis Peterss alias Bol en gedeelte van de helft van een huis omtrent de buursteeg aan Direck Dirxss Snyder; toevoeging: Cychen Jans overleed te Zuilen. Floris Claesz Ticchgelaer te Zuylen wordt op 05-10-1591 verm. in de registers van criminele sententies (5006) wegens messentrekkerij en doodslag waarbij hij wordt veroordeeld tot een geldboete

2. Adriaen Claesz. van Schaik, volgt II.

 

II. Adriaen Claesz. van Schaik, geb. ca. 1540, (broer van Floris Claesz. van Schaik welke trouwt met Lucia Jansdr.) x N.N (Ida?).

Hieruit:

1. Claes Adriaensz. van Schaik, geb. ca. 1575, tr. Aeltje Peters, volgt III.

2. Jan Adriaensz. van Schaik, geb. ca. 1575, neemt de tichelarij van zijn oom over. Jan Adriaens van Schaijck, woont te Zuilen, octrooi testeren: 1634.

Kind:

a. Stijntje, geb. ca. 1605 (tr. 1630 Claes Jacob Fransz. van Meenen)

b. Ida. verm. not. akte 21 September 1636

c. Maria van Schaik, een dr. van Jan Adriaensz. van Schayck, geb. ca. 1600, tr. Maarssen in 1624 als 'j.d. van Zuilen' Peter Joosten, tekent 'van Hernen', timmerman, metselaar verm. 1626, en 21 September 1636 not.arch. Ook: Marrichgen Jansdr. van Schaijck, woont te Zuilen, octrooi testeren: 1625

d. Claes Jansz. van Schayck, geb. ca. 1600, verm. not. akte 21 September 1636. Waarsch.. zelfde die als Claes Jans tot Zuijlen afk. van Zuijlen, tr. 25 jan. 1624 Grietgen Tijmens de Kints, wonende tot Zuijlen, afk. van Utrecht, 'proclematie tot Zuijlen', dr. bode te Zuilen (zie elders). Ook: (76, inv. 302): 1658: 'huisje gen. Neerdijk, strekt uit de daelse dijck (...) daer noordw. convent Dael en suidw. Claes Jans van Schaijck'. Ook: (76, inv. 302): 11 april 1653: 'Aert Claes en Jannetje Claes sijn schuldig 1800,- aan Van Lockhorst wegens schuldbrieven van hun vader Claes Jans m.b.t. tichelarij en ticheloven aan de westzijde van de Vecht beneden de brug...' (ook verm. in charter uit 1653: 76, 18-2). Rekest van de schout 'en gemeinteleden van Zuylen' aan de Staten van Utrecht d.d. febr. 1649: Claes Jansen. Hieruit:

i. Jan: 'de tichelbakker tot Zuilen', laat in 1633 een kind 'Jan' dopen

ii. Jannigje Claes van Schaijck: Octrooi testeren, 1669: Jannigje Claes van Schaijck, woont Rodebrug, tr. Wouter Dircxsen van Oucoop. Waarsch. zelfde als: Claes , 'de tichelaar van Zuilen', laat in 1626 te Maarssen een dochter genaamd Jannichghie dopen.

iii. Aert Claes van Schaijck, Aert Claes tichelaer, geb. ca. 1625, tichelaar tot Zuilen in 1655 (76, inv. 110):1655: verzoek aen Hof van Utrecht door Adam van Lockhorst i.v.m. taxatie geleverde stenen getuigen te horen. Waarsch.. zelfde als Aert Claes.die op 4 dec. 1653 te Zuilen tr. met Maijchjen Joost, geb. ca. 1625, dr. van Joost Teunis, hieruit: Grietjen (ged. Zuilen 1657), Claes (1658), Joost (1661

e. Willem Jansz. van Schayck, geb. ca. 1610, overl. tussen 1653 en febr. 1660, verm. not. akte 21 September 1636, tr. ca. 1640 Aeltgen Juriaens (zij hertr. Zuilen 1 maart 1660 met Joost Joosten van der Wel). Ook verm. in 2e acte not. Houtman 21 sept. 1636 waarin Jan Jacobs van den Ende, Sijmon Gerrits en Peter Claes elk bekennen een bedrag schildig te zijn aan Willem Jans van Schaijk. Ook verm. (76, 22: onderhoud valbrug) 1646: Willem Jans van Schaijck en Aertgen Joriaensdr, echtleiden wonende tot Suijlen, verklaren voor schout en schepenen dat sij vele jaren heen gehadt de pachtige van de valbrug tot Suijlen.. Beide echtleiden kunnen schrijven. Ook verm. not. 23 maart 1650: Ingen Jans, wonende tot Zuijlen, bekend 200,- schuldig te zijn aan Willem Jans van Schaijck, mede wonende tot Zuilen. Willem Jans is in 1653 get. bij huw. van zijn neef Aert Claes. Hieruit: Annichje Willems van Schaijk, tr. 1664 als j.d van Zuilen Jacob Gerritsz, j.m. van Maarssen

3. Merrichgen Adriaensdr. van Schaik, geb. ca. 1570, in 1635 weduwe van Peter Evertsz. (zij huwden te Utrecht (geref.) 8 juli 1593) verm. not. akte 21 September 1636

 

III. Claes Adriaensz. van Schaik, geb. ca. 1575, tr. Aeltje Peters (zij hertr. voor 1635 Jacob Claesz. Flaming, geb. 1575)

Hieruit (gen. 1606-1626):

1. Peter Claes van Schaeyck, geb. ca. 1605, tr. ca. 1632, tichelaar in Zuilen tr. Aechje Cornelis Noppen. Volgt IV.

2. Marrichgen, geb. ca. 1610, tr. voor 1635 Simon Gerritsz (zie hierna)

3. Adriaentje Claesdr. van Schaik, geb. ca. 1610, tr. Jan Jacobsz. Ijserman

4. t/m 5. Goosen, Ida

 

IV. Peter Claes van Schaeyck, geb. ca. 1605, tichelaar in Zuilen, ouderling in 1656 [kerk.r. not.], [gerechtsbode van Zuilen in 1686? [in elk geval op 15-09-1670, en in 1680: kerkr.not.; dan wordt ook zijn zoon Wouter verm.], verm. 06-02-1666, verm. 19-02-1693?] wordt ca. 1644 vermeld als lidmaat van kerk Maarssen, woont dan te Zuilen, tr. ca. 1632 Aechje Cornelis Noppen. Peter Claes wordt ook verm. in 2e acte not. Houtman 21 sept. 1636 waarin Jan Jacobs van den Ende, Sijmon Gerrits en Peter Claes elk bekennen een bedrag schuldig te zijn aan Willem Jans van Schaijk. (echtpaar laat te Maarssen tussen 1633 en 1651 5 kinderen dopen).

1. Claes Peters van Schaeyck, Claes Peters, geb. ca. 1635, herbergier in de Leeuw, mog. ged. Maarssen 1634, geref., zet merk, overl. na 1693. Huwde Zuilen 26-6/10-7-1659 Neeltje Cornelis Swanink (waarsch. ged. Utr. 18 jan. 1635, dr. v. Cornelis Swanicken en Dirckgen Teunis), kinderen o.a. Peter (1666), Gijsbert (1669)

2. Wouter Peters van Schayck, ged. Maarssen 1639, Wouter Peters, bij huwelijk jongeman van Zuilen, kan tekenen, begr. Zuilen 8-5-1711(?), geref. Huwde 1e Zuilen 21-11/6-12-1663 Marychje Aerts. bij huwelijk jongedochter van Breukelen. Wouter wordt 1680 in .not.acte verm.: zijn vader is dan gerechtsbode van Zuilen. (76, 302) 23 nov. 1681: Wouter Pieters c.s transporteert de gulden bont westzijde Vecht aan Luijt Aerts c.s.

3. Jannichjen Peters van Schayck, ged. Maarssen 1633, of..., tr. Hendrik Jans van der Puyl, Kinderen o.a. : Aeltgen ged. Zuilen 25-1-1685*

4. Geertje, ged. Maarssen 30 jan. 1642 (v. Pieter, tichelaer tot Suijlen)

4. Neeltje, ged. Maarssen 1651.

 

A. Goossen Gijsberts ten Dael/van Schaijck, geb. ca. 1570, overl. 1639 (zijn wed. wordt dan verm.: 76, 171), verm. 1628 (76, 171) wegens huur samen met Lambert Gijsberts schout van 13 morgen weij en hoijland van huis Zuilen. Ook verm. als Gosen Gijsberts van Schaijck op 12 okt. 1616 in not. akte (not. Lostad), woont dan op ten Dael, is dan omtrent 36 jaar oud, en is dan reeds 15 jaar pachter van een huis, hof ende hofstede staande op het land van het Convent ten Dael, kan zijn naam schrijven. Ook (76, 171): 6 febr. 1630: m.b.t. Lambert Gijsberts: '100,- den 5 aug. geassigneert op Pieter Joosten zijn tot zijn versoeck affgelost op den pacht die hij met Goossen Gijsbert ten Dael schuldig is'.

Hieruit waarsch.

Dirck Gosens van Schaijck, verm. 1628 (76, 171) wegens voorzetting huur na overl. Goossen Gijsberts ten Dael van 13 morgen weij en hoijland van huis Zuilen, verm. 25-01-1671: verhuur land in eigendom van Convent van Mariendael: 'sulcx de selve eerst bij Dirck Gosens van Schaijck in huijre sijn gebruijckt geweest ......'. Ook: (76, inv. 302): schepen in 1665: Dirck van Schaijck. Dirck van Schaijck: Convent van d Dael, gebruikers: Dirck van Schaijck (1 morgen) [morgentalen Zuilen, 1643]. Dirck Gosens van Schaick woont 10-04-1667 op den Dael en is halfbroer van Cornelis Janss van Royen die eveneens op den den Dael woont. Ook verm. 1654 (76, 719): Dirck Goosen van Schaijk. Ook verm. in (archief Domkapittel 216, 3651): Rekeningen van Lekdijksrenten ten lasten van de geerfden, 1652: Dirck Gossens, 61,5 morgen.

Hieruit waarsch.:

1. Gosen Dirck van Schaijck, in 1671 samen met Jan Goijerts van Bunnik borg voor Hendrick Gerrits Schinckel (verm. 25-01-1671 bij verhuur land in eigendom van Convent van Mariendael: 6 morgen en 12 morgen bouwland tussen Daelsedijck en Lageweidsedijck)

2. Aert Dircks van Schaeyck, Arien Dircks en Neeltje Stevens van Schayck. Hieruit (gen. 1655):

a. Egbert Aerts van Schayck, Egbert Ariens, op Sweserengh, rk., begr. Zuilen 22-5-1710, tr. Willemina Willems Cortehoef, overl. na 10-9-1726

b. mogelijk: Claes Aerts van Schayck, Claes Aerts, geref., kan niet tekenen, begr. Zuilen 17-11-1713 Huwde Zuilen 11/26-11-1679 Mariegen Teunis.

c. Steven Aerts van Schayck, Steven Aerts in de Hoek, alias de drollige?, rk, opvolger van zijn schoonvader op de boerderij Meerwijk, Huwde 1e Elsje van Meerwijk dr van Cornelis Elberts van Meerwijk en Aeltje van Hogerwoert, begr. Zuilen 22-3-1689, Huwde 2e Maarssen rk 16-2-1691, Zuilen gerecht 17-2-1691 Merrichje Warnarts Vendrich, afkomstig van Gerwerscop

d. mogelijk: Grietje Aerts van Schayck, tr. Zuilen 24-1/8-2-1685 Cornelis Aerts van Spierenburg, Cornelis Aerts, geref. (broer van Claesje Ariens van Spierenburg die tr. Cornelis Schalken van Arkel)

 

Jan Goijerts van Bunick (Bunnik) (wegens merk niet zelfde als Jan Goijerts van der Horst), in 1671 samen met Gosen Dirck van Schaijck borg voor Teunis Gerrits Schinckel en Hendrick Gerrits Schinckel (verm. 25-01-1671 bij verhuur land in eigendom van Convent van Mariendael).

 

Jan Goijerts, smit, afk. van Suijlen, op 2 april 1659 aangenomen als nieuw burger van Utrecht (op dezelfde datum worden als nieuwe burgers aangenomen: Jacob Elberts van Meerwijk en Aeltje van Schayck, echtelieden afk. van Zuijlen)

 

Jacob Jans Schinckel, wonende op de Noort, verm. morgentalen 1643 (13 morgen), en archief Domkapittel (216, 3651 1-a), verm. geerfden te Zuilen, 1652: Jacob Jans, 13 morgen.

 

Gerrit tr. N.N. Hieruit:

1. Teunis Gerrits Schinckel, verm. 25-01-1671 bij verhuur land in eigendom van Convent van Mariendael: huurt 6 morgen, 450 roeden bouwland tussen de Daalsedijk en de Leegenwijdse Dijk, en tevens 8 1/2 morgen onder het gerecht van Achtienhoven op schulpen 'strekende van de Vecht to aen de Gageldijck' (borgen: Jan Goijerts van Bunnik en Gosen Dirck van Schaijck)

2. Hendrick Gerrits Schinckel, verm. 25-01-1671 bij verhuur land in eigendom van Convent van Mariendael: huurt 12 morgen, 465 roeden bouwland (borgen: Jan Goijerts van Bunnik en Gosen Dirck van Schaijck)

 

Jan Claes de Rademaker x Grietje Jans. Ook: Jan Claess van Rhyn x Grietgen Eersten van Royen, verm. 23-04-1664. Ook: 14-9-1678: Grietien Eersten van Royen, wed. Jan Claassen Rademaacker, woont Zuylen. Mog. zelfde als Jan Claes van Rhijn. Hieruit:

1. Claes, ged. Zuilen 1662

2. Eerst, ged. Zuilen 1666

 

Jan Claes van Rhijn. (76, 302) 25 jan. 1665: Adriaen Sebastiaensz transporteert aan Jan Claesz Rhijn huisje oostzijde Vecht. Mog. zelfde als: (76, inv. 302): Schepenen in 1665: o.a. Jan Claes van Rhijn.

 

Adriaen Sebastiaensz. (76, 302) 25 jan. 1665: Adriaen Sebastiaensz transporteert aan Jan Claesz Rhijn huisje oostzijde Vecht.

 

Elisabeth van Byler ( Elisabeth van Beilaert ), wed. Cornelis van Deuverden, verm. 07-07-1655

 

 

Hendrik Tonissen, geb. ca. 1620, begr. Zuilen 3 dec. 1690, tr. N.N., begr. Zuilen 20 nov. 1690. Mog. zoon:

1. Thonis Hendriks van (ver) Beek, Thonis (Hendriks) de snijder, geb. ca. 1650, geref. begr. Zuilen 28-11-1709, tr. Jannigje Peters. Cornelis van Roijen transporteert in 1692 2 huisjes oostzijde Vecht aan Thonis Hendriksz, mr timmerman (76, 302). Hieruit o.a.: Heyndrick ged. Zuilen 29-6-1679, tr. Jannigje Fransse van Zuylen

 

702-7, 2084: 1617: Jan Cornelis Vermaeck (woont te Zuilen); ... huis van voorn. Vermaeck ende Neeltgen Cornelis Adriaens Diircks huijsse'.

 

I. Christiaan Gerretz, geb. ca. 1595, tr. Wijburch Aelbertsdr.(echtpaar is get. bij de doop te Maarssen van een kind van Stoffel Juriaanz Quant, brouwer te Maarssen en diaken ald.), Christiaan hertr. in 1625 Griet Jansdr. (volgens lidm.reg. omtr. 1634 vertrokken; heeft zuster Janneke). Kinderen (ged. te Maarssen):

1. Wouter, ged.1628.

2. Aelbert Christiaanz vermaak, ged.1626, tr. 1657 te Zuilen. Volgt II.

3. Gerrit Christiaans Vermaak, metselaar, ged. 1621, tr. 1639 te Maarssen Neeltje Thomas, kinderen ged. te Maarssen: Wijburch 1639, Marrigie 1641, Christiaan 1645, Dirkie 1647, Sussana 1648, Augustijn 1653, Aelbert 1655.

4. Joris Christiaensen, ged.1631, lidmaat 1650, heeft een dochter gen. Griet?, en Marrighje (ged.1655), overl. voor 1685, tr. Maygien Corneliss, overl na. 1685

5. Weijburgie Christiaens, ged. Maarssen 1633 (get. Jan Flooren) lidmaat:"j.d. tot tobias pauwels"., woont in 1685 te Daelwyk, tusschen de Klop en Zuylen

 

II. Aelbert Christiaens Vermaeck, Albert Christiaens, bij huwelijk jongeman van Maarssen, ged.aldaar 1626, pannenbakker op Daelwijk bij Vijfhuizen, wonende op Daalwijk, begr. Zuilen 14-11-1697, geref., diacon Zuilen 1661, tr. 1e Zuilen 10/24-1-1657 Japichje Joosten, tr. 2e Utrecht mei 1671 Aeltje Cornelis. (76, inv. 302): schepen: Aelbert Christiaens. Aelbert wordt in not. akten 1679, 1682 en 1683 verm. vanwege afgrift grond te Maarsseveen samen met Claes Corn. van Ruyten en Wouter Jans Pasch. En wordt 24-08-1696 samen met Christiaen Aelbertss en Wouter Jans Pas verm. wegens de koop afgrift 1,5 morgen achter de Lagenweysendijk. Zijn wed. c.s. transporteren (gerecht Maarssen) 9 morgen af te graven land aan de westzijde van de Vecht naar Wouter Jans Pas.

Hieruit:

1. Christiaen Aelberts Vermaeck, gedoopt Zuilen 9-3-1657, tichelaar, in 1695 eigenaar van de tichelarij Duinkeren, tr. 5/23-11-1686 Jannichje Quant, dochter van Juriaen Quant en Gerbrecht Lambrechts, wed. van Claas Cornelis van Ruijten (waarsch. compagnon van Christaens vader). Ook verm. erfpachten huis Zuilen, 1670 (76,222), pag. 64.: Christiaen Alberts. Christiaen wordt 24-08-1696 samen met zijn vader en Wouter Jans Pas verm. wegens de koop afgrift 1,5 morgen achter de Lagenweysendijk.

2. Joost Aelbertss Vermaek, ged. Zuilen 14-2-1664, tichelaar aan de Rodebrugge [1692, 1700] (zie not. acten), tr. Jannigien Meertens Winters

3. Willemina Aelberts Vermaek, tr. Jacobus Fock. Huren in 1704 tichelarij te Rodebrug van haar broer Joost Aelbertss Vermaek

4. Mariegjen Alberts Vermaak, verm. 1697, tr. Gysbert Cornelisz van Honthorst

 

Claes Wijborgh, 1/2 hond [oudschildgeld over Zuilen 1656]

 

Jan Teunissoon, tr. Grietgen Jans, wonen 'tot Suijlen'. Hieruit:

1. Jan, ged. Utrecht (Jac.kerk) 15 aug. 1627

 

Matheus de Vrij, tr. Angenietgen Burgarts, wonen 'onder de Vijffhuijszen'. Hieruit:

1. Burgardus, ged. Utrecht (Nic.kerk) 4 maart 1632

 

Jan Otten van Voorst, tr. Lijntjen Jacobs, wonen 'tot Suijlen'. Hieruit:

1. Jacob, ged. Utrecht (Jac.kerk) 4 juli 1627 (get.: Engeltjen Lieftings)

 

Tijmen Willemse, 4 morgen [oudschildgeld over Zuilen 1656]. Mog. zelfde die in 1671 (not. acte okt. 1673 wordt verm. als van ouds naast gelegen m.b.t. een perceel land te Maarssenbroek van het leenhof Zuilen.

 

Willem Cruijf in de Lageweijde, 8 morgen [oudschildgeld over Zuilen 1656]

 

Bernt Geerloffsz, op 29 okt. 1627 verm. als voogd samen met Jan Gerrits Verhoeff en Gerrit Anselmz over kind Thomas Gerrits

 

Geerloff 'te Zuijlen' , laat een kind met de naam 'Maiken' dopen 29 aug. 1621 te Maarssen.

 

Meerten (Geerlofs?), geb. ca. 1590, (laat een kind met de naam 'Gierloff' dopen in 1624 te Maarssen), mog. zoon van Augustijn van Eck? Ook: (76, inv. 302), 5 dec. 1649 transport voor gerecht Zuilen door wed. Juriaen Stoffels Quant van een hofstede aan westzijde Vecht (...) strekkende uit de Vecht tot achter het land van den Convent te Betlehem daar de nakomeling van Maarten Geerlofs ten zuijden en hr. Joris van Nivelt noordelijk naast geland en gelegen zijn.

Hieruit:

1. Geerlof Martens van Eyck stenbakker, geb. ca. 1620 (waarsch. ged. als 'Gierloff' in 1624 te Maarssen als zoon van Meerten), overl. voor 1672, tr. Douchjen Peters Schay, dr. van Pieter Barendsen Schay. Verm. 16-12-1665. Ook: 1665, 18-01-1666 Geerloff van Eyck, pannebacker, woont Suylen, verm. wegens geleverde pannen en estriken.(zijn neef Luyt Aerts is in 1665 en 1666 get. voor Geerlof). Ook verm. 17-11-1666, 23-06-1667, 30-01-1667. Ook verm. als tichelaar te Zuilen in 1655 (76, inv. 110). En: (76, inv. 302): 1659: Reijer Jacobs van den Brenck: transport tichelarij naer Geerlof Martens van Eijck. (76, inv. 302): 1658: schepen te Zuilen. En verm. (76, inv. 302): over jaer 1664: personen tot Suijlen woonachtig geen, immers weijnich, lants gebruiken. Verm. not. acte 20 jan. 1666: Geerlof van Eyck, pannenbakker te Suijlen, samen met Huybert Jans van Suijlen gehuwd met Clara van Eyck, wed. Adriana van Eck. De erven van Catharina Claes (in leven geh. met Dirck Dircksz van Zerdam) worden op 22-06-1665 verm. wegens een schuldbekentenis van 100 gulden ten laste van Jan Fransen alias Jan Jansen: de schuldbekentenis wordt dan overgedragen aan Geerloff Meertensz van Eyck.

Hieruit:

a. Mayghgen van Eyck, ged. Zuilen 6-9-1657, bij haar huwelijk wonende te Amsterdam, Huwde, otr 10-4-1678, att. naar Anthoniegasthuis, Eldert Verschooff, Eldert Andries, zeepzieder, niet te Zuilen gedoopt, begr. 2-4-1697(?) geref., zn van Andries Elderts en Jannigje van Cooten. Kinderen o.a. Doughje (ged. Maarssen 1679), Geerlof (1687)

b. Willemeijnthje, ged. Maarssen 1 jan. 1659 ('in presentie van de vader en de schoudt van Suijlen').

c. Willemijntgen, ged. Zuilen 1660

En waarch. broer van:

2. Claertgen Meertens van Eyck, geb. 1612 (in 1669 57 jaar), tr. Huybert Jans van Zuylen, overl. voor 1669, tichelaar aan de Rodebrug en broer van Merrigje Jans en Aeltje Jans

3. Maijcken Maertens van Eijck, geb. te Zuilen, tr. 6 april 1651 te Utrecht (att. om te Zuilen te trouwen [opmerkelijk omdat daar nog geen predikant was!]) Jan Janssen van 's Heerenberg.

4. Adriana van Eyck, [geb. ca. 1620], tr. 1e Aert Luyts (zie elders), tr. 2e Huybert Jans van Zuylen.

5. mog.: Gijsbertje Martens van Eyck, afkomstig van Arnhem, tr. Zuilen 31 aug. 1680 Bernt Jans Curver, Corver.

6. mog.: Jacob Mertenszen, geb. ca. 1605, woont Rodebrug, afk. van Zuijlen, tr. Utrecht (Jac.kerk) 21 aug. 1631 Bellichen Jacobs, woont Rodebrugge , afk. van Cleef. Mog. zelfde als Jacob Meertens van Zuijlen, woont aan de Rodebrug, begr. Utrecht 2 dec. 1672, en mog vader van Marten Jacobs van Zuijlen

7. mog. Jannigje Meertens, tr. Peter Jans van Suijlen

 

Marijtjen Mertens, geb. ca. 1605, afk. van Zuijlen, tr. Utrecht (Jac.kerk) 31 jan. 1631 Jan Janszen, afk. van Zuijlen, op attest. van de schoolmeester van Zuijlen.

Mog. zelfde als: Jan Jansz en Merrichien Jans die op 5 juli 1635 te Utrecht (Jacobikerk) 'Gerrit' laten dopen

 

Aert Luyts, geb. ca. 1610, tr. Adriana van Eyck [geb. ca. 1620, zuster van Claertje die met Huybert Jans van Zuijlen tr., ], verm. 22-11-1681, dan overl.

Hieruit:

1. Ghysbert Aertss, geb. ca. 1640. Was waarsch. kinderloos. (76, 302): 1681: Gijsbert Aerts c.s. transport 2/3 deel van huis in dorp Zuilen aan oostzijde vecht aan Luyt Aerts

2. Adriana Aerts van de Uytersdyck, jd van Zuilen Begr. Zuilen 13-5-1687, tr. Stoffell Thoniss (van Katz?), geref. geboortig van Woerden. Hieruit: Janneke Stoffels (was mede-erfgen. van haar oom Luyt Aerts)

3. Marychje Aerts, geb. ca. 1640, bij haar huwelijk jongedochter van Breukelen, tr. Zuilen 21-11/6-12-1663 Wouter Peters van Schayck. Hun kinderen Meerten, Cornelis en Peter waren erfgen. van hun oom Luyt Aerts.

4. Luyt Aerts van de Uytterdijck, Luyt Aerts van Suijlen (16-12-1665), geb. ca. 1650, brugman 1693, 1696, bij huwelijk jongman van Zuijlen, begr. Zuilen 1706, op 16-12-1665 en 18-01-1666 get. voor Geerlof van Eyck, woonde 09-11-1677 te Breukelen, koopt dan huis te Zuilen waarvan bij zijn overl. andere helft behoort aan Cornelis van Zuilen (verkoop door erven Luyt Aerts in 1708 aan Jan Koning). (76, 302) 23 nov. 1681: Wouter Pieters c.s transporteert de gulden bont westzijde Vecht aan Luijt Aerts c.s. (76, 302) 23 nov. 1681: Gijsbert Aerts c.s. transporteert 2/3 van huis in het dorp aan Luijt Aerts. Ook: Convent van de Dael, huis en boomgaard, gebr.: Gerrit Proeijt, nu eigenaars/gebruikers: Beerent Huijgens, Jacob Cornelisse Schoenmaker, Gijsbert Andriesse, nu (= ca. 1696) eigenaars: Luijt Aerts & Cristiaans Aelberts [oudschildgeld over Zuilen 1656] (ook verm. 22-11-1681, en woont dan ook te Breukelen), tr. Zuilen 8-5/7-7-1674 Petronella Jans van de Rondemergen/van den Berg/van Heel, geboortig van Heel en bij huwelijk wonende Amsterdam. Kinderen: geen; erven: van hem: Adriaentje van Schayck x Gerrit Andriessen van Zuijlen, Pieter van Schayck, Janneke Stoffels, Meerten van Schayck, Cornelis van Schayck, [allemaal kinderen van zijn zusters] van haar: Joris Jans van Heel, kinderen van Jan Rutgers van Lienden x Willemijnte Jans v. Heel, w.o. Rutger en Barbara. (76, 302) 9 nov. 1677: Jan Berendsz van de Kujll transporteert huis en erf oostzijde vecht aan Luijt Aertsz van Uitterdijck.

 

Aldert Jansz, overl. voor 1641: zijn wed., Marrigie Comelis van Harmelen, woont te Zuilen en tr. 7 maart 1641 te Maarssen als: 'Jan Jacobsz., j(ong)g(ezel) van Maersen, woonende tot Jutphaes (ook o.tr. Jutphaas). Mog. zelfde als Jan Jacobsz en Maritje Cornelis die op 12 aug. 1640 in de Nieuwe Kerk te Amsterdam een dochter onder de naam Lijsbeth laten dopen? Mog is Jan Jacobs een zoon van Jacob Jans van Werckhoven en komt de tichelarij te Maarssen op die wijze later in gebruik bij de fam. Verschooff?

Waarsch. zelfde als in Doopboek Maarssen 1636: Ellerts ..... tichelaer van Suijlen, woont op Vyffhuysen. (niet dezelfde als Elbert Cornelis Spruijt)

Hieruit:

1. Andries Elderts Verschooff, geb. ca. 1625, geref., kan tekenen. Huwde Jannichjen Cooten (in 1676 verm. in diakonieboekje), verm. 29-10-1664 (wegens schuldbek., borg: Goossen Gerritss van de Weteringh, grutter, woont de Weerde). Ook: Verm. 1677: Jannigje Coten, huisvr. van Andries Elderen verm. wegens 'onlusten' met Neeltje Cooten (wegens geld versproken door Willem Joosten van Coot sal.). [kerk.r. not.]. kind: Willem (1657). Werkte ca. 1647 op Duinkerken

2. Jan Eldertss Verschooff, overl. na 24-01-1714, geb. ca. 1633, Waarsch.. ged. 13 jan. 1636 als Joannes, zn. van Ellerts ..... tichelaer van Suijlen, woont op Vyffhuysen, tr. Josijnthje Lodewijcks. Jan wordt verm. 29-10-1664 (wegens schuldbek., borg: Goossen Gerritss van de Weteringh, grutter, woont de Weerde), Jan Elderts op Vijfhuisen woont 29-10-1664 samen met Cornelis Eldert van der Schooff, tr. 2e Sara Gijsberts van Royen, begr. Maarssen 1 sept. 1713. Werkte ca. 1647 op een tichelarij te Zuilen, in 1681 lidm. herv.kerk Maarssen, vanaf 1675 tichelaar te Maarssen, in 1698 meester tichelaar te Maarssen, 1710 tichelaar te Maarssen. Ook verm. 15-11-1692 wegens huur tichelarij te Maarssen. Zoon: Lodewijk Verschooff, ged. Maarssen 1671. Jan is in 1675 samen met Pieter Jans van Zuijlen en Gerbrecht Lamberts, wed. Joriaen Stoffellss Quant, verm. m.b.t. van afgraving van stuk land te Vleuten.

3. waarsch.. Mechteldt Elderden, tr. Cornelis Eersten (van Royen). Hieruit: 'zoon', 27 maart 1659. Verm. 22-11-1680: zij hertr. 2e Cornelis Corneliss, hertr. 3e Jacob Janss van Loosdregt

4. mog.: Jannichjen Elderden, tr. Evert Pas

5. Cornelis Eldert van der Schooff, woont 29-10-1664 samen met Jan Elderts op Vijfhuisen, tr. Willempje Gysberts. Zijn wed. hertr. Zuilen 14-10/5-11-1676 Wouter Jans Pas. Willempje Gysberts, wed. Cornelis Eldertsz, huurt op 27-02-1675 van henrick Jacob van Thuyll van Serooskercken, een huysinge ende tichelarye ofte pannebackerye ende noch 2 woninczkens die apart by Arbeiders bewoont worden, wz Vechte.

Hieruit:

a. Eldert Cornelis Verschoof, Huwde Zuilen 23-4/8-5-1692 Neeltje Fock gedoopt Zuilen 16-11-1662 dochter van Cornelis Jans Fock en Bregtjen Jacobs de Booth

b. Gysbert Cornelis van Honthorst, alias Gysbert Cornelis Verschooff, gedoopt Zuilen 14-10-1666, tr. 1e Zuilen 22-1-/7-2-1692 Maria Aelberts, gedoopt Zuilen 10-1-1669 dochter van Aelbert Christiaens Vermaeck en Jacpickje Joosten

 

Elbert Flooren, tr. N.N. Hieruit:

1. Mecheltie, ged. Maarssen 16 sept. 1627 als dr. van Elbert te Zuijlen.

2. Jannichjen, ged. Maarssen 16 juni 1632 (vader: Elbert Flooren, Zuilen).

3. mog: doopboek Maarssen: mog. N.N. (uit Zuilen) doopt 'Floor' 1643

 

 

Willem Jacobss Verbaen, geb. ca. 1621, zn. van Jacob Doede Verbaen en Meijnsgen Cornelisdr, zelfde als Willem Jacobsz Verbaen die in 1652 te Koudekerk woont en werkt in elk geval vanaf 1664 tot maart 1673 als ondermeester op steenplaats te Zuilen (de cleijne steenplaatse bij de Clop van Dirk Steenoven), en woonde daar nog in jan. 1674, en werkt na arbeidsconflict met Dirk Steenoven op 17-5-1674 en in juni op de steenplaats van de heer Rootgans te Breukelen, (over het conflict is in 1674 een cassatiezaak bij het Hof van Utrecht aanhangig gemaakt), tr. Neeltien Thijssen

Hieruit:

1. Meijnsgen Verbaan, geb. ca. 1650 (doop niet te Koudekerk gevonden), bij huwelijk jongedochter van Zuilen, begr. Zuilen 13 nov. 1738, tr. 1e Zuilen 14/28-12-1673 Hendrik Jansz. de Vries, kinderen o.a.: Neeltje, Aeltje, Annichgen, Jan, Wilhelm, Marie, Henderick

2. Matthys Verbaen, Thys Willems Verbaan, ged. (Tijs) Koudekerk 1650 (geen verdere datum verm.), vermeld 18-3-1720 als overl., 20-11-1711, mog. begr. Zuilen 20 febr. 1716: 'Tijs Verbaan, 2.2.0.'. mog. zelfde als tr. Jannigje Paling: hieruit Teunis Verbaan, ged. Woerden 6 okt. 1679. Tijs Willems Verbaan wordt in 1711 (707, 41) verm. wegens levering van zand op den dijk achter Zuilen en het varen daarvoor. Mog. kind: Arianije Verbaan, begr. Zuilen 8 nov. 1731 (2.00).

3. Ormpie Verbaen, Ermpje Willems Verbaen, ged. Koudekerk ('Epmtgen') 5 febr. 1645, woont Zuylen, vermeld 18-3-1720 als overl, 20-11-1711, 02-03-1716 (als 'bejaarde dochter', woont dan te Zuilen, testament nalatenschap t.b.v. kinderen van haar zuster (4.)), 15-05-1717. Waarschijnlijk zelfde als: Areantije Verbaen, begr. Zuilen 11 jan. 1720 (2.12.0).

4. Annigje Willems Verbaan, verm. 02-03-1716 (dan al overl.), tr. Gerrit Corneliszen de Swart (woont op 20-11-1711 in Breukelen). Kind: Cornelia Gerritz de Swart (woont Zuilen, tr. Rip Jacobz van Vredendaal).

 

Jan Jacobsen, schipper, geb. ca. 1615, getrouwd met Annichjen (Anneken) Hermans en wonende te Zuilen (1646 en 1649), laat op 28 juli 1646 en 28 juli 1649 in het Anthonigasthuis bij de Rodebrug, twee zoontjes met de naam Herman dopen. Hij komt nog voor in een Utrechtse akte van 10 juni 1642 als 'Jan Jacobsz.. schipper van Amsterdam' (GAU, Not.Archief, inv.no. 017a004, fol. 41 (notaris Jan van Vechoven). Ook verm. in boedelinv. 3 jan. 1654 not. Zwaerdecroon (t.b.v. wed. Hendrik Aerts tichelaer): Jan Jacobs schipper [bet.] 6 gld.

Hieruit:

1. Jacob, ged. Amsterdam (oude kerk) 9 okt. 1642 (ouders: Jan Jacobsz, schuitevoerder, en Anne Hermes)

2. Herman, ged. Utrecht (Ant.gasthuis) 28 juli 1646

3. Herman, ged. Utrecht (Ant.gasthuis) 28 juli 1649

4. mog. Herman, ged. Amsterdam (Nieuwe kerk) 25 dec. 1650 (ouders: Jan Jacobsz en Annetje Hermans)

 

Jan Jacobsz. IJserman/van Eynde, geb. ca. 1602, overl. na 1670, (heeft broer Gijsbert Jacobsz. van Rosendael), woont in 1635 te Zuilen en in elk geval na 1651 te Woerden, tr. ca. 1627 Adriaentje Claesdr. van Schaik/Rosendael, geb. ca. 1605, dr. van Claes Adriaensz. van Schaik en. Aeltje Peters. Hieruit:

a. Bastiaen Jansz. van den Ende, overleden na 4 februari 1683, woont eerst in Zuilen, later in Veldhuizen (bij Vleuten), tr. 1e Fijgje Goverts, overleden rond 1671, tr. 2e 26 december 1675 Zuilen met Kuintjen Cornelis. (Zij was weduwe van Heijndrick Jansz.). Kinderen: Annigje, Deliaantje, Gerrit.

b. Claes Jansz.van den Enden/IJserman, geb. ca. 1627, tr. Zuilen mei 1652 Neeltje Peters. Woonde Woerden 1659, 1666, 1671,1672, 1674, 1701, 1708, kind: Jacob ged. Woerden 1666

 

Jan Japicksz, geb. ca. 1635, tr. Aeltje Jans, laten te Zuilen 20 febr. 1676 Marricghjen dopen. Is waarsch. dezelfde als: Aeltje Snijders:12 april 1676: 'besluit dat in somerseisoen geen bedeling meer sullen genieten: ....en Aeltje Snijders.......' [kerk.r. not.]. Ook: 8 dec. 1678: 'is Aeltje Jans bij dese wintertijd toege.... welke een halve gulden' [kerk.r. not.]...

 

Jan Jacobsz. van Werkhoven, geb. ca. 1575, tichelaar te Maarssen, in mei 1634 wed. van Janneke Bartelsdr. (kinderen: Jacob, Cornelis, Adriaen). Jan Jacobs is waarsch. een zwager van Cornelis Hermensz. Preit en Teuntgen Jacobs van Werckhoven

[Waarschijnelijk zijn Jan Jacobsz Preit, Jan Jacobs Tichelaar, en Jan Jacobsz van Werckhoven een en dezelfde persoon: zij werkten allemaal in dezelfde periode op een tichelarij te Maarssen: er was daar maar één tichelarij, die bij de Propheet/Koning Davidt, de rest waren steenovens]

Hieruit (ook een Cornelis en Adriaen):

1. Jacob Jansz van Werckhoven, geb. ca. 1600 (in 1634 meerderjarig en heeft kinderen), overl. ca. 1655, tr. Hendrickgen Dirks, overl. na juni 1649, dr. van Dirk Augustijn. Hendrickgen Dirks is waarschijnlijk overl. ca. 1653, want Jacob Janssen van Werckhoven huurt namelijk ca. 1652/1653 een graf in de kerk van Maarssen (reg. graven kerk Maarssen 1652-55: "graf no 32 compt aen Bart Jansz. [handschrift ca. 1652/1653:] compt nu Jacob Janssen van Werckhoven"). Jacob is zwager van Antonis Jacobsz van den Brenk (tr. Maria Dirckx, dr. van Dirk Augustijn; een broer van Antonis, Reyer Jacobs, tr. een dr. van Cornelis Preit, terwijl Jacob zelf een neef van Cornelis Preit is). Ook: (49-1425, gerecht Maarssen): 1633: transport door zijn vader aan hem. Ook: (49-1425, gerecht Maarssen): dec. 1639: Jacob Jansz van Werckhoven, wonende tot Suijlen als man ende voogt van Hendrikje Dirx daer sij op dese tijd geboorte bij heeft. Jacob Jans van Werckhoven woont in 1648, 1649, 1652 te Maarssen, is dan tichelaar (kan dan alleen maar op de Propheet David hebben gewerkt). Jan Jacobs van Werckhoven transporteert in 1643 1/3 deel van 1 1/2 morgen uitgeticheld land naar zijn zoon Jacob Jans van Werckhoven. In 1651 draagt Jan Jacobs van Werckhoven de tichelarij over aan zijn zoon Jacob Jans van Werckhoven, waarbij dan tevens sprake is van een hypotheek op de tichelarij [leenreg. omvat reeks van pagina's]. Daarvoor ook verm. wegens transport tichelarij te Maarssen aan hem door zijn vader.

Kinderen:

a. Jannigje Jacobs van Werckhooven, tr. 1659.

b. Dirck Jacobsz van Werckhoven, neemt in okt. 1659 namens hemzelf en mede-erfgenamen de tichelarij van zijn overl. vader over welke in febr. 1660 door hem en de mede-erfgenamen ('Dirck Jacobsz van Werckhoven c.s.') wordt verkocht [bron: leenhof Sticht]

c. mog.: Jacob Jacobsz van Werkhove, begr. Maarssen (geref) 30 aug? 1723

d. Mog is Jan Jacobs, j.m. van Maarssen die in 1641 daar tr. met Merrichie Cornelis (wed. van Aldert Jansz: vader Jan Elderts Verschooff) een zoon van Jacob Jans van Werckhoven en komt de tichelarij te Maarssen op die wijze later in gebruik bij de fam. Verschooff

2. Cornelis Jans van Werckhoven (geb. tussen . 1595 en 1608, in 1634 meerderjarig), of geb. 1612, broer van Jacob Jans van Werchoven: Waarsch. zelfde als tr. (444/279) Amsterdam 3 mei 1636: Cornelis Jans van Werckhoven, van Maerssen, metselaer, 24 jaren, ouders bijte.. hen.. graft, wiens consent bleeck onder de hant van seeker notaris gepas., ende Lijsbeth Aerjans, van Delft, out 24 jaren, wonende op de coninxgraft geass. met haer moeder Marritje Aerjansdr. [kantlijn:] Deser personen zijn getrout den 18 maij 1636 tot Di .....n door Timotheus Rolandus pre.... van Oude kerk. De inschrijving is ondertekent met 'Cornelis Janss'. OOK: Cornelis Jans, tr. Lijsbet Arijaens, wonen in 1645 'tot Zuijlen'. Mog. ook verm. als Cornelis Jansz , woont Zuilen, verm. not. Woerden 21-08-1654 als getuige. Mog. zelfde als Cornelis Jans van Werchoven, woont buiten de Catharijnepoort, begr. Utrecht (st.Jac.) 1657, laat na echte onmondige kinderen.

Hieruit:

1. Neeltgen, ged. Utrecht (Domk.) 8 mei 1645

 

Cornelis Jans van Rooijen, geb. ca. 1600, overl. 1671, tr. Weijntgen Dircx, dr. van Dirk Augustijn. Cornelis Jans van Rooijen, verm. 10-04-1667, woont dan buyten Utrecht, op den Dael, wordt in febr. 1668 in de protocollen van het gerecht Maarssen verm.: 'tegenwoordig wonende tot Suijlen'. Ook: Cornelis Janss van Royen, 08-03-1671, huis en erf te Maarssen. Cornelis wordt op 4 febr. 1660 beleend (Leenhof Staten van Utrecht) met de grond waarop een tichelarij bij de de hofstede De Koning David te Maarssen is gelegen (overdragen door de erven van Jacob Jans van Werckhoven; zie elders).

Hieruit:

1. Jan Corneliss van Royen, geb. ca. 1625, overl. 1675, woont in 1667 in Spanje, verm. 10-04-1667, 08-03-1671, 15-05-1664, keert in 1671 na 20 jaar verblijf in het buitenland terug naar Nederland, tr. Anna Eyckels (zij hetr. Dirk Jacobs van Eck, ged. Maarssen 1632). Ook: Jan van Rooijen, verm. 16 jan. 1751 bij overgang leen (tichelarij) gelegen in Maarssen naar de erfgenaam van zijn zoon. Hieruit:

a. Cornelis van Rooijen (diens enige erfgenaam was Lodewijk Verschoof); Cornelis van Roijen transporteert in 1692 2 huisjes oostzijde Vecht aan Thonis Hendriksz, timmerman (76, 302). Waarsch. zelfde als tr. Maarsen 4 juni 1661: Cornelis Janssen j.m. van Suijlen en Mechteltje Flooren j.d. van Maerssen.

b. mog. Neeltje Jans de Roij (verm. dorpslasten Zuilen, 1689)

2. mogelijk: Neeltgen Cornelis van Royen, verm. 12-05-1647 (haar vader is Cornelis Janss) en 02-11-1679 (o.a. wegens nalatenschap Gysbert Corneliss van Royen) tr. 1e Hermen Frederikss [Anthoniss] Fock, [geb. ca. 1620], woont buyten de Catharinenpoort, aen de Doovepoort, hieruit o.a. Cornelis, Bellichje, Neeltje, Fredrick; tr. 2e Anthonis Morren van Hardevelt, molenaar, woont Rodebrug.

3. mogelijk: Gysbert Corneliss van Royen, verm. 12-05-1647 (broer van 2.)

 

Jan Cornelis, tr. Annichje Dirx. Beide echtelieden waren voor 1678 overl. Hun kinderen Cornelis en Maijchje worden nadien onderhouden voor rekening van de diakonie.

Hieruit:

1. Cornelis, ged. Zuilen 1668,

2. Maijchje, ged. Zuilen 1664

3. Gijsbertje, ged. Zuilen 1665

 

Hermen x N.N.

Hieruit:

1. Jan Hermansz, geb. ca. 1580, wordt vanwege zijn onmondige kinderen verm. op 10 sept. 1627 in het register van lenen van het Huis Zuilen (203) i.v.m. met belasten van het leen van Cornelis Hermansz (zie onder 2). De voogden van de onmondige kinderen zijn dan Jacob Willemsz, Arnout Jansz en Joost Jansz Ruysch.

2. Cornelis Hermensz. Preit (Proeyt, Poeijt), geb. ca. 1580, overl. ruim voor 25 febr. 1635, stichte in 1621 te Zuilen een cementmolen [inform. T.J. de Koning]. Cornelis Harmenssoon Proeyt tr. Utrecht (gerecht) 27 okt. 1604 Teuntgen Jacobs van Werckhoven (waarsch. zuster van Jan Jacobs van Werckhoven, tichelaar te Maarssen), overl. ca. febr. 1635 (voor 25 febr. 1635). Ook: Cornelis Hermann Preit, steenbakker te Friedrichstadt (een in 1621 gesticht remonstrantenstadje in Sleeswijk-Holstein), genoemd 1624, hiernaartoe gehaald omdat hij moet proberen of uit lokale klei goede moppen voor een nieuwe sluis te bakken zijn, mogelijk van Woerden, vanwaar maart 1623 een steenbakker op bezoek is, nog 1631 telt Cornelis Harmens onder rijkste burgers. Misschien zelfde als Cornelis van Praet, octrooi om te mogen testeren 30 jan. 1617.

Erfpachten Zuilen (76, 222): 1620: Cornelis Harm. Preijt: zeeker erve met de materalen van t afgebrocken huijsken daar op gestaan heeft, zoo groot en klein zelver gelegen is, eertijts gecomen van Cornelis Willems Neerdijcker, daer oostwaerts den gemeijne wagenwech, westwaerts het sandpad, suijdtwaerts Jan Claes erff, en Noortwaerts sekeren uijterdijck naest gelegen is.

Ook: (76, 247-2) charter 3 nov. 1621 waarin bevestiging van erfpacht op 4 nov. 1620 aangegaan door Cornelis Harmans Preijt wonende tot Suijlen m.b.t. seker erff eertijds gecomen van Cornelis Willems van Neerkijcker daer oostwaerts den gemene waegenwech, westwaerts het het Santpad, suijdwerts Jan Claess erff, en noordwaerts sekeren uiterdijck naestgeleands is.

Cornelis Hermens Preijt, den erfpacht gaende uit het loothuijs, 1622, 25 gld (76, 66: rek. erfpachten). Cornelis Hermensz Preijt erffpacht gaende uit het Loothuijs, 25 gld., item voor een smal hoen 1 st. 8 penn. (76, 66: rek. erfpachten 1623)

Ook: erfpachten Huis Zuilen (76, 222), pag. 35: jaar 1647: 'erf gelegen Zuijlen, nae dode van Cornelis Harmsen Preijt ende van Harmen Cornelis Preijt sijne soone gedaen ten behoeve van Juriaen Stoffels Quant, wonende tot Zuijlen, als man ende voogt van Gerbrecht Lamberts, (....) daer op ick Cornelis Harmsens Preijt op 21 nov. 1621 heb verlijt (....) na dode selve cornelis Harmsen Preijt en ingevolge testament van Teuntgen Jacobs deselve Cornelis Preijts weduwe en ingerechte van Zuijlen op 25 febr. 1635 gepass. hadde behoort vercocht te worden op Harmen Cornelis Preijt sijn soon, ende dat deselve Harmen Cornelis Preijt mede overl.weduwe haer twee kinderen (....) seker erf met materialen, eertijds gecomen van Cornelis Willems Meerdijker'.

En: (76, inv. 302): 1652: erven Cornelis Hermens Poeijt: transport tichelarij naar Reijer Jacobs van den Brenck.

Aannemelijk is dat de kinderen van Cornelis Hermensz. Preit op 25 febr. 1635 bij het passeren van het testament van zijn weduwe voor het gerecht Zuilen hun kindsdeel van de erfenis van hun beide ouders heben ontvangen, evt. nog onder voogdijschap.

Kinderen:

a. Huybertgen Cornelis Preyt, geb. ca. 1608, tr. Utrecht (gerecht.) 7 dec. 1633 Reyer Jacobsz van den Brenk (woont Zuilen, heeft zuster Jannichgen Jacobs vanden Brenck, grutster en samentmaelster in de Weerde)

b. mogelijk: Jan Cornelissoon Preyt, geb. 1610, tr. Utrecht (gerecht.) 5 nov. 1636 Jannichgen Peters Vermeulen, dr. van Peter Vermuelen en Neeltgen Jacobs van Putten. Jan Cornelis Preyt wordt op 23-01-1654 verm. als wonende buyten St Catharynenpoort; tevens verm. 12-10-1658.

c. mogelijk: Jacob Cornelis Preijt (zelfde als Jacob Cornelis van Zuijlen?), geb. ca.. 1608, (76, inv. 20):1689: land verkocht door Jacob Cornelis Preijt (tr. Elisabet Jans), land waar erfgenamen heer Sweserenge westw.......'. Zelfde land wordt in 1700 gekocht bij opbod door Hendrik Gerrits Breur. Ook: (76, inv. 20):13 sept. 1687: 'Jacob Cornelis Preijt en Elisabeth Jans, echtelieden bekenne verkocht te heben t.b.v. Adriaen en Cornelia van Steenbergen 2 morgen lants op leege Wijde gemeen met de 2 morgen die erfgen. Cornelis Wouters sa: .... strekkende van Liesvelderwetering tot aan land de heer van Roijensteijn daer de selve ten oostw., of de erfgenamen van de heer Swesereng ten weste naest gelegen zijn....'. Mog. zelfde als Jacob Cornelis van Zuijlen, verm. 1660.

d. Herman Cornelisz. Preit, geb. ca. 1605, overl. tussen 1634 en 1638, betaalt aan de heer van Zuilen voor rekening van Jan Arrisz. vanwege de tichelarij van Arris Jansz. 1629, tr. Utrecht (Geertek.) 20 febr. 1631 Geerbrecht Lambertsdr. (zij hertr. 1638 Jeuriaen Stoffels Quant); Hermen Cornelis Preijt, woont Zuijlen, afk. van Zujlen, tr. Utrecht (Geertek.) 20 febr. 1631 Gerberchgen Lamberts, afk. van Zuijlen, wonende tot Zuijlen. Gebrecht Lamberts, wed. van Joriaen Stoffelss Quant wordt verm. 19-03-1676 wegens opmaken van haar testament.

kinderen Herman en Geerbrecht:

i.. Hermtgen Preyt, verm. 19-3-1676, tr. Claes Willemss Vermeulen. Echtpaar laat 1666 Zuilen een kind dopen. Tevens verm. 19-03-1676 (bij opmaken testament Gerbrecht Lamberts).

ii. Cornelis Preyt, geb. ca. 1627, afk. van Zuylen en wonende in de Weerd, overl. voor 1678, verm. 20-12-1653, 19-3-1676, 07-09-1678, tr. 30 nov.1652 te Utrecht (Catharinakerk) met de uit de Weerd afkomstige en aldaar wonende Cornelia Deckers (97-444), overl. na 1678. [07-09-1678: 'in syn leven gewesen procur. voor des Ed. gerechte deser Stadt...capitaal 700,- ende van dess. renttes door den Cornelis Preyt....onder borgtocht van Cornelis dochter des voorn. Cornelis vader ten behoeve van des comp. moeder op den 30 november 1653....']

f. Gerrit Proeijt, geb. ca. 1605, verm. oudschildgeld over Zuilen 1656: Convent van de Dael, 'huis en boomgaard, gebr.: Gerrit Proeijt, nu eigenaars/gebruikers: Beerent Hujgens, Jacob Cornelisse Schoenmaker, Gijsbert Andriesse, nu eigenaars: Luijt Aerts & Cristiaans Aelberts'. Mog. zelfde als de Gerrit (Preyt?), geb. ca. 1600, die als kinderen heeft:

i. Dirck Preyt, geb. ca. 1635. Hieruit: Lubbert Dircksz Preyt, neef van Cornelis Preyt, tr. 1689 Elisabeth Henricx Schyff, verm. 02-05-1689, en 07-06-1689 (huw. Voorw.), woont Rodebrugge.

ii. Cornelis Gerritse Preyt, geb. ca. 1635, knegt op te kruytmolen (Lauwerecht), overl. na 1696, verm. 25-11-1696, tr. Utrecht (gerecht.) 11 aug. 1660 Geertruyt (Truychgen) Jans van Pylsweert, verm. 22-4-1710.

 

 

Herman Jans van Swesereng, Harmen Feijt, geb. ca. 1550, overl. 1611. Mog. zelfde als: Harmen Jans en Joestgen sijn huijsvrouw, verm. (76, 311) 11 febr. 1563 wegens huur 32 morgen gelegen in de Swesereng. Ook: 76, 20-4: 3 mei 1570: Cornelis Gerrits in de Leegeweijde en Gijsbertgen sijn wijff. Cornelis heeft als broers: Lambert Gerrits, Willem Gerits (tr. Cathrijn), Aert Gerrits (tr. Marijchen), Wouter Gerrits (uit voordorp van Oostveen, tr. Aeltgen), en Claes Gerrits. Allen worden verm. wegens overdracht van 2 morgen land op Zwesereng aan Herman Jans wonende op Swesereng

(76, 20-7) 1611, transport voor het gerecht De Haer: Jan Feijt ende Willem Vreem als man van Aeltgen Feijten en gemachtigde van Aert Feijt haere broeder volgens proc. voor Gerrit Knijff notaris opden 23 juli 1611 gepasseert en sterkmakende voor Anna ende Neeltgen Feijt haerluijdens susters tesamen erfgenamen van Harmen Feijt haerluijden vader mitsgaders de weduwe en boedelhoudster van Peter Feijt ende Matheus van Sipenesse als man van sijn huijsvrouw voor hem selve en sterkmakende voor Gijsbert van Leuwen ende Gerrit de Bruijn mede als man van haerluijden huisvrouwen, ende transporteerde bij deze Jacob Hermensz wonende inde Sweserenghe sekere land gelegen op de Leegeweijde..

Hieruit:

A. Dirck Hermans, geb. ca. 1580: (76, inv. 20):nov. 1636: 'wij ... capelle de kerke oudmunster doen cont willen luijden.... dat wij naer 't overleijden van Jacob Hermans.... erfpacht en mitsdien onsen br..... Dirck Hermans als oom van vadersijde ende oorzake momboir Hendrik Jacobs ..... voornoemde Jacob Hermans onmondige zoon....

B. Jan Feijt; Aeltgen Feijten (tr. Willem Vreem); Aert Feijt, Anna Feijt; Neeltgen Feijt; Peter Feijt, verm. 1611 (76, 20-7), transport voor het gerecht De Haer (zie hiervoor) aan Jacob Hermens.

C. Jacob Hermansz van Sweserengh, geb. ca. 1580, overl. voor 1 april 1629, zn van Herman Jans van Swesereng, woont in 1603 aan de Lage Weijde. Jacob Hermens, schepen te Zuilen in 1606 (76, 10-2), tekent merk. Verm. 1611 (76, 20-7): transport voor het gerecht De Haer wegens transport van land gelegen in de Leegeweijde door zij n broers en zusters, tr.. Utrecht (gerecht) 20 aug. 1603 (85-87v) als 'Jacob Harmensoon, wonende aan de Legeweijde' Neeltgen Henrick Willemsdr van Schaick ' Van U/V....'), dr. van Henrick Willems van Schaick (d. bef Oct 27 1615) en Aeltgen Gerritsdr. (d. bef Oct 27 1615). Neeltgen Henrick Willemsdr van Schaick hertr. Utrecht (gerecht) als 'wed. van Jacob Harmensz., wonende op Sweserenge' 24 april 1629 (85-254), Anselm Gerrits ('wed. van Neeltgen Cornelis, tot Maarssen'). Ook: (76, 20-8) 1617, transport land gelegen in de Leegeweide ten behoeve van Jacob Hermans wonende op Sweeserenge in den gerechte van Suijlen.

Ook: (76, 20-9), nov. 1637, transport van land op de Leegeweide ten gevolge van machtiging gegeven door Claes Gijsberts woonde in de Leegeweijde als man van Annichgen Jacobs van Sweserenge, Henrick Jacobs, Hermen Jacobs en Aeltgen Jacobs sal., kinderen en erfgenamen van Jacob Hermens van Sweserenghe ende Neeltgen Henricksdr. echteluijden sa., transport t.b.v. Reijer Bartz. van Vloten. Tevens (76, 20-9) extract plecht van 1600,- op 22 maart 1617 voor gerecht van Zuilen aangegaan door Jacob Hermansz Voorweij, voor hem ende Cornelia Henricxdr. sijn huijsvrouw.

Jacob Hermensz. van Xweseringe: grafboek Maarssen 1652-1655: "Item het derde ende leste grafstede gelegen inde selve regel, neffens de tekeninge van no.12. compt Jacob Hermensz. van Xweseringe". Ook: (76, inv. 20):nov. 1636: 'wij ... capelle de kerke oudmunster doen cont willen luijden.... dat wij naer 't overleijden van Jacob Hermans.... erfpacht en mitsdien onsen br..... Dirck Hermans als oom van vadersijde ende oorzake momboir Hendrik Jacobs ..... voornoemde Jacob Hermans onmondige zoon.... Mog. zelfde als grafboek Maarssen 1652-1655: compt erffgenamen van Jacob Hermans sa: Jan Hermans van Me.v.e [Meerwijk?], daar van Jasper Hermanss van Me.e (Meerwijk?). als momboir over de syne kinderen ten behoeve van selve kinderen vercocht.

Hieruit:

1. Herman Jacobs van Sweserengh, geb. ca. 1620, overl. april 1690, Utrecht, woont de Kuyll (Maerschalckerweert), verm. 06-04-1674, 29-10-1685, 06-01-1669, tr. 21 jan. 1643, in Utrecht, Cunera Jandr van Benthem, overl. maart 1682, dr. van Jan Jans van Benthem landbouwer op boerderij De Kuyll. Ook verm. (76, 20-9), nov. 1637, transport van land op de Leegeweide door de kinderen en erfgenamen van Jacob Hermens van Sweserenghe ende Neeltgen Henricksdr. echteluijden.

2. Henrick Jacobss van Sweserengh, geb. ca. 1615, oom van Neeltgen Claes van Montfoort (zie onder 3.), woont Legeweyde, overl. 1674, tr. Hendrikje Gijsberts van Montfoort, verm. 7-11-1671, 21-05-1670, verm. 06-01-1669, 20-09-1674 (dan overl.: Hendrick Gerritss Bruer is medeerfgenaam van zijn schoonvader Hendrick Jacobss). Ook: Hendrick Jacobs, eig. en gebr. 2 roeden land (valt onder St. Jan) en 2 morgen land (valt onder St. Munster) [morgentalen Zuilen, 1643]. Ook: Hendrick Jacobsen, in 1643 schepen Gerecht Zuilen, kan schrijven (76, inv. 86: Stuken betreffende het beheer van de brug over de Vecht, 1643-1658). (76, inv. 302): 1665: Hendrick Jacobs (heeft tot 1656 land in Swesereng): schepen. Ook: (76, inv. 302): Schepenen in 1665: o.a. Hendrick Jacobs. Ook: (76, inv. 20):nov. 1636: '....naer 't overleijden van Jacob Hermans.... Hendrik Jacobs ..... voornoemde Jacob Hermans onmondige zoon....Ook verm. (76, 20-9), nov. 1637, transport van land op de Leegeweide door de kinderen en erfgenamen van Jacob Hermens van Sweserenghe ende Neeltgen Henricksdr. echteluijden. Ook verm. in (archief Domkapittel 216, 3651): Rekeningen van Lekdijksrenten ten lasten van de geerfden, 1652: Hendrick Jacobs, 36 morgen. Kinderen:

a. Neeltgen Henricx van Sweserengh, geb. ca. 1640, verm. 06-01-1669, 21-05-1670, overl. 1670, tr. 1669 Lambert Mathyss van de Haer uit Amerongen

b. Jacob Henricxss van Sweserengh, verm. 06-01-1669, overl. voor 1679 (zie onder d).

c. Gysbertye van Sweserengh, geb. ca. 1640, overl. voor 27-2-1714, dr. van Hendrick Jacobss, tr. Hendrick Gerritss Broer, rk, bouwman, wonen in 1674 Suylen, in 1701 Zuylen, Lagewey, verm. 10-9-1701, 20-09-1674 (verm. m.b.t. pacht van eenhofstede onder Zuilen op Zwezereng). Kinderen: Cornelis, Jan, Gerrit, Hendrikje, Willemijntje (voogden van de kinderen waren: Gijsbert Gerritse Broer en Gijsbert Claes van Montfoort).

d. Willemina Hendriks van Sweseringe. (76, inv. 20):Januari 1679: 'Cornelis Wouters van Rijn woont Legeweijde, is getr. met Willemina Hendriks van Sweseringe (dr. van Hendrik Jacobs van Swesereng, en heeft broer sa: Jacob Hendriks van Swesereng), en verklaarde hij comparant dat in de scheidinge en deijlinge tussen hem en Hendrik Gerrits Breur wonende op Swesereng? (76, 302) 14 jan. 1679: Cornelis Wouters van Rijn transporteert huis en getimmer op de hofstede van Cecilien convent aan Hendrik Gerrits Bruer. Ook: (76, inv. 20):13 sept. 1687: 'Jacob Cornelis Preijt en Elisabeth Jans, echtelieden bekenne verkocht te hebben 2 morgen lants op leege Wijde gemeen met de 2 morgen die erfgen. Cornelis Wouters sa: .... strekkende van Liesvelderwetering tot aan land de heer van Roijensteijn daer de selve ten oostw., of de erfgenamen van de heer Swesereng ten weste naest gelegen zijn....' Ook verm. (76, 20-9), nov. 1637, transport van land op de Leegeweide door de kinderen en erfgenamen van Jacob Hermens van Sweserenghe ende Neeltgen Henricksdr. echteluijden.

3. Annichgen Jacobs, geb. ca. 1620, overl. ca. dec. 1672 ten huize van Ghysbertgen de Visscher te Utrecht aan de Catharynepoort, waar Annichgen woonde op de boven voorkamer; (in ca. okt. 1672 is in hetzelfde huis en kamer ook Jan Jacobs, de bediende van Adriaen Egberts van Zuylen, en schoonzoon van Annichgen overleden!), verm. 31-12-1672, 11-02-1673 en 7-11-1671 (bij huw. voorwaarden van haar dochter Neeltgen Claes van Montfoort die woonde Leegeweyde en tr. Ariën Egbertss van Suylen), tr. Claes Ghysbertss van Montfoort, overl. voor 1672. Kinderen: Ghysbert (woonde tot het overl. van zijn moeder in dezelfde kamer samen met zijn moeder aan de Catarynepoort), Neeltje, en Sychgen.

4. Aeltgen Jacobs, overl. voor nov. 1636 (76, 20-9), nov. 1637, transport van land op de Leegeweide door de kinderen en erfgenamen van Jacob Hermens van Sweserenghe ende Neeltgen Henricksdr. echteluijden.

 

Jacob Henrick balten, verm. op kaart 1605 (kaartboek kapittel St. Jan, 22-328), Swesereng: 'Jacob Henrick balten van Swe.en..bergh' (naest ghelant).

Mog. relatie met:

Henrick Jacobsen, verm. op kaart 1628 'Swesereng onder Zuijlen' (kaartboek St. Marie, Hendrick Verstralen): Henrick Jacobsen.

 

Gerrit Ansems, geb. ca. 1555, verm. grafboek Maarssen: 84v., verm. lidm.reg. Maarssen 1634 als wonende te Maarsseveen. Ook: (civ. zaken Hof van Utrecht, 5001): 29 okt. 1627: Gerrit Anselm, voogd van kind Thomas Gerrits. Gerrit Ansem: verm. (49-1425, gerecht Maarssen) dec. 1639: Gerrit Ansem, gemachtigde van Eypgen Cornelisdr. m.b.t. transport t.b.v. Elsgen Hermansdr. van Meer, wed. van sa: Elbert Cornelis Spruijt, wonende te Suijlen

Hieruit:

1. Thomas Gerrits, overl. 1627. Thomas Gerrits, geb. ca. 1585, tr. Cornelia, dr. van Anthonis Gijsbertsz. Verm. 29 okt. 1627 (civ. zaken Hof van Utrecht, 5001): onmondig kind van Thomas Gerrits, procedure door zijn voogd Jan Gerrits Verhoeff en Gerrit Anselmz en Bernt Geerloffsz, v.s. Jan Willemsz en zijn echtgen. Cornelia, dr. van Anthonis Gijsbertsz, eerder wed. van Thomas Gerrits en Antonis Gijsbertsz voorn., betr. successie.

2. waarsch.: Anneken Gerretsdr Ansems, wonende te Tienhoven, tr. Maarssen 1623 Herman Willemsz van Schanck, j.m. tot Bunninck

3. Anselm Gerrits Caen, geb. ca. 1585, overl. ca. 1655, kan schrijven, tr. 1e Utrecht (Domkerk) 28 maart 1611 Neeltgen Cornelis (beiden afk. van Maarsseveen), tot Maarssen, tr. 2e Utrecht (gerecht) 24 april 1629 (85-254) Neeltgen Henrick Willemsdr van Schaick ('wed. van Jacob Harmensz., wonende op Sweserenge'), tr. 3e Janneken Gijsberts (verm. in 1657 als wed. van Ansem Gerrits: 76, 302). Anselm Gerrits wordt verm. in 1633 (huisarchief Slot Zuilen nr.87): Instructie voor gerechtsbode om Ansem Gerritsen aan te zeggen de tiend- of gemene uitweg voor de brug te Zuilen niet met zijn hekken te versperren maar altijd open te laten. Ook: not. acte 25 febr. 1650: scheiding boedel Ansem Gerrits Caen, wed. Neeltgen Cornelisdr. met syn kinderen. Ook: grafboek Maarssen: 84v: compt aen Gerrit Ansems nu aen Ansem Gerrits als erfgenaem overgetekend anno 1652 den 29 aprillis. Ook: Ansem Gerritsen in 1642 en 1649 wordt verm. in rekest m.b.t. verzoek aanstelling predikant Zuilen. Ook verm. 21-04-1694 m.b.t onroerend goed Maarssenveen: 'zw: nasaten van Ansem Gerritss'. Ook verm. in 1652 samen met Peter Berntse Schaij i.v.m. betaling van door Willem Joosten Koot geleverde pannen t.b.v. de bouw van het schoolhuis te Zuijlen (archief herv.kerk Zuilen). Ook: Ansem Gerrits, tichelaer, in 1654 diaken [kerk.r. not.]. Ook: Ansem Gerrits als man en voogd van sijn huisvrouw (en) Reijer Jacobs van den Brenck & Maria Lambertsdr.: eigenaars en gebruikers 2 morgen land onder Convent Betlehem [morgentalen Zuilen, 1643]. Ook verm. in (archief Domkapittel 216, 3651): Rekeningen van Lekdijksrenten ten lasten van de geerfden, 1652: Ansem Gerrits, 6 morgen. Ook: Convent van d Dael, 12 morgen + tichelarij, gebruikers: o.a. Ansem Gerrits en Gijsbert Lamberts Schout. [morgentalen Zuilen, 1643]. (76, 302) 4 sept. 1648: tichelarij huijzinge gelegen aan de westzijde van de Vecht daar ten zuijden Ansem Gerrits, noordelijk Arent van Nijvelt. (76, inv. 302): 1653: 'Reijer Jacobs van den Brenck, wonende tot Zuijlen... aen Anna Rutgers, wed. Joost Joost tichelaar te Utrecht schuldig te zijn 100,- jaarlijks i.v.m. erf, hujs en tichelarij ten noorden van de Vecht ten oosten Gerard van Sondenbalck, westelijk Ansem Gerrits'. (76, 302): Jan Fransz transporteert op 8 jan 1657 een huisje aan de oostzijde van de Vecht aan Janneken Gijsberts, wed. van Ansem Gerrits. Ook verm. not. 6 sept. 1652: Ansem Gerrits, wonende tot Suijlen als gemachtigde van Dijpken Cornelis, wed. wonende tot Maersenveen volgen proc. voor schout en schepenen aldaer 20 aug. 1652 .... ende bekende hij compt. in de qualit. ontfangen te hebben van (kerk van st Jan) de somme van 192,- verlopen renten op een rentebrief ten behoeve van Dijpke Cornelisdr. gepasseert bij Jannigje Adriaensdr. wed. van sa. Cornelis Spijker als princ. ende Floris Cornelis als mede princ. in dato den 4 febr. 1610.

Ook: (76, 302) 4 sept. 1648: Juriaen Stoffels Quant erkent schuldig te zijn aan mr. Johan Haelwech cannonnick te St. Marie 1900,- onder verband van de tichelarij huijzinge gelegen aan de westzijde van de Vecht daar ten zuijden Ansem Gerrits, noordelijk Arent van Nijvelt, strekkende uit de Vecht tot het lant van 't convent van Betlehem. (76, inv. 302): 1653: 'Reijer Jacobs van den Brenck, wonende tot Zuijlen... aen Anna Rutgers, wed. Joost Joost tichelaar te Utrecht schuldig te zijn 100,- jaarlijks i.v.m. erf, hujs en tichelarij ten noorden van de Vecht ten oosten Gerard van Sondenbalck, westelijk Ansem Gerrits'.

 

Simon Gerrits, (tekent merk: kruis), panvormer, verm. not. 8 aug. 1653, tr. Merrichien Claes, dr. van Claes Adriaensz. van Schaik, wonen 'tot Suijlen', ook verm. in acte Hof van Utrecht 5 en 7 november l635. Ook verm. in 2e acte not. Houtman 21 sept. 1636 waarin Jan Jacobs van den Ende, Sijmon Gerrits en Peter Claes elk bekennen een bedrag schildig te zijn aan Willem Jans van Schaijk. Hieruit:

1. Merrichien, ged. Utrecht (Jac.kerk) 22 juli 1635

2. mogelijk: Gerrit Breur Simons (Gerrit Broer)

 

Gerrit Jansz Broer, geb. ca. 1610, woont 24-09-1670 Otterspoorbroeck (heet dan Gerrit Breur Simons), tr. Swaentie Gysberts. Ook verm. 01-09-1688 (dan beide overl.). Heeft broer Meerten Jansz: zijn kinderen wonen in 1688 in Nieuw Nederland

Hieruit (alle levende erven worden 01-09-1688 verm.:

1. Hendrik Gerrits Broer, geb. ca. 1635, rk, bouwman, wonende Sweserengh, begr. Zuilen 8-11-1720, Huwde voor 1676, Gijsbertje van Sweserengh. In 1674 verm. i.v.m. pacht van een hofstede onder Zuilen op Zwezereng. (76, 302) 30 dec. 1678: Hendrik Gerrits Broer (woont dan op Zwesereng op de hofstede van 't convent van St. Cecilien) transport aan Gijsbert Gerrits Breur en Gijsbert Claes van Montfoort. (76, 302) 14 jan. 1679: Cornelis Wouters van Rijn transpoteert huis en getimmer op de hofstede van Cecilien convent aan Hendrik Gerrits Bruer. Ook: (76, inv. 20):1689: land verkocht door Jacob Cornelis Preijt (tr. Elisabet Jans), land waar erfgenamen heer Sweserenge westw.......'. Zelfde land wordt in 1700 gekocht bij opbod door Hendrik Gerrits Breur. Kinderen:

a. Gerrit Hendrikse Broer (woonde Legeweyde Sweseringsgeregt) tr. 1713 Cornelia de Ridder, verm. 14-10-1713, en 14-10-1713, 17-05-1721

b. Cornelis Hendricksen Broer, woont Legeweyde, verm. 05-04-1708, 14-10-1713, 17-05-1721

c. Jan Hendrickse Broer, woont Harlermerweert, onder Vleuten, verm. 05-04-1708, 14-10-1713, 17-05-1721

d. Willemyntje Hendriks Broer, woont by Maarssen, Overtoom, tr. Hendrik Jansen Baars, verm. 14-10-1713, 17-05-1721

e. Hendrikje Hendriks Broer, overl. voor 1713, tr. Hendrik Cornelisse Termey, verm. 14-10-1713, 17-05-1721

2. Gijsbert Gerritse Broer (verm. als voogd van de kinderen van 1.). (76, 302) 30 dec. 1678: Hendrik Gerrits Broer (woont dan op Zwesereng op de hofstede van 't convent van St. Cecilien) transport aan Gijsbert Gerrits Breur en Gijsbert Claes van Montfoort. Ook verm. 01-09-1688.

3. Merrichtie Gerrits Broer, tr. voor 24-09-1670 Ghysbert, zn. van Annichgen Jacobs (Van Sweserengh) en Claes Ghysbertss van Montfoort. Echtpaar woont 1670 Leege Weyde. (76, 302) 30 dec. 1678: Hendrik Gerrits Broer (woont dan op Zwesereng op de hofstede van 't convent van St. Cecilien) transport aan Gijsbert Gerrits Breur en Gijsbert Claes van Montfoort. Ook verm. 01-09-1688

4. Neeltie Gerrits Broer, verm. 01-09-1688, tr. 1e Jan Dircxsz Bout, tr. 2e Gerrit Cornelis Bogert

 

Adriaen Gerrits, 13 morgen [oudschildgeld over Zuilen 1656]. Ook: Adriaen Gerrits, 4 morgen [oudschildgeld over Zuilen 1656]. Ook: (76, 302) 1646: transport aan Adriaen Gerrits van Rijn ende Geertruijd zijn wijff eenen wintmolen met eene hujsinge ende getimmer daar toe behorende soo 't selve nu ter tijt staat en gelegen is op tie westzijde van de Vecht tot Zwesereng.

 

Arien Gerritsz en Susanna Christiaens: laten 1671 te Zuilen tweeling Arien en Daniel dopen.

 

Gerret Gijsbertsz, geb. ca. 1600, tr. N.N.

Hieruit:

1. Baatje Gerrits, ged. 27 juli 1628 te Maarssen, tr. Cornelis Theunissen. Kind: Hendrickje, ged. Zuilen (1661), Gijsbertje (1662)

2. N.N.: Gerret Gijsberts doopt op 1 januari 1633 te Maarssen nog een kind (naam onvermeld, mogelijk Gijsbertje Gerrits die tr. 1655 Cornelis Jacobs Coninck)

3. mogelijk: Aert Gerritsz, heeft broer Gijsbert Gerritsz, bij zijn huwelijk jongeman van Zuilen, Ondertrouw op 24-02-1657 te Zuilen met Neeltjen Jans (van Sweden, de Sweet), dr. van Jan van Sweden. Bij de huwelijksinschrijving staat: aanget. 11-3-1657 Antonisgasthuijs te Utrecht getrouwd; getuige Gijsbert Gerritsz zijn broer. Kinderen: Maria, ged. Zuilen 1657, Gerrit (1665)

4. mogelijk: Gijsbert Gerritsz (zie hierna). Mog. zelfde als Gijsbert Gerritsz die tr. Cunera Ingens en op 2 april 1654 te Zuilen zoon Cornelis laat dopen

5. mogelijk: Jan Gerrits, laat in 1651 te Maarssen dr. dopen. Mog. Zelfde als Jan Gerrits, j.m. van Breukelen, tr. (get. 'zijn broer') in 1657 te Zuilen Eerlandt Jans, doopt Gerrichjen in 1658 te Zuilen

 

Gijsbert Gerritsz, tr. Cunera Ingens. Kuijntje Ingens wordt verm. in kerk.raadsnotulen op 21 okt. 1677: 'dat sij selve bovengemelte Hendrick Jans (zn. van Jan Loeven Ruiten) heeft ten doop gedragen'. Echtpaar wordt ook verm. 24-04-1664. Mog. zelfde als: Gijsbert Gerrits, gebr. 40 morgen [oudschildgeld over Zuilen 1656]. Hieruit:

1. Cornelis, ged. Zuilen 2 april 1654

 

Gerrit Willems, 4 morgen [morgentalen Zuilen, 1643]. Ook: Gerrit Willemse, 6 morgen + + [oudschildgeld over Zuilen 1656].

 

Gerrit Egberts van de Sijdelwech, petri 1622, 4 gld. (76, 66: rek. erfpachten). Gerrit Egberts vande Sijdelwech, verschenen anno petri 1623, 4 gld. (76, 66: rek. erfpachten). Hieruit:

1. mog.: Jan Gerrit Egbertsen (verm. 76, manuaal 1619-1656), 1655: verbruickt 6 mergen

 

Gerrit N (Gerrit Egberts v.d. Sijdelweg?). tr. N.N.

Hieruit (gen. 1590):

1. Cornelis Gerritss van Zuylen, geb. ca. 1595, verm. 16-11-1654, verm. als get. (samen met Adriaen Egbertsen) 24-03-1671, tr. Aeltgen Peters van Ommeren, verm. 16-11-1654 en als overl. verm. 19-09-1671 (weduwe van Egbert. N.). Mog. zelfde als: Cornelis Gerrits, 2 morgen [morgentalen Zuilen, 1643]. Ook: Convent van d Dael, 12 morgen, gebruikers: Dirck van Schaijck (1 morgen), Jan Lamberts (1/3 = 5 morgen), Cors Gerrits (1/3 = 5 morgen). Ook verm. in (archief Domkapittel 216, 3651): Rekeningen van Lekdijksrenten ten lasten van de geerfden, 1652: cornelis Gerits, 8 morgen. Ook verm. 07-04-1648.

2. Bartholomeus van Vloten, Bartholomeus Gerritsen, geb. ca. 1590, was rentmeester van de heer van Zuilen aan het begin van de 17de eeuw, overl. voor 1675, was eigenaar van 6 morgen [morgentalen Zuilen, 1643]. (76, 302) 13 aug. 1663: Bartolomeus van Vloten transporteert aan Johannes Teekman 6 morgen bouwland westzijde Vecht. Ook verm. 05-01-1656. De wed. van Bartholomeus van Vloeten wordt verm. 10-06-1668 bij een schuldbekentenis van Jan Jansen alias Jan Franssen m.b.t. 600 gulden met verwijzing naar plecht d.d. 12-12-1624 voor het gerecht van Zuilen. Verm. 1679: 'erfgenamen van de heer van Vlooten heben plecht van 600,- op de tichelarij van Jan Frans sal.,': en is door de Ds. voorgesteld een deel van 200,- of twee delen van deze plecht te kopen (t.b.v. de diakonie) . [kerk.r. not.]. Ook: 28-10-1671: Jacob Corneliss van der Wel: erfgen. van moederszyde van Bartholomeus van Vloeten. Ook: 1681: Omschrijving onroerend goed: 1/3 van huysinge, erve, gront c.a. Vechte zw: Bartholomeus van Vlooten. En: (76, inv. 13):1651: 'Bartholomeus van Vloten ten Noorden ....'. En: (76, inv. 302): 1668: 'ten behoeve van de erfgenamen van de heer Bartholomeus van Vloten (..) zeeker huijs erve hoff en boomgaart mitgaders klein daar aan (..) staande aan de oostzijde van de Vecht'. Ook (76, 302) 19 april 1679: de executeurs van den testamenten van Bartelomeus van Vloten transporteren seker huijs en boomgaart in Suijlen ten behoeve van de pastorije belenden ten noorden de erven Gijsbert Lamberts in leven schout te Zuijlen ten zuijden de wech en steech van 't huijs te Suijlen. Ook verm. als overl. 29-11-1675 wegens erfportie uit zijn boedel aan zijn neef Adraan Hendricksz van Sweserengh.

Zelfde als Bartholomeus Gerritss, geb. ca. 1595, overl. 1674, verm. 15-04-1671, woont in 1671 te Zuilen, verm. 24-10-1672, 01-05-1671. Zelfde als Bartholomeus Gerritsz, woont Suijlen, verm. not. Woerden 19-05-1674 als erflater bloedverwant (samen met Neeltje Egberts). Bartolomeus Gerrits huurt in 1670 een boomgaard op Mariendael (76, inv. afrekeningen).

3. Tibbe Gerritss, verm. 15-04-1671

4. mogelijk: Egbert van Suijlen, verm. erfpachten (76, 222), pag. 30: 'ten behoeve van Egbert van Suijlen,..erfpachtgrond op de Clop', ca. 1640

 

Egbert N., geb. ca. 1590 (zelfde als Egbert van Zuijlen? en relatie met Gerrit Egberts v.d. Sijdelweg?), overl. voor 1671, tr. Aeltgen Peters van Ommeren (heeft broer Oth Peterss van Ommeren, woonachtig geweest te Darthuizen), als overl. verm. 19-09-1671. Aeltgen hertr. Cornelis Gerritss van Zuylen (zie hiervoor)

Hieruit (gen. 1620, verm. 19-09-1671):

1. Neeltgen Egberts, geb. ca. 1620, wed. Willem Joosten Cooth, mog. begr. 23 sept. 1688 als 'Nelte Kootte'. tr. Westbroek 10 jan. 1647: Willem Joosten j.m. ende Neeltien Gerrits j.d. beijde van Zuijlen volgens attestatie van Zuijlen. Ook: Neeltge Cooten, woont Zuijlen, verm. not. Woerden 19-05-1674 als erfgenaam gemachtigde bloedverwant (samen met Bartholomeus Gerritsz).

2. Gerrit Egbertss Wttenbogaert, geb. ca. 1622, ook verm. 15-04-1671, woont buyten Tollesteechpoort. Waarsch. zelfde als: Gerrit Egbertsen van Suijlen, tr. 1648 (gerecht Utr) Dirckgen Adriaens, en Gerrit Egberts van Zujlen, tr. 1661 (gerecht Utr.) Jannichgen Cornelis. Waarsch. zelfde als verm. oudschildgeld over Zuilen 1656 (maar niet morgentalen 1643) als Gerrit Egberts tot Zuijlen, samen met anderen i.v.m. ticheloven op land Convent ten Dael.

3. Adriaen Egbertss Wttenbogaert, verm. 16-11-1654. ook: Adriaen/AriÙn Egbertss van Suylen, verm. als get. 24-03-1671 (samen met Cornelis Gerrits), woont Suylen in 1671 en in 1672 te Utrecht, verm. 7-11-1671, 01-05-1671 en 24-10-1672 (Huwelijkse voorwaarden), tr. 1e ......, tr. 2e 1671 Neeltgen Claes van Montfoort (woont Leegeweyde), dr. van Claes Ghysbertss van Montfoort en Annichgen Jacobs van Sweserenge. Adriaen wordt in 1672 verm. wegens begr. van zijn bediende Jan Jacobs. Een oom van Adriaen (en broer van Cornelis Gerrits) heet Barthelomeaus Gerrits.

4. Willem Egberts Wttenbogeart, geb. ca. 1620, overl voor 1671, heeft als zonen: Egbert Willemss Wttenbogaert (meerderjarig in 1671, get op 15-04-1671 voor zijn oom Gerrit Egberts), en Steven Willemss Wttenbogaert, in 1671 onmondig. Waarsch. zelfde als Willem Egbertsoon van Suijlen, tr. 1643 (gerecht Utr) Catarijna Stevens van Tijnvelt. Waarsch. zelfde als Willem Egberts, afk. van Suijlen, backer, op 10 april 1647 aangenomen als nieuw burger van Utrecht.

5. mogelijk: Peter Egbertsz van Wensveen, geb. ca. 1620, tichelaer, meester tichelaer, tr. Neeltgen Gerrits, woont Roodebrugh. Echtpaar tr. Westbroek 12 nov. 1643 als: Peter Egbertszen j.m. van Wensveen ende Neeltien Gerrits j.d. van Zuijlen beijden wonende tot Zuijlen hebende aldaer hare drij houwelijcksche proclamatien gehadt in de Cappelle sonder eenighe inspraecke sijn alhier in de echten staet bevesticht. Peter wordt ook verm. 10-03-1673.

6. mogelijk: Cornelis Egberts van Wenstveen, tichelaer, buyten de Weertpoort, aende Rodebrugge, verm. 17-08-1664, 10-04-1665, overl. ca. 1665, tr. Teuntgen Symons Snoeck. Hieruit:. Aeltie Cornelis, en Lambert Cornelissen van Wensveen

 

Harmen Peterse inde Weert. Convent van de Dael: 11 1/2 morgen + ticheloven (eigenaar: Convent van de Dael), gebruikers: o.a. Harmen Peterse inde Weert [oudschildgeld over Zuilen 1656]

 

Lijsbeth Jans, geb. ca. 1635, overl. voor 1663, tr. Zuilen 1661 als j.d. van Utrecht, Jan Cornelissen. Jan Corne, broer van Lijsbeth is getuige.

 

Jan Cornelis Prins, Jan Corne Prins, geb. ca. 1632, pachter van de Zuilense kasteelboerderij, eerder te Honswijk, geref., verm. 22-11-1695, 03-09-1695, 28-02-1692, 04-05-1690, tr. Emmerentia van Zyll, dr. van Bastiaen Lauwerensen van Zyl (in leven timmerman tot Maarssen) en Maria Jans van Oudaen. Jan heeft in 1690 weiland in Maarsseveen gehuurd. Mog. zelfde als: (76, 302): Jan Cornelisz transporteert op 1 febr. 1658 'een steegjen' aan de oostzijde van de Vecht aan Gijsbert Andries. Jan Cornelis Prins wordt in de lijst van Dijkwachtplichtigen in 1687 verm. wegens 54 morgen van de heer van Zuilen, en in 1689 wegens de hofstede bij het huis Zuilen.

 

Teunis Claessen, tr. Cornelia Pieters.

Hieruit:

1. Berentjen, ged. Zuilen 16 april 1653

 

Gijsbert Willems, eig./gebr., Convent Dael [morgentalen Zuilen, 1643]. Ook: Gijsbert Willems [morgentalen Zuilen, 1643]. Ook: Convent van de Dael: ticheloven (eigenaar: Convent van de Dael), gebruikers: o.a. Gijsbert Willemse [oudschildgeld over Zuilen 1656]

 

Jan Dircks, 6 morgen [oudschildgeld over Zuilen 1656]

 

Jan Loeven Ruiten, geb. a. 1625, tr. Neeltjen Hendriks: Jan Loeven, tichelaar tot Zuilen in 1655 (76, inv. 110). Notulen kerk.raad Zuilen, 21 okt. 1677: 'is in de Kerckekamer binnen getreden Hendrick Jans soon van Jan Loeven Ruiten welcke versocht kerk. att. dat hij hier gedoopt was, en sijne vader alhier gewoont hebbende ... dewijl hij sich in huw. staat soude begeven.... doch sijn naam niet in het kerckeboeck gevonden..... dewelcke soondanige att. op een gesegelt papier aen hem... bekend is: ouders: Jan Loeven en Neeltjen Hendriks...., getuigde Kuijntje Ingens dat sij selve bovengemelte Hendrick Jans heeft ten doop gedragen alhier, .... dat onse tegenwoordige kerke was opgetimmert..... wat de oorsaake dat sijn naam niet in het kerkedoopboeck .... kunnen wij geen reden geven'. Ook: Neeltjen Hendricks, geb. ca. 1625, j.d. woonende op Vijfhujsen, tr. Westbroek 10 dec. 1650 Jan Loefsen j.m. woende in Westbroek. Neeltje is waarsch. zelfde als nicht van Hendrik Aerts van Woerden, overl. voor 1655, woonde op Vijfhuizen 1644-1647, heeft een nicht Neeltje Henricas

 

Cornelis Hendriks, verm. 1647-1650. Cornelis Hendriks tot Zuijlen, huurt 1647-1650 'cleijn huijsje tot Zuijlen' (voorheen bewoond door Cornelis Arris): Manuaal 1619/1659 Huis Zuilen

Cornelis Hendricxs Brouwer, overl. 1677. kind:

1. Jan Corneliss Brouwer, geb. ca. 1645, steenbackersknecht, woont Suylen, verm. 16-4-1677

 

Jan Cornelis Vredendael, geb. ca. 1635, tr. Teuntje Jans

Hieruit:

1. Jacob Jans Vredendael, ged. Zuilen 1663, Huwde Zuilen 8/31-8-1690 Jannichje Rippers van Leeuwen, jonge dochter van Catwijk-Binnen. Kinderen o.a. Gerrit, Arien.

2. Jan Verschuyr a Vredendael, moet op grond van voorkomen identiek zijn met Jan Jans Verschuur ged. Zuilen 23-9-1666 zeepzieder, diacon, zn van Jan Cornelis Vredendael en Teuntje Jans, geref., stelt merk. Huwde Zuilen 3/19-4-1691 Geertje van Arkel, dr van Adam Schalken en Nellichje Alberts(?). Kinderen o.a. Cornelis ged. Zuilen 22-11-1696

3. Hendrik, ged. Zuilen 1669

4. Gerrit, ged. Zuilen 1671

 

Jan Hermenss Verscheur, verm. 16-07-1655 wegens borg voor hem staan t.b.v. de impost door Michael Lover. Hieruit:

1. Harman Jans Verschuur, geb. ca. 1640, afk. van Westbroek (hoewel bij otr. te Zuilen verm. als j.m. van Zuilen), tichelaar, herbergier in de Witte Swaen, gerechtsbode van Zuilen, kerkmeester 1685/88, begr. 23-12-1700, geref, kan tekenen (Herman is waarsch. broer van Gerrigje Jans Verschuur, tr. Melis Cornelissen Rosenboom). Huwde (otr. Westbroek 10-2-1666, en o.tr. Zuilen 9 febr.) Utrecht feb. 1666 (att. Naar Anthonigasthuys) Noytgen Otten van der Sluys, bij huw. j.dr. van Westbroek. Verm. 27-08-1677: Harmen Jansz Verschuyr heeft thichelarye met huysinge en anderhalve mergen lants wz Vecht (gaat na zijn overl. naar Otto Verschuur); tighelarye oz Veght (gaat na zijn overl. naar Johanna Verschuer). Ook: (76, 25): 14 jan. 1676: coopcedulle van Neeltgen Jans, wed. van Jan Jans in sijn leven bode te Zuilen, verkocht aan Herman Jans Verschuur. (76, 302) 1 maart 1676: Neeltje Jans, wed. Jan Jansz, transporteert huis en erf aan Herman Jansz Verschuur. (76, 302) 15 maart 1678: Stoffel Juriaen Quant c.s. transporteert huis en erf westzijde Vecht aan Jans Verschuur. (76, 302) 29 nov. 1680: Leendert Verkerk c.s. transporteert 1,5 morgen land gelegen weszijde Vecht aan Hermen Jans Verschuer. (76, 302) 5 juni 1687: Cornelis Jans Fock c.s. transporteren huis en erf westzijde Vecht naar Herman Jans Verschuur. (76, inv. 302): 4 febr. 1690: erven Jan Frans (de curator van Aeltje Jans, wed. Jan Frans): transport huis en tichelarij bij 't Loothuijs oostzijde Vecht naar Herman Jans Verschuur. (76, 302) 4 febr. 1690: Herman Jans Verschuur transporteert huis oostzijde Vecht aan Willemina van Rossum. Ook: Hermen Jansz Verschuur, woont Zuilen, verm. not. Woerden 23-02-1690 als verkoper. Ook: (76, inv. 16):1687: 'kinderen en erfgenamen van Geertgen van Leeuwen in haer leven huisvrouw van Jan Anthonis Fock (was herbergier te Zuilen), des verkopers vader en moeder sa: .... naar Harman Verschuer....' (transport betr. mog. de herberg de Zwaan, hoewel Herman al op 24-11-1680 wordt verm. als herbergier te Zuilen). Herman verhuurt op 7-12-1692 een tichelarij aan Gijsbert van Breuckelen

 

Thomas Ritertsz van Outvelt, kleermaker, geb. ca. 1620, woonde bij zijn huwelijk in Zuilen, octrooi testeren: 1669, verm. 25-8-1669, tr. 1e Jannichjen Ariaens van Winseveen, tr. 2e Utrecht 11 okt. 1656 Lijsbeth Jans (= Elisabeth Jans Keep, zij heeft zuster: Geertje Jans Keep), afk. van Munster, woonde te Utrecht. Lijsbeth hertr. Utrecht (o.tr. Zuilen 19 dec.) 3 jan. 1675 Aelbert Cornelissen, j.m. (stief)zoon (van Elisabeth): Ritsert Thomass van Outvelt. Testament 25-8-1669: nalatenschap aan Diaconie t.b.v. de armen van Zuilen

 

Adriaen Henricks, eig./gebr. 30 morgen [morgentalen Zuilen, 1643]. Ook verm. in (archief Domkapittel 216, 3651): Rekeningen van Lekdijksrenten ten lasten van de geerfden, 1652:Adriaen Hendricks, 45,5 morgen. Ook verm. 05-01-1656: Adriaen Henrickss van Sweserenghe, woont te Zuilen, zn. van Ghysbertgen Jans van Papendorp

 

Jacob Willems Schijff, geb. ca. 1608, na 1659 rk?, schietschuitschipper, begr. Zuilen 10 jan. 1691, tr. 1e N.N., tr. 2e (gegevens Hein Vera) Zuilen (herv.) 27 maart 1659 (m.b.t 1e of 2e huw.: overl. vorige echtgen. wordt niet verm. in tr.-boek, maar er staat ook geen j.m.) Annichje Hermans Soetemans (zelfde als Annigje Hermans verm. als lidmaat herv.kerk Zuilen 06-06-1693?). [Jacob is misschien fam. van Elias Willems Schijff, pottebacker te Lauwenrecht?]

Hieruit:

1. Cornelis Schipper, Cornelis Jacobs Schijff, geb. ca. 1635, schipper tot Zuilen, r.k., huwde N.N. Mog. zelfde als verm. zettingen dorpsgerecht Zuilen ca. 1686 en daarna: 'Cornelis de Schipper, de wed.'. Kind:

a. Cornelis Cornelis Schijff, geb. ca. 1670, schipper op Zuilen, verm. 30-11-1692, begr. Zuilen 10 aug. 1718, huwde Utrecht gerecht 26-4/25-5-1695 Cornelia Centen van Groeningen, van buiten Tolsteeg. [de namen van zijn ouders worden niet bij zijn huw. verm.]

2. Willem Jacob Schijff, geb. ca. 1634, rk, schipper, begr. Zuilen 15 maart 1717, tr. Annichje de Haas (Annetje Dircks van Woerden), dr. van Dirk Jans van Woerden, begr. Zuilen 4-11-1710. (76, 153) 1684: Willem Jacobs Schipper (Schijff) tot Suijlen in plaets van Dirck Jans (van Woerden, de schoonvader): huur huijsinge en erve tot Suijlen. Dit erf lag aan de oostzijde van de Dorpstraat en daaraan grenste noordw. een erf met twee panwerkjes (boedel nabestaanden Jan Fock, 1711). De erfpacht van hetzelfde erf gaat later over op zijn huisvrouw: (76, 222): 1698: Annetje Dircks van Woerden hv. van Willem Jacobs Schijff: daer den capelle goedt zuijdwaerts en den voorn. Dirck Jans (van Woerden) noortwaerts en den heer van Zuijlen oostwaerts naast gelegen sijn.

 

Jan (Willems Schijf?), geb. ca. 1600, broer van Jacob Willems Schijf? Hieruit:

1. Gerrit Janss Schyff, geb. ca. 1625-1635, woont Suylen, Legeweyde, verm. 20-5-1665.

2. Wouter Janss Schyff, geb. ca. 1625-1635, (woont Ottersenbroeck), verm. 20-5-1665.

 

Gerrit Janss, backer: 09-11-1677: Dirck Janss, Gerecht onroerend goed: Suylen: zw: pastorye van Suylen: andere zyde: Gerrit Janss, backer. Waarsch. zelfde als: Aeltje Jans, wed. Gerrit Jans, won. Zuilen hertr. Zuilen 14 dec. 1684 Steven Dircksz, wedr. Jannichjen Mesen, won. Maarssen. Ook: Aeltje Jans is mog. zelfde als Aeltje Snijders:12 april 1676: 'besluit dat in somerseisoen geen bedeling meer sullen genieten: ....en Aeltje Snijders.......' [kerk.r. not.], en: 8 dec. 1678: 'is Aeltje Jans bij dese wintertijd toege.... welke een halve gulden' [kerk.r. not.]

 

Jan Harmans de Haes (Haas), diaken in 1670 [kerk.r. not.], ook verm. 16-07-1667, chirurgyn, woont Suylen, tr. Orseltgen Pieters (dr. v. Pieter Scherenberch, keulschipper), mogelijk zelfde als bij doop te Westbroek: 22 april 1642: gedoopt Theuntjen de dochter van Jan Harmanszen ende sijn huijsvrouw tot Zuijlen; en doop Westbroek 26 november 1648: gedoopt Geritjen de dochter van Jan Hermans ende Dirckjen Hendricks woonende in Zuelen

 

Jan Gijsberts, tr. Claertgen Jans, wonen tot Zuilen (1613). Mog. zelfde die later getr. is met Gijsbertje Wiggerts?

Hieruit:

1. Neeltgen, ged. Utrecht (NH) 25 aug. 1613

 

Gerrit Jans, getr. met Gijsbertgen Wiggers, wonen 'op de Clop'. (Is zij misschien een zuster van Trijntje Wijers/Wijgerts?) Hieruit:

1. Jan, ged. Utrecht (Jac.kerk) 4 mei 1636

1. Niesgen, ged. Utrecht (Jac.kerk) 21 jan. 1638.

 

Gerrit Jansz tr. Hendrickgen Jans, wonen 'tot Suijlen'. Hieruit:

1. Jasper, ged. Utrecht (Jac.kerk) 30 okt. 1631

 

Fredrick Theunissen, afk. van Zuijlen, o.tr. Utrecht 1610 (attest. om te Zuilen te tr. 28 okt. 1610) Adriaentgen Gijsberts, woont Roijbrugge. Mog. zelfde als Frerice ...., laat te Maarssen dopen: 'Maijghen' 1624.

 

Wouter Willem Mostert, geb. ca. 1560, tr. N.N. (Financiele instellingen nr. 1102: Rekening over de Zuilendse goedeeren 1606-1607), ontvangen erfpachten: Wauter Willems Mostert van 64 roeden (2gld, 5st.). Ook verm. Zuilen: Wouter Willems Mostaert, nu eigenaar en gebruiker Dirck Dirck Snijder [morgentalen Zuilen, 1643]. Ook: (76, inv. 202): m.b.t. erfpacht ca. 1636: erfgenamen van Oth Cornelis t.b.v. Reijer Jacobs van den Brenck: erf en watermolen in gerecht Zuilen, beginnende van Bart Corneliss en Bart Janss hofsteden oostwaarts op tot so verre de palen geslaegen sijn, en de voorn. drie erfgens bij Antonis Gijsberts, Antonis Joosten en Wouter Willem Mostert in erfpacht van de huijse van Suijlen gehouden sijn, daer noordwaerts Jan Willems wed. en suijdwaerts d kercke ofte capeele goederen gelegen sijn.'. En: (76, inv. 202): ca. 1605: erf tot Suijlen t.b.v. Antonis Gijsberts wonende op Vijfhuisen , beginnende bijde hofstede van Bart Cornelis oostwaerts, daer noordwaarts Bart Jans en Matthijs Segers en westwaerts Wouter Willems (Mostert?)...... Ook (76, 202) 15 dec. 1605: 'erfpacht vanden huijse van Suijlen voorts gehouden daer noortwaerts Jan Willems en westwaarts Wanter Willem naeste elce met erfpacht gelegen sijn'. Hieruit:

1. Willem Woutersz Mostert, geb. ca. 1585, waarsch. zelfde als Willem Wouterssoon, afk. van Suijlen, tr. Utrecht 27 okt. 1605 Mechteltgen Peters (woont op den Oort), en: Willem Wouters, afk. van Suijlen, geref., woont Roijbrug, o.tr. Utrecht 17 juli 1608 Grietgen Gillis, afk. van Vechten. Willem Woutersz Mostert wordt verm. transport Woerden 0-3-1643: 2 huizen en erven gelegen Tournoysveld transport ten gunste van Frank Krijnensz voor 1000 gulden. Ook verm. 1-10-1641 samen met Marrigje Corn. (wed. v Jan Cl. Stort) wegens transport huis en erf gelegen Honthorst ten gunste van Abraham Jansz voor 225 gulden. Ook verm. 11-7-1622 in transport gerecht Woerden wegens koop pannebakkerij gelegen Tournoysveld gekocht van Rot, Cornelis Gerritsz. Ook verm. not. Woerden 03-05-1649 als borgsteller, en 10-03-1644 als koper, en 17-11-1653 als geldnemer, en 23-09-1652 als pannebakker en geldgever/verkoper, en 01-01-1655. Ook verm. 29-5-1628 transport Woerden: koopt samen met Gerrit Wouters Mostert pannebakkerij met 3 huizen en erven. Waarsch. zelfde als: Willem Mostert, woont Woerden, pannebakker verm. not. Woerden 23-05-1651, verm. als overledene: Cornelis Willemsz Mostert en Wouter Willemsz Mostert worden in dezelfde acte als geldnemers verm. Hieruit mogelijk:

a. Wouter Willemsz Mostert, geb. ca. 1610, woont Woerden, pannebakker, verm. not. Woerden 06-03-1645 als attestant getuige. Tr. mogelijk Aertgen Joostendr, woont Woerden: verm. 05-01-1651 in zelfde akte als Wouter (huwelijkspartner). Ook verm. not. Woerden 23-05-1651 wegens overl. Willem Mostert. Ook verm. not. 06-03-1645 als pannebakker. Ook verm. not. Woerden 12-05-1651, dan mr. pannebakker..

b. Cornelis Willemsz Mostert, geb. ca. 1615, woont Woerden, verm. not. Woerden 23-05-1651 betreff. overl. Willem Mostert en als geldnemer. Ook verm. not. Woerden 22-05-1651 als voogd bloedverwant, en 23-09-1652, dan pannebakker. Ook verm. 14-05-1655 als pannebakker huurder.

2. Gerrit Wouters Mostert, geb. ca. 1590, verm. 29-5-1628 transport Woerden: koopt samen met Willem Woutersz Mostert pannebakkerij met 3 huizen en erven. Hieruit mogelijk:

a. Cornelis Gerritss Mostert/Mostaerd, geb. ca. 1625, tichelaarsknecht, woont Roodebrugge, tr. Gerrichjen, dr. van Jan Adriesen (verm. 76, 171). laat in 1665 zijn attestatie van Woerden naar Utrecht overschrijven. verm. not. Utrecht 08-10-1675 (compagnon met Peter Janss van Zuylen [in 1667 voogd kinderen Neeltje Gerrits]), woont in 1659-1662 te Zuilen, (niet zelfde als Cornelis Gerritse Preyt: tr. Geertruid, maar is dr. Dirck Janss van Pylsweert). Cornelis Gerrits Mostert wordt op 06-06-1655 verm. in een not.acte waarin hij zijn schoonvader Jan Andriess constitueerd om van Willem Cooth, gemachtigde van Adam van Lockhorst, de tichelarij het Nieuwe Werck (Duynkercken) in Zuilen te huren. Op 28-05-1663 wordt Cornelis Gerrits Mostert verm. wegens beeindiging van de huur van een huis en tichelarij aan de Rodebrug, zijn schoonvader Jan Andries van Suylen is dan borg en zal de schuld aflossen en Cornelis zal verder als knecht van Jan Andriess blijven werken. Cornelis Gerritss Mostert wordt op 08-10-1675 verm. wegens schuld vanwege geleverd lood.

Hieruit:

i. Peternella (ged. Zuilen 1660)

ii. mogelijk: Marrigie Cornelis Mostert getr 28-12-1689 Jan Rijcken van Eijck Parochie buiten de Weerd

iii. Johannes (ged. Zuilen 1662. Mog. zelfde die als Jan Cornelis Koning als j.m. van Zuilen in 1688 tr. te Utrecht. Mog. zelfde als Jan Cornelisz Mostert tr. Parochie buiten de Weerd 3-04-1699 Willemijntie Jurriens van Schaick.

b. Gerrichje Gerrits Mostert, tr. 1656 met Claes Jansz uit Jutphaas. Echtpaar woonde in de Woerdense Pannenbakkerijen.

c. waarsch. Neeltje Gerrits: Cornelis Gerritss Mostert/Mostaerd is in 1667 voogd voor haar kinderen.

d. mog. Gijsbertje Gerrits, tr. Cornelis Jacobs Koning. Gijsbertje woonde voor haar huw. in de Woerdense pannenbakkerijen.

3. Mogelijk: Anna Wouters Mostart, geb. ca. 1595, (zij werd als wed. 25 april 1653 te Utr. begr., tr. Huybert Peterse van Schalckwijk (Huybert Janss van Zuylen wordt in 1653 verm. als momboir voor hun nagelaten kinderen).

 

Jan Hartman, samen met Henrick Aerts verm. als eigenaars/gebruikers 4 morgen [morgentalen Zuilen, 1643]

 

Reinier Aertsz, geb. ca. 1595, tr. Merritgen Gerrits, wonen 'naest de schout van Zuilen'. Hieruit:

1. Gerrit, tweeling, ged. Utrecht (Jac.kerk) 6 dec. 1627 (get. Hendrick Gerrits, Geertruid Gerrits en Aelthen Jans)

2. Arnoldus, tweeling, ged. Utrecht (Jac.kerk) 6 dec. 1627 (get: idem)

 

Reyer Jacobse Hoppenbrouwer (niet zelfde als Reyer Jacobsz van den Brenk, die ouder is), op de nieuwe steenoven, tr. 1e Grietje Hermans van Weert, tr. 2e 26-3/30-4-1676 Grietje Abels (weduwe Geerloff Reyers). Hieruit:

1. mogelijk: Jacob Reynierse Hoppenbrouwer, Jacob Cornelis Hoppenbrouwer, Jacob Reynierse, ged. ca. 1643, op de Dael, tr. Thanneke Teunis

2. mogelijk: Trijntje Reyniers Hoppenbrouwer, wed. Bastiaen Theunis,, tr. 2e Zuilen 3-8/2-9-1683 Cornelis Roelen, geref. (bij huwelijk op de Daal).

 

Daniel Jansen, geb. ca. 1595, tr. Sara Zegerijk/Segers, wonen 'onder de Vijffhuisen'. Hieruit:

1. Abraham, ged. Utrecht (Nic.kerk) 10 juni 1627

2. Hilleken, ged. Utrecht (Geertekerk) maart 1629

 

Ghysbert Bastiaenss Jonghman, tr. Merrichgen Willems, verm. 02-02-1667, 30-11-1667, 29-03-1670 (beide overl. voor 1667), woonde gerecht Westbroek, Binnenwegh, naast wed. Peter Beerntss Schay. Hieruit:

1. onmondig kind (1667)

 

Hendrik Harmens, geb. 2 morgen [oudschildgeld over Zuilen 1656]

Antonis Hermense, 1/2 hond [oudschildgeld over Zuilen 1656]. Waarsch. zelfde als: (76, inv. 382): 1651: Reijer Jacobs en Thonis Harmens Schijff, borgen voor Jan Aris Bor bij koop grond te Maarsseveen

Cornelis Harmense, 22 morgen + 12 morgen [oudschildgeld over Zuilen 1656]

 

Hendrik Huijberts, ouderling in 1674 [kerk.r. not.]

 

Dignum Claes. Morgentalen 1643: acht morgen Dignum Claes; nu eigenaar Harman van Leuwen en bruijckt Henrick Aerts van Woerden. Ook not. Not. Gerrit Houtman, 17 dec. 1646 (in omslag op perkament:) testament d.d. 26 jan. 1600 van Dignus Claes Sael castelijn en rentmeester van huis en goederen van Suijlen, en Maria van Leeuwen.

 

Anthonis Dignums Hoochlant, geb. ca. 1625, molenaar op de Zuilense korenmolen (lag op het goed Meerwijk), woont te Zuilen, octrooi testeren: 1673, verm. 11-02-1684 (dan overl.), tr. Maechien Adriaens (Maejen Aris), overl. voor 1684. Verm. (76, inv. 302): 'Uitstelling... tot vervallen van ongeleden...... setter (vijf schepenen) over jaer 1664: eerstelijk also den nabeschreven personen tot Suijlen woonachtig geen, immers weijnich, lants gebruiken: Antonis Digmans. Ook: de erven van Anthonie Dighmunsen en zijn vrouw Maejen Aris, molenwerf met korenmolen en huis op het goed Meerwijck te Zuilen, 1685 (Archief Mariendael). (2,-). Hieruit:

1. Dignums Anthoniss (Dignum Hooglant), geb. ca. 1650, woonde Suylen, overl. voor 18-2-1676, tr. Meyntgen Aelberts (Meyngen Aelberts van Oostweert, geb. ca. 1656, dr van Aelbert Adriaans en Josina van Schayck, begr. Maarssen 16-3-1716, zij hertr. Pieter Sandersen van Oostveen (die dan de korenmolen voortzet). Zij heeft broer Cornelis Aelbert van Oostweert (woont Utrecht)

 

Adriaen, tr. N.N.

1. Maechien Adriaens (Maejen Aris), geb. ca. 1625, tr. Anthonis Dignums Hoochlant (zie hiervoor)(wordt 16-5-1680 verm. als oom van kind van 2.)

2. Neeltgen Adriaens, geb. ca. 1625, tr. Sander Peeterss.

 

Sander Peeterss, geb. ca. 1625, en Neeltgen Adriaens. 16-5-1680: erven van Sander Peeterss en Neeltgen Adriaens: Peeter Sandertss, 28 jaar, woont Zuylen, Ghysbertgen Sanderts (tr. Jacob Wouterss Wantenaer): rechtshandeling: uit voogdy door Aert Thoniss van Driebergen, oom, en Anthonis Dignumsen Hoochlant, oom. Hieruit:

1. Pieter Sandersen van Oostveen, geb. 1652, zijn vrouw Wijntjen Alberts van Oostweerd en de erven van Anthonie Dighmunsen en zijn vrouw Maejen Aris, molenwerf met korenmolen en huis op het goed Meerwijck te Zuilen, 1685 (Archief Mariendael) (1r-v). Ook: Peter Sanders van Oostveen, geb. Oostveen ca 1656, molenaar op de Zuilense korenmolen, rk., begr. Maarssen 16-11-1722, tr. Weyntje van Oostweert dr van Aelbert Adriaans en Josina van Schayck begr. Maarssen 16-3-1716, weduwe van Dignum Hooglant

2. Ghysbertgen Sanderts, tr. Jacob Wouterss Wantenaer

 

Aelbert Adriaenss, geb. ca. 1625, tr. Joostgen Cornelis van Schayck (Josina van Schayck: zie hiervoor), beide gewoond hebbende op Oostweerd, verm. 18-2-1676 (dan beide overl.).

Hieruit:

1. Grietgen Aelberts, tr. Jacobus van Grasvelt, vleyshouder te Utrecht

2. Cornelia Aelberts ( Cornelia van Oostweert), tr. Steven Aertss van Odyck, woonde in de Knoest

3. Meyntgen Aelberts (Meyngen Aelberts van Oostweert), in 1676 wed. Dignums Anthoniss, woonde Suylen, hertr. Peter Sanders van Oostveen

4. Annichgen Aelberts (Annichje van Oostweert), tr. Jonas Willemss, zn. van Willem Jonas op de Kijkworp en Lysbeth Jans, woont Suylen

5. Cornelis Aelbertss ( Cornelis Aelbert van Oostweert), woont Utrecht

 

Aeltgen Fredrix, wed. van Jelis Gijsberts, woont te Zuilen, octrooi testeren: 1617 (mog. zelfde verm. grafboek Maarssen 1652-1655: nr. 30, Jelis Gijsberts, nu aen Willem Huijgen Tichelaar wonende tot Maarssen als erfgenaam, nu Jan Pieter timmerman

 

-igie Frederikse, zuster van Marrigie Frederikse (beide L 1643)

Marijchen Frederijcx, woont te Zuilen, afk. van Zuilen, tr. Utrecht (Ant.gasth.) 17 april 1649 (procl. te Zuilen) Wouter Dircxsen van Oucoop, woont te Rodebrugge, wed. van Aeltjen Lamberts. Waarsch. zelfde Wouter Dircxsen van Oucoop die in 1669 aan de Rodebrug woont en getr. is met Jannigje Claes van Schaijck.

 

Jacomina Proovoost, j.d., woont te Zuilen, octrooi testeren: 1631

 

Cornelis Cornelisz Otten, geb. ca. 1525. (76, 350): akte van belening door de vrouwe van Zuilen van Cornelis Cornelisz Otten na opdracht door Jan Willemsz Winter met 3 morgen land in Maarssenbroek, 1551. Mog. zelfde als verm. op kaart 1605 (kaartboek kapittel St. Jan, 22-328), Swesereng: Cornelis Cornelisz ..(Buyrren?). Hieruit waarsch.:

A. Oth Cornelis van Buijren, Oth Cornelis Snijder, geb. ca. 1560, overl. 1636, woont te Zuilen, tr. Marrichgen Reijers, octrooi testeren: 1616 (testament echtpaar: not. akte 22 juli 1616), beide echtelieden kunnen hun naam schrijven). (op de kaart van Specht ca. 1696 ligt de hofstede 'Op Bueren' in Maarssenbroek, vlakbij Zuilen; volgens de protocollen gerecht Maarssen is de 'stene camer genaempt Op Bueren' rond 1639 eigendom van Gerrit/Gerardt Coninck). Ook: (76, inv. 202): verlening erfpacht aan Oth Cornelis: 13 maart 1607: twee erfjes: het een 75 roeden en het andere 73 roeden beginnende beijde van Bart Cornelis en Bart Jans hoffstede oostwaerts op tot so verre der palen geslaegen sijn en so de selve twee erfgens bij Anthonis Gijsberts en Anthonis Joostens in erfpacht vanden hujse van Suijlen gehouden sijn daer noortwaerts Jan Willems en westwaarts Wouter Willems ten naeste elx met een erfpacht gelegen sijn. Ook: (76, 231): 'dec. 1605 sijn de twee bovengen. erfpachten (73 en 75 roeden) in eene brieven ter erfpacht ...aen Oth Cornelis'. Ook: Oth Cornelis Snijder uit seekere drie erven gelegen tot Suijlen, 7 gld 12 st. (76, 154, rek. 1608/1609). Oth Cornelis tot Suijlen betaelt uit drie erfgens het een groot 75 roeden, het tweede 73 roeden, het derde 63 roeden jaarl. 7 gld 16 st. (76, 155, rek. 1612/1613). OOK: (76, 222) 1617 octrooi (i.v.m. testament) ten verzoeke van Oth Cornelis vanwege 'drie erfgens gelegen tot Suijlen het ene groot 75, het andere 73 ende het derde 64 roeden, die hij van mijne huijse ten erfpacht houdende'. Oth van Bueren erfpacht petri 1622, 7 gld 8 st., item uit sijn huijs petri 1622, 8 st. (76, 66: rek. erfpachten). Oth van Bueren erffpacht petri 1623, 7 gld 8 st., item uit sijn huijs petri 1623, 8 st. (76, 66: rek. erfpachten). Ook: Ot Cornelis van Buren 'en syn huisvrouw' (L 1634). (76, inv. 202): erfpacht ca. 1636: Copie van eenen erfpachtbrief bij de erfgenamen van Oth Cornelis bij overdracht aan Reijer Jacobs van den Brenck: drie erfgens, het ene groot 75, het andere 73 en het derde 64 roeden, beginnende van Bart Corneliss en Bart Janss hofsteden oostwaarts op tot so verre de palen geslaegen sijn, en de voorn. drie erfgens bij Antonis Gijsberts, Antonis Joosten en Wouter Willem Mostert in erfpacht van de huijse van Suijlen gehouden sijn, daer noordwaerts Jan Willems wed. en suijdwaerts d kercke ofte capeele goederen gelegen sijn. Ook: erfpachten Huis Zuilen (76, 222), pag 23, jaartal 1636: 'vermits overl. Ott Cornelis, sijn erfgenamen (Salomon Jans, man van Trijntje Otten, Mathijs Jans, man van Gijsbertje Otten, Belligen Otten, wed. Harman Andries, Machteld Otten, wed. Jan Aelberts Carreman) ten behoeve van Reijer Jacobs van den Brenck'.

Hieruit:

1. Gijsbertgen Otten, 'afk. van Zuijlen, woont Jacobsbrug', tr. 1e Utrecht (Jac.k.) 24 juni 1626 Jan Evertssoon, tr. 2e Maarssen 28 febr. 1632 Mathijs Jans. Ook: Mathijs Jans, geb. ca. 1595, man van Gijsbertje Otten, verm. erfpachten Huis Zuilen (76, 222), pag 23, jaartal 1636. Waarsch. zelfde als: Mathijs de Backer, eig. boomgaard en erf.... [oudschildgeld over Zuilen 1656].

2. Bellichien Otten 'van Zuijlen, tr. Utrecht (Jac.k) 26 jan. 1617 Herman Aerissoon, 'van Zuijlen', overl. voor 1636,

3. Trijntgen Otten, 'afk. van Zuijlen, wonende bj de St. Jacobsbrug', tr. Utrecht (Jac.k.) 25 aug. 1616 Salomon Jansen, 'afk. van Utrecht, woont Lange Lauwerstraat'

4. Machteld Otten, tr. Jan Aelberts Carreman

 

Herman Aerissoon, geb. ca. 1590, 'van Zuijlen', overl. voor 1636, tr. Utrecht (Jac.k) 26 jan. 1617 Bellichien Otten 'van Zuijlen', dr. van Oth Cornelis van Buijren.

 

Claes Goyert, woont te Zuilen, octrooi testeren: 1623

 

Marrichgen Reijers, woont te Zuilen, octrooi testeren: 1616

 

Jannegen Jacobs, bejaarde dochter, woont te Zuilen, octrooi testeren: 1664

 

Willem Lovers: '18 juni 1626 betaald aen Pauwels Hendix ende Willem Loover voor 't maecken ende harcken van 3 morgen gras: 9 gulden', en '18 sept. 1626: 'betaeld aan Willem Lovers ...' (76, inv. 66 afrekeningen).

 

Michiel Lover, geb. ca. 1600, woont in 1643 en 1657 te Zuilen, heeft dan de tapstede De Rode Leeuw; verm. wegens octrooi testeren: 1658. Ook verm. 20-02-1635 (woont dan aan de Rodebrug). Verm. 01-03-1643 wegens overeenkomst (prijsafspraken en dergelijke) over levering van bier aan hem door Servaes Coy, brouwer te Utrecht, en dat hij in zijn huis aan de brug tot Zuilen een tappersnering zal beginnen; met schuldbekentenis van 1000 gulden. 16-07-1655, Michiel Loevre, woont dan te Suylen, aende brugge (Michiel Loevre heeft als borg voor Jan Hermenss Verscheur de impost betaling gedaan aan de staten van Utrecht). Zelfde als: Michiel Lover, tr. Trijntgen Jans, wonen 'bij de Rodebrug', hertr. Lijsbeth Aerts, overl. na 1663 (Elisabeth Adriaens wordt op 12-05-1658 verm. als echtgenote van Michiel Loever, zij maken dan testament op, en wonen dan te ‘Suylen aen de brugge daer de Rode Leuw uythanght’). Michiel Lauer, eig./gebr. 1/2 hond [morgentalen Zuilen, 1643]. (76, inv. 89): okt. 1657: verklaring van enkele personen wonende tot Suijlen: '....huis genaampt de Rode Leuw alnu Michiel Lover toebehoren. Ook verm. in boedelinv. 3 jan. 1654 door not. Zwaerdecroon (t.b.v. wed. Hendrik Aerts tichelaer): aen Michiel Lover van impost [bet.] 8 gld. (76, 302) 24 dec. 1661: Michiel Lover transporteert huisje oostzijde Vecht naar Jan Jansz (Korver; betr. waarsch. de tapstede). Hieruit:

1. Jan, ged. Utrecht (Jac.kerk) 8 nov. 1626 (ouders: Michiel Lover, tr. Trijntgen Jans, wonen 'bij de Rodebrug'. get.: Niesjen Gerrits). Waarsch.. zelfde als Jan Lover die op 19 jan. 1651 te Maarssen kind met naam Catharina laat dopen. Jan Lovere woont op 01-05-1663 te Montfoort.

2. Catelijntje, ged. Utrecht (Jac.kerk) 1 maart 1635 (ouders: Michiel Lover en Lijsbeth Lover, wonen Rodebrug)

3. Sara, , ged. Utrecht (Jac.kerk) 18 april 1636 (ouders: Michiel Lover en Lijsbeth Aerts, wonen Rodebrug)

4. Adriaen, ged. Utrecht (Ant.gasth.) 8 okt. 1639 (ouders: Michiel Lover en Lijsbeth Aerts, wonen Rodebrug), ook verm. 01-05-1663 als Adriaen Loevre.

5. Cathrina Loever, verm. op 12-05-1658 als onmondig kind van Michiel Loever en Elisabeth Adriaens

6. Adriana Loever, verm. op 12-05-1658 als onmondig kind van Michiel Loever en Elisabeth Adriaens

 

 

Trintjen Michiels, tr. Jan Lamerts, wonen te Zuilen (doop Westbroek 11 febr. 1648: Lambertjen).

 

Neeltgen Reyers, woont te Zuilen, octrooi testeren: 1671, is getr. met Sander Heymansen, verm. 25-3-1671. Zij heeft nicht Maeycken Gerrits. Sander Heijmanse, woont te Zuilen, octrooi testeren: 1671. Echtpaar neemt in aug. 1678 zorg over nagelaten kind van Jan Cornelis en Annigje Dirx op zich (kinderboekje diakonie).

 

Adriaen N., geb. ca. 1575. Hieruit:

1. mogelijk: Leonard Verkerk: 76, inv. 302): 1649: Timan Luijten Decker: transport huis naar Leonard Verkerk. (76, 302) 29 nov. 1680: Leendert Verkerk c.s. transporteert 1,5 morgen land gelegen weszijde Vecht aan Hermen Jans Verschuer.

2. Adriaen Adrijaensz Verkerck, geb. ca. 1605, (overl. ca. 1672): 'twee camere met boomgaard gelegen in de dorpe van Zuijlen recht over de brugge' (76, inv. 209. aantekeningen uit leenregisters, 1638), heeft een schoonzoon: Jan Lamberts. Ook: Adriean Verkerck, woont te Zuilen, octrooi testeren: 1658. (76, inv. 302): 'Uitstelling... tot vervallen van ongeleden (..) over jaer 1664: eerstelijk also den nabeschreven personen tot Suijlen woonachtig geen, immers weijnich, lants gebruiken: Adriaen Adriaens (1, -). (76, 302) 11 dec. 1659: Adraen Jansz Verkerck transport aan de onmond. erfgenamen van Adam van Lockhorst heer van Zuilen een huis en erf oostzijde Vecht. Volgens verklaring van zijn dochter was Adriaen vanaf 1637 tot zijn overl. eigenaar van een hofstede, grenzend aan het erf van Gerrit Huijgen, de heer Van Vloten en Jan Frans. Mog. zelfde als verm. (76, 66), 4 maart 1631 'voor last van Adriaen Adriaens poortier betaelt aan Henrick Peters weert twee gulden van 't bijtbier'. Ook verm. 19-07-1631. Hieruit:

1. Geertruijdt Adraens Verkerk, geb. ca. 1637 (op 17-07-1686 49 jaar), tr. Jan Lamberts van Oostveen (zie elders). Geertruijdt woont in 1686 te Zuilen op dezelfde hofstede waar haar vader eigenaar van was.

 

Ueultgen Gerrits (Aeltje Gerrits) de With, woont te Zuilen, octrooi testeren: 1670

 

Neeltgen Willems, geb. ca. 1600, woont te Zuilen, octrooi testeren: 1661. Een ander dan Neeltjen Willems, overl. ca. 1620, tr. Lambert Gijsberts

 

Cornelis Willems Meerdijker (ook: Neerdijker), geb. ca. 1570, overl. voor ca. 1622: (Financiele instellingen nr. 1102: Rekening over de Zuilendse goederen 1606-1607), ontvangen erfpachten: Cornelis Willems Meerdijcker vanuijt sijn huijs voor een pachthoen (1st, 6 penn). Cornelis Willems Neerdijcker, uit sijn erve (76, inv. 154: Rekening over de Zuilendse goederen, 1608/9: efpachten Zuilen). Ook: Cornelis Willems 'tSuilen (76, inv. 155: erfpacht 1612-1613). Ook Huis Zuilen, 76,222: sekere erf waarop het afgebrocken hujsken op gestaen heeft eertijds gecomen van Cornelis Willems Meerdijker. Naar hem is dus 't Meerendijckerhuijske genoemd dat in 1619 aan Jacob Jansz tichelaer wordt verhuurd, en waarop na 1650 Diedericksteijn wordt gebouwd. Zijn kinderen worden verm. 28-05-1636 als erfgenaam van Cychen/Lucia Jans. Hieruit:

1. Jan Cornelis Neerdijcker, verm. in not. Houtman, 21 sept. 1636 als erfgen. van Lucia Jansdr. Ook verm. 28-05-1636 als erfgenaam van Cychen/Lucia Jans

2. Maijchgen Cornelis, tr. 1e Aert Gijsberts, overl. voor 1636. Maijchgen wordt verm. in not. Houtman, 21 sept. 1636 als erfgen. van Lucia Jansdr, en zuster van 1. Ook verm. 28-05-1636 als erfgenaam van Cychen/Lucia Jans.

3. Steven Cornelis, verm. in not. Houtman, 21 sept. 1636 als erfgen. van Lucia Jansdr, tr. Meertgen Dominicus.

 

Cornelis Willems, gebr. 50 morgen [oudschildgeld over Zuilen 1656].

 

Cornelis Willemsz, geb. ca. 1604, tr. Utrecht 28 juli 1629 Barbara Sijbrans, wonen 'tot Zuijlen'. [mog. is Barbara een zuster van Maria Sijbrants (tr. 30 aug. 1629 Jan Willemssen, mog. broer van Cornelis)]. Mog. zelfde als verm. boedelinv. 3 jan. 1654 not. Zwaerdecroon (t.b.v. wed. Hendrik Aerts tichelaer): 'Cornelis Willems van Schaijck 300 gulden hoofdgeld volgens rentebrief'. Ook: 76, manuaal 1619-1656: 1653: Cornelis Willems 450,- en Jan Aerts 140,-. Hieruit:

1. Adriaen, ged Utrecht (jac.kerk) 1 jan. 1642.

 

Jan Willemssen, 'afk. van Zuijlen', geb. ca. 1604, tr. Utrecht (jac.k.) 30 aug. 1629 Maria Sijbrants, 'afk. van Zuijlen', 'att. Jan van Dulmen tot Zuijlen'. Ook: Jan Willemsz., werkzaam op steenoven 1623 als vormer. Mog. is Jan Willemsen een broer van Cornelis Willemsz (tr. 28 juli 1629 Barbara Sijbrans: mog. zuster van Maria).

 

Jan Willems, geb. ca. 1570, : (76, inv. 202): 24 aug.. 1605: erf gelegen tot Suijlen t.b.v. Antonis Joostens: erf 73 roeden... beginnede van Bart Jans hofstede oostwaart op tot so verre die paelen geslaegen sijn in voegen so t selve Mathijs Segers in erfpacht vanden huijse van Suijlen gehouden heeft daer noordwaarts Jan Willems en westwaarts Bart Cornelis ten naest elx met een erff ofte erfpachten gelegen sijn. (Financiele instellingen nr. 1102: Rekening over de Zuilendse goedeeren 1606-1607), ontvangen erfpachten: Jan Willems wed. van 107 roeden ende een halff erffs (3gld). En: (76, inv. 202): erfpacht ca. 1636: erfgenamen van Oth Cornelis t.b.v. Reijer Jacobs van den Brenck: erf en watermolen in gerecht Zuilen, beginnende van Bart Corneliss en Bart Janss hofsteden oostwaarts op tot so verre de palen geslaegen sijn, en de voorn. drie erfgens bij Antonis Gijsberts, Antonis Joosten en Wouter Willem Mostert in erfpacht van de huijse van Suijlen gehouden sijn, daer noordwaerts Jan Willems wed. en suijdwaerts d kercke ofte capelle goederen gelegen sijn.. Ook: 76, 222 (erfpachten): Boomgaard in het dorp Zuilen, 30 roeden: pag. 31v, 1641: ...noordwaerds: Jan Willems en voorn. Baernt Huijgens zelfe, en zuidwaerts den kercke of capelle goederen gelegen sijn.. Ook (76, 202) 15 dec. 1605: 'erfpacht vanden huijse van Suijlen voorts gehouden daer noortwaerts Jan Willems en westwaarts Wanter Willem naeste elce met erfpacht gelegen sijn'.

 

Jan Willemsz, verm. 29 okt. 1627 (civ. zaken Hof van Utrecht, 5001): onmondig kind van Thomas Gerrits, procedure door zijn voogd Jan Gerrits Verhoeff en Gerrit Anselmz en Bernt Geerloffsz, v.s. Jan Willemsz en zijn echtgen. Cornelia, dr. van Anthonis Gijsbertsz, eerder wed. van Thomas Gerrits en Antonis Gijsbertsz voorn., betr. successie.

 

Jan Willems van Heemskerck, tr. okt 1663 (huw. vw. not.akte 15 okt 1663 als j.m. wonende te Suijlen met Celichgen Jans, wed. van Beernt Hendrix van Munster. Jan heeft een oom Arien Jansz

 

Andries Willemssoon, geb. ca. 1600, 'afk. van Zuijlen, wonende tot Zuijlen', tr. Utrecht 1627 Truijtgen Jans, 'wonende buiten de Weert op de Veengracht, afk. van Meurs'. Mog. zelfde als: Arien Willems 12 april 1676: 'besluit dat in somerseisoen geen bedeling meer sullen genieten: Arien Willems ......' [kerk.r. not.]

Hieruit:

1. Willem, ged. Utrecht 5 aug. 1631 (Jac.k.) (ouders: Andries Willems en Truijgen Jans, wonen op de Veengracht)

2. Willem, ged. Utrecht (jac.k.) 13 dec. 1635 (ouders wonen 'in de Weert')

3. Hendrick, ged. Utrecht (jac.k) 11 maart 1638 (ouders wonen 'op 't Swarte Water')

 

Hendrick Willems: '1629, huijshuijr 8 gulden van Hendrick Willems ontvangen' (76, inv. afrekeningen)

 

Jacob Willems, geb. ca. 1600, tr. Aeltien Jans, wonen 'tot Suijlen'. Aelthen Jans is waarsch. een dr. van Jan Hermansz (Preit), en zelfde als in 1627 wordt verm. samen met Hendrick Gerrits, Geertruid Gerrits get. bij doop kind 'Gerrit, en Arnoldus' van Reinier Aertsz en Merritgen Gerrits. Jacob Willemsz is waarsch. dezelfde op 10 sept. 1627 wordt verm. in het register van lenen van het Huis Zuilen (203) i.v.m. met belasten van het leen van Cornelis Hermansz (Preit) ten behoeve van de onmondige kinderen van Jan Hermansz (Preit): Jacob Willemsz, wordt dan verm. als een van de voogden van de kinderen (samen met Arnout Jansz en Joost Jansz Ruysch).

Hieruit:

1. Cornelis, ged. Utrecht (Jac.kerk) 25 maart 1629 (doopboek 2 blz. 167)(get.; Dirckgen Teunis en Dirckgen Cornelis)

 

Willem Fredrixzen, overl. voor nov. 1612, tr. Marrichgen Thijmans, woont 1612 tot Suijlen (zij hertr. Westbroek nov. 1612 Ghijsbert Janszen Schout van Achtienhoven)

 

Vrederick Willems, geb. ca. 1595, overl. na 1651. Mog. broer van Maijcke Willemsdr. van Zuilen (Frerice ...., laat te Maarssen dopen: 'Maijghen' 1624) Ook (76, 171) 6 maart 1632: (m.b.t. Lambert Gijsberts): 'op hem gepasseert assingnatie om te betaelen aen Fredrick Willems tot Zuijlen voor brengen duijrvecassen sessenvijfftich'. (76, 222): 1635: Vredrick Willems, erff lang12 roeden breed 9 roeden. Jaarlijkse pagt 't jaar f 1:-,: daer suijdtwaerts Cornelis Willems en noordtwaerts den gememen wech gelegen is (betr. het erf dat later als tuin tot het huis Diedrichsteijn behoort); de erfpacht gaat in 1651 over naar Gerbrecht Lamberts, wed. Juriaen Stoffels Quant; in de acte staat dat dit goed op 3 nov. 1636 door Lambert Gijsberts uit de nagelaten goederen van Fredrick Willems en zijn huisvrouw is gekocht welke nadien terstond door hem aan zijn dochter Gerbrecht Lamberts, dan wed. van Harmen Cornelis Preijt, is verkocht. Hieruit:

1. Mog. zoon: Willem Frederickse tot Zuijlen, verm. in oudschildgeld over Zuilen 1656 samen met anderen i.v.m. ticheloven (koopmanschap?)(eigenaar was Convent van de Dael)

2. Mog.: Frerice ...., laat te Maarssen dopen: 'Maijghen' 1624

 

Jan Sijbrants, op 15-09-1670 bij akte opgemaakt te Zuilen get. t.b.v. Roelant Meijer (herbergier te Zuilen). Ook verm. 19-03-1679, is dan commesaell int Jobsgasthuys buyten Utrecht, heeft in Zuilen gewoond.

Hieruit:

1. Sybrandt Jans, verm. 19-03-1679, woont dan te Amsterdam

2. Neeltje Jans, verm. 19-03-1679, woont dan Zuilen en is wed. van Jan Janss

 

Oth Sijmons, tr. Elisabet Noijs (heeft zuster Noytgen Otten van der Sluys, tr. Harman Jans Verschuur). Not. acte 28-12-1676: erven Dirck Dircxss van Sendam en Ingichgen Janss van der Laen verkopen aan Elisabeth Noys, wed. Oth Symonss, husyinge erve en gront gelegen oz dyck, achter: Dirck Janss, zw: pastorye van Suylen, andere zyde: Gerrit Janss, backer. (76, 302) 4 maart 1677: Cornelis Thonis c.s. transporteert huis en erf oostzijde Vecht aan Elisabeth Noijs, wed. Oth Sijmons. (76, 302) 15 maart 1678: Elisabeth Neijs, laatst wed. Oth Sijmons transporteert huis en erf oostzijde Vecht aan Nasting Gosensen.

 

Peter Dammissen, in 1590 geref. predikant van Westbroek en de kapel te Zuilen, woonde in Zuilen (in een gewoon burgerhuis) met de verplichting de kinderen te onderwijzen in de kleine Catechismus

 

Hendrick de Veer, timmerman werkzaam op Huis Zuilen (76, inv. 154: Rekening over de Zuilendse goederen, 1608/9: werklieden huis Zuilen, jaarlijks te betalen hoofdpenningen en rente). Idem: (Financiele instellingen nr. 1102: Rekening over de Zuilendse goedeeren 1606-1607), uitgaeven: henrick de Veer.

 

Dirck van Leeuwen, timmerman werkzaam op Huis Zuilen (76, inv. 154: Rekening over de Zuilendse goederen, 1608/9: werklieden huis Zuilen, jaarlijks te betalen hoofdpenningen en rente). Idem: (Financiele instellingen nr. 1102: Rekening over de Zuilendse goederen 1606-1607), uitgaeven:Dirck van Leeuwen (timmerman)

 

Jan de Soester, metselaar werkzaam op Huis Zuilen (76, inv. 154: Rekening over de Zuilendse goederen, 1608/9: werklieden huis Zuilen, jaarlijks te betalen hoofdpenningen en rente). Idem verm.: (Financiele instellingen nr. 1102: Rekening over de Zuilendse goedeeren 1606-1607), uitgaeven

 

Coenraedt Claes, leijdecker werkzaam op Huis Zuilen (76, inv. 154: Rekening over de Zuilendse goederen, 1608/9: werklieden huis Zuilen, jaarlijks te betalen hoofdpenningen en rente). Idem verm.: (Financiele instellingen nr. 1102: Rekening over de Zuilendse goedeeren 1606-1607), uitgaeven.

 

doopboek Zuilen:

11 jan. 1685: johannes, soon van Johanna Franssen en .......(naam vader wordt niet vermeld) en was getuigen volgens het briefjen Angenietje van Nes, woonende tot Utrecht in de Viesteegh, den moeder

 

Roelant Meyer, harbargier te Zuylen, verm. 15-09-1670, Roelant Meyer op 07-07-1670 get. voor Cornelis Elberts van Meerwijck. Ook: Jan Sijbrants en Peter Claes, bode van Zuijlen, op 15-09-1670 get. voor Roelant Meyer. Roelof Meijer: schepen in 1667 en 1668 (76, inv. 302). Ook: (76, inv. 302): 'Uitstelling... tot vervallen van ongeleden...... setter (vijf schepenen) over jaer 1664: eerstelijk also den nabeschreven personen tot Suijlen woonachtig geen, immers weijnich, lants gebruiken: de heer Meijer (2,-). Hieruit:

1. mogelijk: Cornelis Roelen, geref., bij huwelijk op de Daal, tr. Zuilen 3-8/2-9-1683 Trijntje Reyniers Hoppenbrouwer.

 

Dirck Gijsberts [morgentalen Zuilen, 1643]. Ook: Dirck Gijsbertse, 34 morgen [oudschildgeld over Zuilen 1656]

 

Willem Jelissen, geb. ca. 1615, tr. Fijchjen Jans, wonen 'tot Zuijlen'. Hieruit:

1. Jan, ged. Utrecht (Jac.k.) 5 jan. 1642

2. Willem, ged. Utrecht (Jac.k.) 20 jan. 1647

 

Cornelis Jelis, doopt 'Ariaentje' 1632 te Maarssen

 

Schalk Adams, Schalck Adamssen, geb. 1610 te Haastrecht, zn. van Adam Gerrits van Arkel en Trijntje Schalcks Wiggerts, tr. Geertje Cornelis, steenbakkers op de Zuilense oven, lidmaten Maarssen 1634/35. Echtpaar tr. Westbroek 5 juli 1640: bevesticht in den houwelijkcken staet volghens attestatie van Zuijlen Schalck Adamszen j.m. van Hastrecht ende Geertien Cornelis j.d. van Amersfoort beijde wonende tot Zuijlen

Hieruit:

1. Adam Schalken van Arkel, geref. gedoopt Westbroek 17-4-1642, ouderling in 1661, tr. 1e otr. Zuilen 13-5-1665, att. naar Blauwcapel Nelligje Aelberts, afk. van Utrecht, tr. 2e Zuilen 27-11/11-12-1687 Gerrigje Jans Verschuur, ged. Westbroek 26 nov. 1646, weduwe Melis Cornelis Rosenboom

2. Cornelis Schalken van Arkel, ged. Utrecht (Jac.k.) 2 febr. 1646, geref., tr. 1e Zuilen 1-16-1676 Claesje van Spierenburg, dr. Arien. begr. Zuilen 10-5-1687, tr. 2e Zuilen 26-9/12-10-1690 Magdaleentje van der Veen, weduwe Jurriaen Hageman

 

Adriaan Ariesz Spierenburg, geb. Hazerswoude 1607, zn. van Adrianus Jansz Spierenburg en Aeltie Ewouts, tr. Maritije Daniels Louwris, geb. Hazerswoude 1610. Hieruit:

1. Claesje Ariensdr. van Spierenburg, begr. Zuilen 10-5-1687, tr. Zuilen 1-16-1676 Cornelis Schalken van Arkel (zie hiervoor)

2. Peter Aerts van Spierenburg, Peter Aerts, geref., geb. Zuilen 1665, begr. Zuilen 4-10-1709, tr. Zuilen 21-3/19-4-1685 Annigje Teunis Kievits

3. Cornelis Aerts van Spierenburg, Cornelis Aerts, geref., tr. Zuilen 24-1/8-2-1685 Grietje Aerts van Schayck (zie hiervoor)

 

Eerste leden Kerkenraad Zuilen (1652):

Hendrick Aertsen, ouderling (en steenbakker)

Jan Fransen, diaken (en steenbakker)

Ansem Gerritsen, diaken (en steenbakker)

Pieter Barendsen Schay, ouderling, tevens Schout (schay = schout)

 

Berend Petersz. Schaey, geb. ca. 1560, tr. Dauwigje Gosensdochter: verkoop in 1621 3 morgen land in het buitenweg onder Westbroek aan Adam van Lokhorst (inv. huis Zuilen, 76, nr. 43). Hieruit:

1. waarsch.: Ghysbertgen Beernt Schay, in 1678 al overl., was getr. met Jan Corneliss Ghysbertss, gewesene schout van Westbroeck, verm. 16-10-1678, 24-02-1679

2. waarsch.: Pieter Barendsen Schay, geb. ca. 1590, ouderling, schout te Zuilen [1649, 1654], overl na 28 maart 1656, en voor 21-07-1674, tr. 1e Westbroek 22 maart 1618 Ghijsbertghen Cornelis, tr. 2e 'woonende in Westbrouck' Westbroek 29 mei 1625 Magchgen Henricx (Maijgen, Maria Hendrickss) (wed. Cornelis Nijszen) woonende tot Suijlen, overl. na 02-11-1675, verm. 31-12-1670, 21-07-1674, 2-11-1675), wed. Peeter Beerntsz Schaey, in leven schout tot Suylen, woont Suylen. Maria Hendrickss heeft dr. (waarsch. voorkind) Geertje Cornelis, tr. Aert Cornelis Smit (verm. 21-07-1674). Rekest 1 september 1642, en 1649: Peter Berents Schaeij. Pieter Bernts (Barentsz), schaij te Zuilen, huurt bauwinge tot het huis van Zuilen 1626-1628, 1634-1643 [woonde volgens kaart slot zuilen 1e helft 17de eeuw in de hofstede, de kasteelboerderij, naast het slot: 'Peter Bernts hoffstede'], verm. 02-02-1667 en 30-11-1667: Westbroeck, Binnenwegh, nw: N.N., wed. Peter Beerntss Schay, Ook verm. 28-04-1674 en 25-04-1670, 31-12-1670. Ook: verm. 1628-1640 wegens 3 morgen bouwland op Oostweerd: Manuaal 1619/1659 Huis Zuilen. Ook verm. in 1652 samen met Ansem Gerrits i.v.m. betaling van door Willem Joosten Koot t.b.v. de bouw van het schoolhuis te Zuijlen geleverde pannen (archief herv.kerk Zuilen). Ook: grafboek Maarssen 1652-1655: pag. 73: compt aen Peter Berents schout tot Zujlen. Peter Bernts Schay, gebr. 40 morgen [morgentalen Zuilen, 1643]. Ook verm. in (archief Domkapittel 216, 3651): Rekeningen van Lekdijksrenten ten lasten van de geerfden, 1652: Peter Berntsz, 40 morgen. Ook: (76, inv. 302): in 1658 schepen. Ook verm. 76, manuaal 1619-1656 (m.b.t Peter Bernts): noch alhier gebracht en hem goetgedaen 33,- in okt. 1653 van den Herman Pannevurmer ingehouden voor reeckening van Aertgen

Kinderen (gen. 1620):

a. Cornelis Peterss Schay, woont de Weert, oz Graft, grutter te Utrecht, verm. 31-12-1670, 2-8-1684, 10-02-1666, 25-04-1670 en 13-11-1669 (heeft dan een zoon: Peter Schaey, zoon van Cornelis Petersz Schaey, 18 jaar, dus geb. 1651).

b. dochter, tr. Cornelis Joriss (verm. 28-04-1674), hieruit: Gijsbertje Cornelis en Arien Cornelis.

c. Daughje Peters Schay, tr. Geerlof van Eyck.

d. mog.: Gisbertgen Piters Schaij, tr. in 1649 te Westbroek als j.d. Rutger Hendricks van Ommeloop j.m. ('sijn volgens attestatie van Maersen bevestigt tot Zuelen in de Capel')

 

Cornelis Nijszen, geb. ca. 1575, overl. voor 1625, tr. Maijgen Hendriks (zij hertr. 1625 zie hierna). (Manuaal 1619/1659 Huis Zuilen): mog. relatie met Nijs Cornelis: huurt in 1619 de "bauwinge" gelegen aan en behorende aan het huis te Zuilen. Zijn beide zoons Cornelis Nijsen en Jacob Nijsen (mog. zelfde als: Jacob Nijs Cornelisz., tr. Utrecht (RK) 22 april 1620 Marrichgen van Oostrum) zijn borg bij deze huur en betalen de kosten van deze huur in 1622. Ook tr. Westbroek 29 mei 1625: Peter Beerntszen Schaij wedenaer van Gijsbertghen Cornelis woonende in Westbrouck ende Maijken Henrix weduwe van Cornelis Nijszen woonende tot Suijlen.

Hieruit:

1. Geertie Cornelis, geb. ca. 1620, j.d. van Zuilen, overl. na 21-07-1674, dr. (waarsch. voorkind) van Maijgen Hendrix (wed. van Peter Bernts Schaij), tr. Maarssen 1646 Aart Cornelis Smits j.m. van Maarssen, overl. voor 21-07-1674. Is deze Geertie Cornelis dezelfde die (later?) met Jan Thonisz van Suijlen/Fock, tr.?

 

Jan Jans van Geytenstyn, verm. 1666 en 1667, diaken [kerk.r. not.]

 

Willem Wichart, 2 morgen + 4 morgen + 4 morgen + 2 morgen + 2 morgen [oudschildgeld over Zuilen 1656]. Wichart = Wiggert?

 

Hendrik Corneliss Plomp (Plompert), verm. archief gerecht Zuilen 1675, begr. Zuilen 2-11-1707, kan schrijven, in 1677 schepen, tr. 18-6/10-7-1670 Neeltgen Joriaens Quant, begr. Zuilen 14-6-1708, dr. van Joriaen Stoffelsen Quant en Gerbrecht Lambrechts. Hendrik neemt in 1677-1679 de vorzorging van een nagelaten kind van Jan Cornelis en Annigje Dirx op zich (kinderboekje diakonie).

 

Roelof Aertsen Timmerman, geb. ca. 1590, Roelof Aerts timmerman, petri 1622, 1 gld 1 st. (76, 66: rek. erfpachten). Roelof Aerts timmerman, (1623) 1 gld 1 st. (76, 66: rek. erfpachten) (76, inv. 16):1620: 'heeft Thonis Thonis Fock vercocht t.b.v. Roelof Aerts Timmerman (..) huis daer Jan Wouters huis zuidw. en Thonis Thonis selve westw.

 

Gijsbert Timmerman (Gijsbert Ariensz), geb. ca. 1615, tr. Magdallentjen (Leentje Jacobs). Niet zelfde als Gijsbert Arriësz., geb. ca. 1605, zn. van Arris Jans.

Hieruit:

1. Arijen, ged. Zuilen 1659

2. Cornelis, ged. Zuilen 1661

3. Gijsbertje, ged. Zuilen 1662

Mog. zelfde:

Gijsbert Adriaens Boelhouwer. (76, 302), 1663: Gijsbert Adriaens Boelhouwer transporteert huis in het dorp Zuilen oostzijde Vecht aan Dirck Dircks van Gerden (Serdam).

 

(76, 20-6) kerk van Oudmunster verlijt op 29 sept. 1629 (buitenkant charter noemt het jaar 1589) aan Joosgen Jacobs Hermansdr. (ook Joosgen Hermans Jacobsdr.), huisvrouw van Anthonis Jaspers 2 morgen lants gelegen bij den Dael op de Sweserenghe.

 

Jacob van der Meer. Leenhof Staten van Utrecht, 191: 1608: 20 morgen op Swesereng naar Jacob van der Meer. Zelfde grond gaat na zijn dood op 1 april 1626 over op Abraham Pieter Schade

 

Hofstede Meerwijk, anders genaamd De Hoek (deze hofstede den Hoeck ligt bij Duynkercken: zie akte 24-10-1689; De boerderij Meerwijk heeft zo'n twintig jaar geleden plaats moeten maken voor een verkeersaansluitingop de ringweg om

Utrecht-Noord.) Het hieruit ontstane (en uitgestorven) geslacht Van Meerwy(c)k heeft het wapen met de drie gedeelde lelies en de pauw gevoerd zoals door Rietstap wordt beschreven in het Amorial Général.

Cornelis, geb. ca. 1505. Hieruit:

A. Eernst Cornelisz van Meerwyck [Bron: De Navorscher 92-1950 blz. 125-126], ook verm. 15-01-1564 i.v.m. opmaken testament (6 morgen land te Marsenbroeck), woont dan te Zuylen. Hieruit:

1. Cornelis Eerstensz

2. Gerrit Eerstensz

3. Arriantghen Eerstens

4. Merrichgen Eerstens

B. Jan Cornelisz van Meerwyck [Bron: De Navorscher 92-1950 blz. 125-126]

C. Cornelis Cornelisz van Meerwyck [Bron: De Navorscher 92-1950 blz. 125-126].

D. Jasper Cornelisz van Meerwyck, geb. ca. 1540, woont in het midden van de 16de eeuw aan de hofstede Meerwyk onder Zuilen [Bron: De Navorscher 92-1950 blz. 125-126], tr. N.N. Hieruit:

1. Cornelis Jaspersz. van Meerwijck, geb. ca. 1575, tr. (huw. niet te Utr. herv./gerecht gevonden) Maijcke Willemsdr. van Zuilen (Mayke Willemsdr. van Zuilen; mog. zuster van Vrederick Willems: Frerice ...., laat te Maarssen dopen: 'Maijghen' 1624). Hieruit:

a. Adriaen Cornelisz. van Meerwijck, geb. Zuilen ca. 1600, rademaker te Utrecht, overl. voor 19 jan. 1635, tr. Utrecht 20 nov. 1619 Adriana van der Haef, geb. Utrecht ca. 1589, overl. 1645, dr. van Peter Aertsz van der Hoeff en Elsa Antonisdr.. Adriaen woont bij zijn huw. te Breukelen. Hieruit: Johannes van Meerwijck, geb. ca. 1620 te Utrecht, rademaker

2. Antonis Jaspers van Meerwijk: (49-1425, gerecht Maarssen) 1640: testament van sa: Antonis Jaspers van Meerwijk.

3. Neeltgen Jaspers van Meerwijk, geb. ca. 1580, tr. Elbert Cornelisz Spruyt (zie hierna), geb. ca. 1580, ovl. 24 okt. 1640. Echtpaar woonde op Meerwijck onder Zuijlen. Elbert hertr. Elsgen Hermans van der Meer verm. 06-08-1648.

 

Elbert Cornelisz Spruyt, geb. ca. 1580, bouwman op Meerwyck, overl. voor dec. 1639, tr. (1) Neeltgen Jaspers van Meerwijk, tr. (2) Elsgen Hermans van der Meer, verm. als wed. 06-08-1648. Elbert ovl. voor 24 okt. 1640. Woonde op Meerwijck onder Zuijlen. Ook: (49-1425, gerecht Maarssen) dec. 1639: Gerrit Ansem, gemachtigde van Eypgen Cornelisdr. m.b.t. transport t.b.v. Elsgen Hermansdr. van Meer, wed. van sa: Elbert Cornelis Spruijt, wonende te Suijlen. Ook: Elbert cornelis, gebr. 50 morgen [morgentalen Zuilen, 1643]. Ook: (76, 302): 19 dec. 1647: Jan Lambertsz Stael, erfgen. van Lambert Gijsberts Staal in zijn leven schout van Zuijlen, volgens scheidinge d. 29 april 1641, heeft getransporteert aan en ten behoeve van jufr. elisabeth Maas omtrant 5 morgen lants zijnde weijlant en boomgaart met een huijsje daar op staande genaamt Cranevelt (...) strekkende van de Daelsche Dijck in de Vecht daar de Convent van den Dael zuijdelijk en ook 't zelve Convent met de wed. van za: Elbert Cornelis tot Suijlen noordelijk naast gelegen zijn. Elbert Cornelis, wonende in het gerecht van Suijlen, wordt ook verm. in protocol gerecht Maarssen april 1626, m.b.t. een erf gelegen in Maarssenveen

Hieruit:

1. waarschijnlijk: Jacob Elberden van Meerwyck, verm. 03-12-1686, schuyns over de Zuylense Meulen [de korenmolen, lag op het goed Meerwijk], Gerecht onroerend goed: Maersen. Ook verm. 29-06-1667, 29-06-1667, woont dan buyten Utrecht, opt Cingell; 03-08-1667, woont dan Utrecht, Vredenborch, in den Engelsen ruyter. Jacob Elberts van Meerwijk en Aeltje van Schayck, echtelieden afk. van Zuijlen, worden op 2 april 1659 (evenals Jan Goijerts, afk. van Zuilen) aangenomen als nieuw burger van Utrecht.

2. mogelijk: Jan Elberts Spruijt, tr. Fijchen Jans. Hieruit: Elbert, ged. Woerden 2 juli 1641

3. Marrigje Elberts Spruijt, geb. ca. 1600, overl. ca. 1684.

4. Cornelis Elbertss van Meerwyck/Spruijt, verm. 31-5-1684, dan overl, tr. Aeltje van Hogerwoert, .begr. Zuilen 22-3-1689. Roelant Meyer op 07-07-1670 get. voor Cornelis Elberts van Meerwijck. (76, 302) 7 juli 1658: transport door kapittel St. Jan 4 morgen 2 hont vier roeder land 'sonder de panaarde' (behoorde aan kerk van St. Jan en convent Cecilien) gelegen onder Suijlen dicht bij den brug van Suijlen strekkende uit de Vecht tot aend Daelschen Dijck, t.b.v. Cornelis Elberts van Meerijck. En: (76, inv. 302): 'Uitstelling... tot vervallen van ongeleden...... setter (vijf schepenen) over jaer 1664: eerstelijk also den nabeschreven personen tot Suijlen woonachtig geen, immers weijnich, lants gebruiken: Cornelis Elberts tichelaar. Ook: (76, inv. 302): 1655: Cornelis Elberts Spruit c.s.: transport 1 1/2 morgen naer Cornelis Elbert Spruit. (76, 302) 8 nov. 1661: Cornelia Egberts, wed. Willem Cooth, transporteert 200 roeden westzijde Vecht naar Cornelis Elberts Spruijt. Ook verm. 14-05-1658 wegens transport aan hem van perceel land op de Zwezereng.

Hieruit:

a. Aeltgen Corneliss van Meerwyck, woont Suylen, de Hoeck, verm. 02-10-1676, 31-5-1684

b. Elsgen Cornelis van Meerwyck, verm.. 31-5-1684, begr. Zuilen 22-3-1689, tr. Steven Aertse van Schaick, opvolger van zijn schoonvader op de boerderij Meerwijk anders genaamd de Hoek.

c. Maria Cornelis van Meerwyck, verm.. 31-5-1684

d. Grietgen Cornelis van Meerwyck, verm.. 31-5-1684

e. Cornelia Cornelis van Meerwyck, verm.. 31-5-1684

 

 

Christiaen van Rodenburch (76, inv. 302): 24 maart 1658: tranport door kapittel St. Jan t.b.v. den Ed. heer Christiaen van Rodenburch van 2 morgen en 452 roeden onafgegraven mitsgaders 5 morgen 4092 roeden afgegraven land gelegen op Sweserengh in dezen gerechte achter de heer Rodenburgs huisje gen. Neerdijk, strekkende uit de daelse dijck zuijdw. op tot aan zijn heer Rodenburchs lant toe daar zuijtoost zijn ed. selfs noordwest mr. Evert van Sijpesteijn naast gelegen en gelant zijn. (76, 302) 13 april 1663: christiaen van Rodenburch transporteert hosftede en 18 morgen westzijde Vecht aan Jacques Lespaul.

 

Lijsgen Theunis, 'van Zuijlen', geb. ca. 1590, tr. Utrecht (Geertek.) 11 april 1615 Jan Gerritsoon, 'buiten de Weert, afk. van Schoonderwoert'

 

Jan Gerrits Verhoeff, verm. 29 okt. 1627 (civ. zaken Hof van Utrecht, 5001): onmondig kind van Thomas Gerrits, procedure door zijn voogd Jan Gerrits Verhoeff en Gerrit Anselmz en Bernt Geerloffsz, v.s. Jan Willemsz en zijn echtgen. Cornelia, dr. van Anthonis Gijsbertsz, eerder wed. van Thomas Gerrits en Antonis Gijsbertsz voorn., betr. successie.

Mog. zelfde als verm. (76, 155) ca. 1613: 'Jan Gerrits van Deventer uit een erf lanck 19 roeden breed 45 roeden'.

 

Lijsbeth Gerrits, geb. ca. 1597, 'geb. en won. tot Suijlen', tr. Utrecht (jac.kerk) 6 mei 1621 Jan Claessoon, 'van Lauwerecht', 'geboden te Maarssen gegaan'. Maarssen 22 april 1621: Jan Claesen j.m. van Lauwendrecht met Lijsbeth Gerrets j.d. van Zuijlen.

 

Willem Janssz, geb. ca. 1610, tr. Aeltgen Juriaens, wonen 'tot Zuijlen'. Mog. zelfde als Willem Jansz. van Schayck. Ook: (76, inv. 302): schepen in 1665: Willem Jans Hieruit:

1. Juriaen, ged. Utrecht (Jac.k.) 30 okt. 1642

2. Adriaen, ged. Utrecht (Jac.k) 30 aug. 1643 (tweeling met 3.)

3. Jannichgen, ged. Utrecht (Jac,k) 30 aug. 1643 (tweeling met 2.)

 

Herman Koop, tr. Jacomijna, wonen 'aan de Clopp'. Hieruit:

1. Coop, ged. Utrecht (Jac.k.) 18 sept. 1650

 

Abraham Wesselsen, geb. ca. 1615, woont te Zuijlen, afk. van Zuijlen, tr. Utrecht (Jac.kerk) 26 mei 1639 Trijntjen Peters, woont Lauwerecht, wed. van Dirck Herbertsen

 

Ingen Janss, geb. ca. 1600, overl. na 24-04-1664, tekent met een merk (een 'T'), verm. 13-09-1675, woont Suylen, Ingne jans. verm. wegens huur 1634-1640 'cleijn huijsje tot Zuijlen' (daarna verhuurd aan Marcus Gode): Manuaal 1619/1659 Huis Zuilen. Ook verm. not. 23 maart 1650: Ingen Jans, wonende tot Zuijlen, bekend 200,- schuldig te zijn aan Willem Jans van Schaijck, mede wonende tot Zuilen.

Hieruit (o.a. verm. 24-04-1664):

1. Arien Ingensen, woont Suylen, woont in 1664 aen de Rodebrugge, in 1673 herbergier te Zuilen, geb. ca. 1625, Arien Ingenss van der Vlist, pagter van de impost op zeep en uytheemse edik vallende over 't Nederquartier, woont Suylen, verm. 05-08-1676, overl. 1677, zijn wed. is dan Dirkje Jans (verm. diakonieboekje 1677), zelfde als Dirkje Jans Creyger. Hieruit: Marrigje Ariens, tr. Hermen Reijers, beide overl. voor 1678 (hun kinderen worden volgens het diakonieboekje verzorgd door hun grootmoeder Dirkje Jans).

2. Cunera Ingens (Kunderv van der Vlist), tr. Gijsbert Gerritsz, laten op 2 april 1654 te Zuilen zoon Cornelis dopen. Echtpaar tr. Westbroek 10 juni 1644: volgens attest. van Zuijlen in houwelijckschen staet bevesticht Gijsbert Gerrits jm. van Zuijlen ende Kuijndertjen Enghens j.d. van Vlist woonende tot Zuijlen

3. Cornelis Ingissen, tekent merk (vierkant), tr. Grietje Jans de Sweet, mog. later getr. met Cornelia Isbrants. Verm. not. 23 maart 1650 als zoon van Ingen Jans. Ook verm. als Cornelis Ingenss van de Vlisch. Hieruit: Johannes 27 sept. 1657

4. Aeltgen Ingens, in 1664 wonende aan de Rodebrugge, dan wed. van Claes Jacobs.

5. Coenraet Ingenss, in 1664 al overl.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Cornelis Meertens, wonende in de Gagel (verm. Huis Zuilen, 156), verm. 1654

 

Huybert Willemsz, woont te Zuilen, verm. 05-10-1666 (overdracht vanmeubels, huisraad en vee in mindering van achterstallige pacht van huis, hofstede en landeryen in Zuilen en Maarsen, aan Johannus Teckmannus, bedienaer des goddelycken woorts tot Amersfoort), 16-01-1669. Ook verm. 06-05-1668.

 

Jannetje Meertens, wed. (L 1634). Ook: (76, inv. 302): 1648: '.. t.b.v. Jurriaen Quant .......met huis, panhuijsen... daar Janneke Martens ten suijde....'

Balten Meertens, 'met syn huisvrouw' (L 1634)

Marrigjen Baltsdr, werkzaam op steenoven 1623 als afdraegster (dan waarsch. ca. 7 a 8 jaar oud) (mog. zelfde die 21 jan. 1649 Jan Gijssen tr.)

 

Peter Aerts van Doorn, petri 1622, 4 st. 8 penn. (76, 66: rek. erfpachten). Peter Aerts van Dooren, petri 1623, 4 st. 8 penn. (76, 66: rek. erfpachten)

 

Balthasar van Doren, mr. Balthasar van Dooren, singer en voorleser te Zuilen (L Maarssen 1634), schoolmeester te Zuilen, tr. N.N., wonen in 1642 'tot Zuijlen'. Verm. bij tr. 1636 'op vertoon van ...',. Balthasar is van 1631-1650 en 1650-1653 voorleser en singer te Zuilen (kwitanties etc. bewaard in archief herv.kerk Zuilen). Hieruit:

1. 'Catharina' ged. Maarssen 1636;

2. Jacobus, ged. Utrecht (Jac.k.) 19 juni 1642.

 

Jan van Dulmen (zie v.d. AA onder Zuilen: voorlezer te Zuilen). Jan Jansz van Dulmont, schoolmeester en voorleser 1620-1631 te Zuilen (zie voorwoord inventaris archief herv.er Zuilen). Verm. bij tr. Utrecht 1629: 'att. (verleend door ) Jan van Dulmen tot Zuijlen'

 

Theymen Goosens tho Keyns, geb. ca. 1570, koster en gerechtsbode te Zuilen 1642-1650 (inventaris archief herv.kerk Zuilen). Ook: (76, 87) 1633: Thyman Goosens, gerechtsbode, om Anselm Gerrits aan te zeggen .... Hieruit:

1. Grietgen Tijmens de Kints, wonende tot Zuijlen, afk. van Utrecht, , tr. Utrecht (jac.kerk) 25 jan. 1624 Claes Janssoon, tot Zuijlen afk. van Zuijlen, 'proclematie tot Zuijlen'.

2. mog. Marrichgen Thijmans, geb. ca. 1590, wed. van Willem Fredrixzen, woonende tot Suijlen, tr. Westbroek 15 nov. 1612 Ghijsbert Janszen Schout van Achthienhoven, wedenaer van Marrichgen Isbrants.

 

Maria Dircks: (76, inv. 302): 1651: Erven Maria Dircks: transport 4 1/2 morgen naar Willem Gerrits

 

Bart Cornelis, verm. morgentalen Zuilen, 1643: oude eigenaar hofstede bij overdracht aan Baernt Huijgens en Jacob Cornelis (schoenmaker). (76, inv. 202): 31 nov. 1605: erf tot Suijlen t.b.v. Antonis Gijsberts wonende op Vijfhuisen , een erf groot 75 roeden, beginnende bijde hofstede van Bart Cornelis oostwaerts op tot so verre den paelen geslaegen sijn en voege so t selve Bart Cornelis voorn. in erfpagt van den huijse van Sujlen gehouden heeft daer noordwaarts Bart Jans en Matthijs Segers en westwaerts Wauter Willems ten naesten elx met een erfpacht gelegen. (Financiele instellingen nr. 1102: Rekening over de Zuilendse goedeeren 1606-1607), ontvangen erfpachten: Bart Cornelis van 75 roeden erffs (2gld, 12st, 7 penn.). (76, 222): 1636: Reijer Jacobs van den Brenk: beginnende van Bart Cornelisz ende Bart Jans hoffsteden oostwaerts op tot soo verre de palen geslagen sijn, en soo dese drie erfgens bij Oth Cornelis in erfpacgt van mijne huijse van Suijlen gehouden sijn daer noortwaerts Jan Willems weduwe, en suijdtwaerts der kercke offte capelle goederen tot Suijlen gelegen sijn. (76, 222): 1641: Barend Huijgen: '3 erfgens': beginnende van Bart Cornelisz en Bart Jansz hoffstede oostwaerts op tot soo vere de palen geslagen sijn, en soo dese drie erfgens bij Reijer Jacobs in erfpacht van mijn huijse van Suijlen gehouden sijn, daer noortwaerts van outs Jan Willems en nu voorn. Barent Huijgens selffs, ende suijdtwaerts de kercke offte capelle goederen tot Suijlen naest gelegen sijn. Ook verm. in oudschildgeld over Zuilen 1656 samen met anderen i.v.m. ticheloven (koopmanschap?)(eigenaar was Convent van de Dael),

 

Bart Jans, geb. ca. 1575. (76, inv. 202): 24 aug.. 1605: erf gelegen tot Suijlen t.b.v. Antonis Joostens: erf 73 roeden... beginnede van Bart Jans hofstede oostwaart op tot so verre die paelen geslaegen sijn in voegen so t selve Mathijs Segers in erfpacht vanden huijse van Suijlen gehouden heeft daer noordwaarts Jan Willems en westwaarts Bart Cornelis ten naest elx met een erff ofte erfpachten gelegen sijn. (76, inv. 202): 31 nov. 1605: erf tot Suijlen t.b.v. Antonis Gijsberts wonende op Vijfhuisen , een erf groot 75 roeden, beginnende bijde hofstede van Bart Cornelis oostwaerts op tot so verre den paelen geslaegen sijn en voege so t selve Bart Cornelis voorn. in erfpagt van den huijse van Suijlen gehouden heeft daer noordwaarts Bart Jans en Matthijs Segers en westwaerts Wauter Willems ten naesten elx met een erfpacht gelegen sijn. (Financiele instellingen nr. 1102: Rekening over de Zuilendse goedeeren 1606-1607), ontvangen erfpachten: Bart Jans uit twee camerkens (9st.). Bart Jans uit twee cameren, 9 st. (76, 154, rek. 1608/1609). Jan Claes ende Bart Ians uit haer huijs, jaerl. 9 st. (76, 155, rek. 1612/1613). En: (76, inv. 202): erfpacht ca. 1636: erfgenamen van Oth Cornelis t.b.v. Reijer Jacobs van den Brenck: erf en watermolen in gerecht Zuilen, beginnende van Bart Corneliss en Bart Janss hofsteden oostwaarts op tot so verre de palen geslaegen sijn, en de voorn. drie erfgens bij Antonis Gijsberts, Antonis Joosten en Wouter Willem Mostert in erfpacht van de huijse van Suijlen gehouden sijn, daer noordwaerts Jan Willems wed. en suijdwaerts d kercke ofte capelle goederen gelegen sijn. .Ook: 76, 222: 1641: beginnende van Bart Cornelisz en Bart Jansz hoffstede oostwaerts op tot soo vere de palen geslagen sijn, en soo dese drie erfgens bij Reijer Jacobs in erfpacht van mijn huijse van Suijlen gehouden sijn, daer noortwaerts van outs Jan Willems en nu voorn. Barent Huijgens selffs, ende suijdtwaerts de kercke offte capelle goederen tot Suijlen naest gelegen sijn.'. Mog. zelfde als verm. reg. graven kerk Maarssen 1652-55: "graf no 32 compt aen Bart Jansz. [handschrift ca. 1652/1653:] compt nu Jacob Janssen van Werckhoven

 

Gerrit Jacobs, tekent merk (vierkant), geb. ca. 1610/1615, op 08-01-1659, verhuurt Willem Cooth de tichelarij Duynkercken te Zuylen aan Gerrit Jacobs. Ook verm. not.akte 11 aug. 1663 als 'den eersamen Gerrit Jacobs tichelaer tot Maerssen' wegens de ontvangst van een partij 'gele loot', was waarsch. tichelaer op de tichelarij bij de Koning David (de eigenaar zelf, Cornelis Jans van Rooien, woonde in 1667 en 1668 te Zuilen), in 1671 tichelaer aan de Rodebrugge, daarvoor als tichelaar woonachtig te Maarssen, tr. Jannigie Huigen (zuster van Gerrit Huigen). Ook: Gerecht Zuilen, 2463, transporten, juni 1671: Gerrit Huygen en Gerrit Jacobs transporteren erf en getimmer aan Jan Fock, pannenbakker. Erf ligt naast erf Dirck Jans]. Ook: de echtgenote van Jacob Cornelisz. wordt als weduwe vermeld in een akte uit 1671 (gem.arch.Utr). Betreffende akte heeft betrekking op de toestand van een huisje te Zuilen welk door de weduwe (naam onvermeld) was bewoond en verkocht werd wegens de slechte toestand waarin het verkeerde. Het huisje behoorde toe aan Gerrit Huigen en Gerrit Jacobsz. als man en voogd van Jannigie Huigen, beide kinderen van Huijgen Jansz. die voor zijn overlijden ook te Zuilen had gewoond. Ook: 20 roeden lants, van Gijsbert Lamberts; nu eigenaars en bruijckers Jan Aerts van Woerden & Gerrit Jacobs [morgentalen Zuilen, 1643]. Ook: (76, inv. 302): 1647: Gerrit Jacobs en Cornelis Dircks: transport huis te Zuilen aan Huijg Jans. (76, inv. 302): Gijsbert Andries transporteert op 24 mei 1655 een huis en erfje in Zuilen aan Gerrit Jacobs, welke op dezelfde dag een (hetzelfde) huis transporteert aan Dirck Jans. Hieruit:

1. mog. Jacob Gerrits, tr. Zuilen 1664 als j.m. van Maarssen met Annichje Willems van Schaijk, j.d. van Zuilen (get. zijn vader en haar moeder). Jacob Gerritss, woont in 1671 te Maersen, schipper (overg. van zijn oom Gerrit Huijgen?), kan schrijven, overl. na 1694, op 11-12-1671 samen met Gerrit Huygen borg voor Gerrit Jacobs, tichelaer aan de Rodebrugge m.b.t. betaling verschuldigde impost toen hy als tichelaar woonachtig was te Maarssen. Zoon: Gerrit Jacobs (verm. 29 okt. 1694 en 12 juni 1695: tekent merk: kruis), schipper (pacht schip van zijn vader), woont in 1714 in de Gagel (18-12-1714).

 

Jacob Cornelis Schoenmaker, geb. ca. 1610. Archief Slot Zuilen, inv.no. 534 (aantekeningen morgentalen 1643: Bart Cornelisz. een hofstede met huis en boomgaard. Nu eigenaars en gebruikers Baernt Huygensz. ende Jacob Cornelisz. Schoenmaker. Ook: Convent van de Dael, huis en boomgaard, gebr.: Gerrit Proeijt, nu eigenaars/gebruikers: Beerent Huijgens, Jacob Cornelisse Schoenmaker, Gijsbert Andriesse [oudschildgeld over Zuilen 1656]. (76, 302): Barend Huijgens transporteert op 15 juli 1659 een erfje aan de oostzijde van de Vecht aan Jacob Cornelis die op dezelfde een huis aan de oostzijde van de Vecht transporteert aan Gijsbert Adriaens (van Zuijlen). Ook: de echtgenote van Jacob Cornelisz. wordt als weduwe vermeld in een akte uit 1671 (gem.arch.Utr). Betreffende akte heeft betrekking op de toestand van een huisje te Zuilen welk door de weduwe (naam onvermeld) was bewoond en verkocht werd wegens de slechte toestand waarin het verkeerde. Het huisje behoorde toe aan Gerrit Huigen en Gerrit Jacobsz. als man en voogd van Jannigie Huigen, beide kinderen van Huijgen Jansz. die voor zijn overlijden ook te Zuilen had gewoond. Ook: [Gerecht Zuilen, 2463, transporten, juni 1671: Gerrit Huygen en Gerrit Jacobs transporteren erf en getimmer aan Jan Fock, pannenbakker. Erf ligt naast erf Dirck Jans].

Waarsch. zelfde als Jacob Cornelissen van Zuijlen, verm. in boedebeschrijving 1693 Jan Aris van Cooten m.b.t. een obligatie 14 maart 1660 ten laste van Jacob Cornelissen van Zuijlen als principael, mitsgaders Dirck Jansz [van Zuijlen?] en Cornelis Jacobsz ['Jansz' is doorgehaald en veranderd in 'Jacobsz'] mede woonende tot Zuijlen als borgen en mede principalen - rente en jaren volgens reductie agt guldens en vijff stuivers, dus 150.0.0

Waarschijnlijk een andere persoon: doopboek Maarssen 28 dec. 1652: Annighie dr. van Jacob ..... de schoenmaker. Lidm.reg. Maarssen: Jacob Schoenmaker, samen met syn huysvouw met attestatie vertrokken naar Amsterdam 1669.

 

Huijgen Jansz., geb. ca. 1585, heeft bij zijn overlijden te Zuilen gewoond. Mogelijk zelfde als Huygen Jans die in 1634 als lidm. te Maarssen wordt vermeld. (76, inv. 302): 1647: Gerrit Jacobs en Cornelis Dircks: transport van een huis te Zuilen aan Huijg Jans

Hieruit:

1. Jannigie Huigen, tr. Gerrit Jacobsz., geb. ca. 1615, in 1671 tichelaer aan de Rodebrugge, daarvoor als tichelaar woonachtig te Maarssen. (ook: de weduwe van Jacob Cornelisz. woonde voor 1671 in een huisje te Zuilen welk toebehoorde toe aan Gerrit Huigen, wonende tot Zuilen en Gerrit Jacobsz. als man en voogd van Jannigie Huigen: mog. is Gerrit Jacobsz. een broer van Cornelis Jacobs Coninck, vernoeming dan in 1683). Ook: [Gerecht Zuilen, 2463, transporten, juni 1671: Gerrit Huygen en Gerrit Jacobs transporteren erf en getimmer aan Jan Fock, pannenbakker. Erf ligt naast erf Dirck Jans].

2. Gerrit Huigen, tot Zuijlen, geb. ca 1617, schipper van Zuylen, overl. na 1671, tr. Anna Jans, Anneken Jans. Echtpaar woont 'tot Suijlen'. Hieruit: Jan, ged. Utrecht (Jac.k.) 9 aug. 1641; 'Jan' ged. Maarssen 1642; Marijchgen, ged. Utrecht (Domk.) 6 juli 1644 Gerrit later na 1652 ook kinderen te Zuilen dopen, o.a. Gijsberten (1652). Ook verm. 22-11-1681: Gerrit Huysen, schipper (Zuilen). Rekest van de schout 'en gemeinteleden van Zuylen' aan de Staten van Utrecht d.d. febr. 1649: Gerrit Huijgens (tekent merk: vierkant). Ook: Gerrit Huijgen schipper, betaeld (76, 249: rekening aanleg brug over het Zandpad over de invaart naar het huis Zuilen vanuit de Vecht, 1643). (76, 302) 28 mei 1671: Gerrit Huijgen c.s. transporteert aan Jan Fock 6 roeden oostzijde Vecht. Ook: [Gerecht Zuilen, 2463, transporten, juni 1671: Gerrit Huygen en Gerrit Jacobs transporteren erf en getimmer aan Jan Fock, pannenbakker. Erf ligt naast erf Dirck Jans]. Ook: 1681: Omschrijving onroerend goed: 1/3 van huysinge, erve, gront c.a. Vechte zw: Bartholomeus van Vlooten: nw: Gerrit Huysen, schipper. Gerecht w.o. het goed ligt: Suylen. Ook: kerk.raadnotulen Zuilen 26 jan. 1676 betr. huis(huur): 'ten lasten van Gerrit Huijgen, en is Cors. soone van Gerrit Huijgen sal.', en 1678: 'Kors Gerrits, soon van Gerrit Huijgen, gelijk als oock sijn suster Marie .. haar broeder..'

3. waarsch.: Baernt Huijgen van Cuijl, Baernt Huygens, geb. ca. 1610, samen met Jacob Cornelis, schoenmaker, nieuwe eigenaar hofstede, huis en boomgaard [morgentalen Zuilen, 1643].. Ook: (49-1425, gerecht Maarssen): 1640 Baernt Huijgens, tegenwoordig wonende tot Suijlen. (76, 222): 1641: overgang erfpacht van Reyer Jacobs van den Brenck aan Barend Huijgen: '3 erfgens': beginnende van Bart Cornelisz en Bart Jansz hoffstede oostwaerts op tot soo vere de palen geslagen sijn, en soo dese drie erfgens bij Reijer Jacobs in erfpacht van mijn huijse van Suijlen gehouden sijn, daer noortwaerts van outs Jan Willems en nu voorn. Barent Huijgens selffs, ende suijdtwaerts de kercke offte capelle goederen tot Suijlen naest gelegen sijn.. De erfpacht (of deel ervan) gaat in 1659 over op Dirck Jans van Woerden: 'een boomgaerdgen mette bepotinge en beplantinge daer op staende leggende inde dorpe van Suijlen' daer der capellen goet suijtwaerts, de voorn. Dirck Jansse van Woerden noortwaerts ende den heere van Zuijlen oostwaerts naest gelegen sijn. (76, 302) 21 sept. 1657: Barent Huijgensz transporteert huis en boomgaart 1 morgen aan oostzijde Vecht aan Do. Henr. Teekman. (76, 302): Barend Huijgens transporteert op 15 juli 1659 een erfje aan de oostzijde van de Vecht aan Jacob Cornelis die op dezelfde dag een huis aan de oostzijde van de Vecht transporteert aan Gijsbert Adriaens. Ook: Convent van de Dael, huis en boomgaard, nu eigenaars/gebruikers: Beerent Huijgens, Jacob Cornelisse Schoenmaker, Gijsbert Andriesse [oudschildgeld over Zuilen 1656]. Mog. zoon:

a. Jan Beerntss van der Cuyll, backer, woont Utrecht, tr. Dirckgen van Roijen, verm. 19-03-1676 wegens transport huis en erf (o.z. wegh, achter: Dirck Jans, zw: Ghysbert Ghysberts, nw: naesaet Jan Pas (van Woerden) aan Luyt Aerts van den Uytterdyck. (76, 302) 31 maart 1676: Dirk Dirksz Serdam transprteert huis en erf oostzijde Vecht aan Jan Berentsz van Kuijl c.s. (76, 302) 9 nov. 1677: Jan Berendsz van de Kujll transporteert huis en erf oostzijde vecht aan Luijt Aertsz van Uitterdijck.

4. mogelijk: Jan Huygen, overl. voor 1643, tr. Hillegond. Zij wordt verm. 1643 (morgentalen) en 1656 (oudschildgeld) als wed. van Jan Huygen i.v.m. huis en boomgaard te Zuilen.

5. mogelijk: Jacob Huigen, bezit eenvierde deel van graf no.18 en graf no.19 in de kerk van Maarssen (grafboek 1652-1655). Dirck Jans bezit eveneens eenvierde deel (zijn beiden erfgenamen van erfgenamen van Peter Peters van der Vlist gewesen schout van Maerssenveen)

6. mogelijk: Willem Huijgen Tichelaer: grafboek Maarssen 1652-1655: pag. 77v: nu aen Willem Huijgen Tichelaer wonende tot Maerssen als erfgenaem

 

Frederick Gijsberts Tichelaer, geb. ca. 1580, tot Zuilen. Fredrick Gijsberts, petri 1622, 3 gld 5 st. (76, 66: rek. erfpachten). Fredrick Gijsberts, petri 1623, 3 gld 5 st. (76, 66: rek. erfpachten). Ook:Frederick Gijsberts ende Jan Claesz, jaerl ....... (76, 155, rek. erfpacht 1612/1613). Frederick Gijsberts, samen met Jan Claes en Baernt Huijgens, eigenaars/gebuikers huis met boomgaard [morgentalen Zuilen, 1643]. Ook: Dirck Hendrick Snoek, overl., nu eig./gebr. Frederick Gijsberts, 1/2 hond land [morgentalen Zuilen, 1643]. Ook: Gijsbert Frederiks c.s. (zoon van Frederick Gijsberts) transp. in okt. 1648 huis en tichelarij aan oostzijde Vecht aan Willem Joosten van Koot (76: 302)

Hieruit:

1. Ansem, ged. Utrecht (Jac.Kerk) 27 febr. 1620.

2. Gijsbert Fredericksz, geb. ca. 1610, tr. Jannichien Lamberts, wonen 'tot Suijlen' en in 1639 'tot de Rodebrugh': Gijsbert Frederiksz, woont te Suijlen, afk. van Zuijlen, tr. Utrecht (Jac.kerk) 14 febr. 1633 Janneke Lamberts, woont Marijenkerkhof, afk. van Emmerich. Ook: Gijsbert Frederiks c.s. transp. in okt. 1648 huis en tichelarij aan oostzijde Vecht aan Willem Joosten van Koot (76: 302): betr. waarsch. de grond waarop een tichelarij stond waarvan zijn vader samen Jan Claes tichelaer eigenaar was.

Hieruit:

a. Frederick, ged. Utrecht (Jac.kerk) 3 aug. 1634

b. Lambert, ged. Utrecht (Jac.kerk) 3 maart 1639

 

Hendrick Gijsbertse, 1/2 hond, nu eigenaars/gebruikers: Willem en en Jan Jans Fock [oudschildgeld over Zuilen 1656]. Mog. zelfde als: Hendrik Gijsbertsz. van Steenwijk, verm. 1621 wegens overdracht huis aan het Zandpad te Zuilen (76, 10)

 

Jan Leendersz, tr. Annichjen Helmes, wonen 'tot Zuijlen'. Hieruit:

1. Adriaen, ged. Utrecht (Ant.g.) 1651

 

Willem Dircks, vertrekt 1611 (rekening van de schout te Zuilen (1611-1614)

 

Hendrick Claes, 1611 (rekening van de schout te Zuilen (1611-1614) 'bij hem verdient met sijn waegen int leger voor gulyck ent hem meden belooft was als ene .....'

Kaart 1604 Lage Weide (kaartboek Kapittel St. Jan): Henrick Claes (hofstede aan de Lage Weidse Dijk). Ook: Kappittel St. Jan, 222, 591 (verkoop van twee uiterwaardjes te Zuilen, 1628: 'naastgelegen: de wed. van Hendrick Claes'

 

Dirck Cornelis, geb. ca. 1610, tr. Anna Jans, wonen 'tot Suijlen'. Mog. zelfde als Dijrck Cornelis, rentmeester slot Zuilen, 1629-1631. Hieruit:

1. Cornelis, ged. Utrecht (Jac.kerk) 15 maart 1637

 

Dominicus Dirckx, geb. ca. 1570, (76, inv. 66: erfpacht 1622, 1623). Ook: Dominicus Dirkx: 'sijn huijs' (76, inv. 155: erfpacht 1612-1613). Ook: Dominicus Dirxs tot Suijlen, uit sijn huijsinge (76, inv. 154: Rekening over de Zuilendse goederen, 1608/9: efpachten Zuilen). Dominicus Dircxz, verstrekt in 1606 lening met plecht op huis gelegen aan het Zandpad waar zijn huis noordwaarts van gelegen is (76, 10-2; 76, 10-3).

Hieruit waarsch.:

1. Meertgen Dominicus, tr. Steven Cornelis (verm. in not. Houtman, 21 sept. 1636 als erfgen. nom. ux. van Lucia Jansdr), waarsch. zn. van Jan Cornelis Neerdijcker.

2. Herman Minicus, Hermen Mijnicus, geb. ca. 1605, tr. 1e Lijsbeth Jacobs (overl. voor 1640), tr. 2e Trijntien Jans, wonen 'tot Suijlen'. Hieruit:

a. Geertien, ged. Utrecht (Jac.kerk) 6 juli 1636 (ouders: Herman Minicus en Lijsbeth Jacobs)

b. Hendrickgen, ged. Utrecht (Domkerk) 13 febr. 1640 (ouders: Hermen Mijnicus en Trijntien Jans)

 

Abraham Isacksen 'doot', 'en syn huisvrouw' (L Maarssen 1634), geb. ca. 1595, . Zelfde als Abraham Isaacxs, tot Zuilen woonachtig. Hieruit:

1. Isaac, ged. Utrecht 16 sept. 1621

 

Trintjen Aarts, geb. ca. 1625, j.d. van Zuelen tr. Westbroek 1652 Adriaen Petersen j.m. van Harmelen.

 

Evert Egberts, gebr. 20 morgen [oudschildgeld over Zuilen 1656]

 

Marrigie Rutgesdr., wed. (L Maarssen 1634)

 

Jan Corneliszoon, afk. van Suijlen, o.tr. Utrecht (attest. om te Zuilen te tr. 20 okt. 1610) Jacobtgen Claes, afk. van buiten de Tolsteegh.

 

Willem Corneliszoon, afk. van Suijlen, tr. Utrecht (Jac.k.) 9 nov. 1603 Neeltgen Cornelis, afk. van Suijlen

 

Willem Cornelis, geb. ca. 1540-1570: (76, inv. 203: Leenregisters 1612-1662): 'compt Lambert Gijsberts [schout te Zuilen] (met) erfbrief verstrekt door Willem Rennenberg .... schuldig waar te doen Willem Cornelis en sijne erfgenamen ....... Leijderhofstede (oostzijde Vecht) gebruik ...... huijsinge en hofstede als Adriaen Jans van ouds ..... liggende tot Suijlen....'

 

Trijntje Willems, geb. ca. 1595 (mog. dr. Willem Cornelis: verm. in erfbrief Leyerhofstede bij overdracht door Lambert Gijsberts, haar man), overl. na 1648 en voor 1654, dochter van Merrichgen (laatst wed. van Roeloff Gerritss). Verm. lidm.reg. Maarssen, in 1634, dan weduwe van Lambert Gijsberts, schout (was in 1609 al schout), en woonde toen op de Zuijlense steenoven. Tr. waarsch. ca. 1621 (wegens vern. kind naar haar vader) Lambert Gijsberts, overl. tussen 1628 en 1634. De wed. van de zoon van Lambert Gijsberts, Gijsbert Lamberts, wordt in 1643 en 1644 (76, 171) verm. als zijnde schuldig voor hetgeen Trijntje Willems op de Suijlense steenoven schuldig is. Ook verm. in (archief Domkapittel 216, 3651): Rekeningen van Lekdijksrenten ten lasten van de geerfden, 1652: Trijntgen Willems, 9 1/2 morgen. Trijntgen Willems, wed. van Gijsbert Lambertss, wordt ook verm. 25-03-1651 als enige erfgename van haar moeder, en wegens een bij haar te innen vordering.

 

Trijntghen Willems, geb. ca. 1603, j.d. woonende in Westbrouck, tr. 12 nov. 1626 Joost Theunis wedenaer van Maijcken Theunis woonende tot Suijlen. Zie verder: Joost Theunis

 

Trijntien Willems, geb. ca. 1595, tr. Claes Dircksz, wonen 'tot Suijlen'. Mog. is Claes Dirks zelfde die in 1621 Beertgen Jans tr. (zie hierna)

Hieruit:

1. Cornelis, ged. Utrecht (Jac.kerk) 17 okt. 1630

2. Jan, ged. Utrecht (Jac.kerk) 7 aug. 1631

 

Claes Dirks, geb. ca. 1595, j.m. van Zuilen, tr. 1621 Beertgen Jans (wonende te Zuilen), wed. van Hendrik Pauwels. Ook: Claes Dirc, in de Gagel, verm. 1633 wegens erfpacht: Manuaal 1619/1659 Huis Zuilen. Ook (76, 66) rek. schout over 1669: ontfangen van Claes dircks twee jaeren erffpacht (12 gld). Mog. zelfde die in 1630 met Trijntien Willems is getr.

 

Frederik Roelofs. (76, 302) 28 febr. 1656: Pieter Hendriksz van Pijlsweert transporteert huis en 1100 roeden westzijde Vecht aan Frederik Roelofs.

 

Esaias Esaia, van Amsterdam, en Aeffie Roelofs, zijn huisvrouw (L Maarssen 1634). Mog. relatie met Esaja Esijas de Jonge, verm. 02-11-1675.

 

Aeffie, j.d., dienstmaagd v. Juriaen Stoffels (Quant) tot Zuilen (L Maarssen 1643)

 

Pauwels Hendrix: '18 juni 1626 betaald aen Pauwels Hendix ende Wilem Loover voor 't maecken ende harcken van 3 morgen gras: 9 gulden' (76, inv. 66 afrekeningen). Mog. hieruit: Hendrik Pauwels, overl. voor 1621, zijn wed. Beertgen Jans (woont te Zuilen) hertr. Claes Dirks, j.m.

 

Philips Jans in de Gagel, verm. 1633 wegens erfpacht hofstede: Manuaal 1619/1659 Huis Zuilen

 

Hendrik Bielers, geb. ca. 1600, j.m. van Zuilen tr. 1622 Neeltje Anthonis, wonende te Zuilen

 

Jan Janse Nijenhuijs, (76, 222. pag 1v): 1618: Jan Jans van Nijenhuijs.... of nagelaten kinderen: een erf lang 12 roeden breed 9 roeden ('daer zuijtwaerts van outs Cornelis Willems & oostwaarts de gemen weij gelegen is' (betr. het erf dat later als tuin bij het huis Diedrichsteijn behoort). Ook: (76, 222. pag 6): 1620: ten verzoeke van Jan Jans Nijenhuijs ten behoeve van Peter Dircks van Dusseldorp'.

 

Peter Dirksen van Dusseldorp, geb. ca.. 1583, verm. erfpacht Zuilen 1622, 1623 (76, inv. 66). Ook: Peter Dircks van Dusseldorp: erfpachten Huis Zuilen, pag. 6, 1620: een erf lang 12 roeden breed 9 roeden ('daer zuijtwaerts van outs Cornelis Willems & oostwaarts de gemen weij gelegen is ten verzoeke van Jan Jans Nijenhuijs ten behoeve van Peter Dircks van Dusseldorp' (betr. het erf dat later als tuin bij het huis Diedrichsteijn behoort). Ook: Peter Dircks van Dusseldorp, 1622, 1 gld.. Peter Dircks van Dusseldorp, petri 1623, 1 gld. (76, 66: rek. erfpachten). de erfpacht gaat in 1635 over op Fredrick Willems. Peter Dirxss van Dusseldorp, kistenmaker (verm. thessauriers rek. Utrecht 16-2-1609, begr. Utrecht (Buerkerk) 20 okt. 1673 (woonde daarvoor omtrent de Gaertbrugh), tr. Utrecht 19 april 1607 Lijsbeth Hendrick Passe(r)(l), overl. 1667. Hieruit:

1. Marya Peters van Dusseldorp, overl. 1690.

2. Hendrick Peters van Dusseldorp, geb. ca. 1614, overl. ca. 1663. Mog. zelfde als Henrick Peters weert (zie elders, verm. (76, 66; 4 maart 1631)

3. Annichgen Peters van Dusseldorp, geb. 1616.

 

Peter Jans Bauman: (Financiele instellingen nr. 1102: Rekening over de Zuilendse goedeeren 1606-1607), ontvangen landpachten: 'Peter Jans Bauwmans weduwe vande bauwinge [= de slotboerederij] vanden huijse van Suijlen (..) met den bauwhujse, schueren mitg. 68 mergen lants daer toe behoren, daer die clophamer oostw. boven ende duelanden behorende aen Oostweert westw. beneden de Vechte Zuijdtwaerts en den Groenewech noortwaerts naest gelegen sijn', idem onder onderdeel 'cortinge': 'de weduwe van Peter Janss pachtersse vande grote bauwerije vande huijse Suijlen heeft jaerlijcx gecort duuersche penningen zoe volgende de huercedulle als mondelinge acoordt met den Grave van Egmondt gemaeckt'. Ook: Pieter Janss Bauman weduwe, van de bauwinge van de huijse van Suijlen in pacht en huijre voor 9 jaar ingegaen 1603 betr. bauwinge met schuren en 30 morgen daer de clophamer oostwaarts boven...... (76, inv. 154: Rekening over de Zuilendse goederen, 1608/9: landpachten Zuilen)

 

Claesie Gerrets, geb. ca. 1600, j.d. van Zuilen, tr. 1623 Pieter Crijnen, van Maarssen

 

Peter Crijnen, geb. ca. 1620, (mog. zn. van Crijn Peters, werkzaam op steenoven 1623 als schebul, die is dan waarsch. ca. 12 jaar oud)), tr. Niesgen Claes, wonen 'tot Zuijlen'. Hieruit:

1. Maddelena, ged. Utrecht (Jac.k.) 2 nov. 1645

 

Jannighie Crijnen, van Oostwaard, wed. van Huibert Claas, tr. 1642 Jan Jans van Zeist

 

Crijn Aerts. Ook verm. in (archief Domkapittel 216, 3651): Rekeningen van Lekdijksrenten ten lasten van de geerfden, 1652: Crijn Aerts, 5 morgen.

 

 

Wouter, tr. N.N.

Hieruit:

A. Jan Wouters, verm. 28-05-1636 als erfgenaam van Cychen/Lucia Jans, is dan geconstitueerde namens de kinderen van Dominicus Wouters en Cornelis Wouters.

B. Dominicus Wouters, overl. voor 1636. Zijn kinderen worden verm. 28-05-1636 als erfgenaam van Cychen/Lucia Jans:

1. Wouter Dominicuss

2. Willempgen Dominicus, tr. Cornelis Janss

C. Cornelis Wouters (Cornelis Gerrits), overl. voor 1636. Hieruit (tevens verm. 28-05-1636 als erfgenaam van Cychen/Lucia Jans):

1. Adriaen Cornelis, verm. in not. Houtman, 21 sept. 1636 als erfgen. van Lucia Jansdr. Ook verm. 28-05-1636

2. Jan Cornelis, verm. in not. Houtman, 21 sept. 1636 als erfgen. van Lucia Jansdr.

3. Wouter Cornelis, verm. in not. Houtman, 21 sept. 1636 als erfgen. van Lucia Jansdr.

4. Cornelis Cornelis

5. Annechen Cornelis, tr. Cornelis Teuniss

6. Adriaen Corneliss

 

Jan Cornelis van Catwij. Ook verm. in (archief Domkapittel 216, 3651): Rekeningen van Lekdijksrenten ten lasten van de geerfden, 1652: Jan Cornelis van Catwij, 10 morgen.

 

 

Jan Wouters, geb. ca. 1560. (Financiele instellingen nr. 1102: Rekening over de Zuilendse goedeeren 1606-1607), ontvangen erfpachten: Jan Wauters uit sijn huijs en hoffstede (1gld, 8st.). Jan Wouters uit sijn huijsinge ende hoffstede, 1 gld 7 st. (76, 154, rek. 1608/1609). Jan Wouters, t jaers ...... (76, 155, rek. 1612/1613). Jan Wouters, petri 1622, 1 gld 8 st. (76, 66: rek. erfpachten). Jan Wouters, petri 1623, 1 gld 8 st. (76, 66: rek. erfpachten). Ook: not. archief Utrecht d.d. 21 September 1636 i.v.m. nalatenschap Lucia Jansdr: die weduwe was van Floris Claesz. van Schayck: Jan Woutersz. c.s. Ook: (76, inv. 16):1620: 'heeft Thonis Thonis Fock vercocht t.b.v. Roelof Aerts Timmerman (..). huis daer Jan Wouters huis zuidw. en Thonis Thonis selve westw.

Hieruit:

1. mog.: Wouter Jans, geb. ca. 1595, j.m. van Zuilen, tr. 1623 Elisabeth Willems, wed. van Meerten Reijers, woont te Zuilen

 

Pieter Jans, geb. ca. 1600, j.m. van Zuilen, tr. 1627 Aefhen Jans j.d. van Zuilen. Mog. zelfde als Peter Jansz van Cooten (zie hiervoor).

 

Carsijn Antonis: Lambertjen, Carsijn Antonis weduwe, 4 morgen [oudschildgeld over Zuilen 1656]

 

Laurens Cornelis, Lauw Cornelis, geb. ca. 1605, j.m. van Leiderdorp, woont Zuilen, tr. 1628 Neeltje (Nellichien) Pieters j.d. van Maarssen. Hieruit:

1. Philips, ged. Utrecht (Jac.kerk) 21 sept. 1634 (ouders wonen tot Suijlen)

2. Cornelis, ged. Utrecht (Jac.kerk) 16 sept. 1632

 

Cornelis Dirckz van Darthuizen, tr. 1636 Jannetje Jans van Zuilen, geb. ca. 1610. Waarsch. zelfde als Cornelis Dircksz, werkzaam op steenoven 1623 als aertmaecker (dan waarsch. sterke volwas. man). En: (76, inv. 302): 1647: Gerrit Jacobs en Cornelis Dircks: transport huis te Zuilen aan Huijg Jans.

 

Stijntje Roelofs, geb. ca. 1615, j.d. van Montfoort, wonende te Zuilen, tr. 1641 Willem Allertz, wonende tot Maarssen, wed. van Neeltje Jacobs. Mogelijk zelfde als Willem Allerts, werkzaam op steenoven 1623 als afdraeger (dan waarsc. ca. 7 a 8 jaar oud)

 

Willem Aelbertsen: '1626, ontvangen van huijshuijr van Willem Aelbertsen, 9 gulden' (76, inv. 66, afrekeningen). Waarsch. niet zelfde als Willem Allerts, werkzaam op steenoven 1623: die is dan nog een jong kind

 

Peter Aelbertsen, tr. Neeltjen Gerrits, wonen 'tot Zijlen'. Hieruit:

1. Merchgen, ged. Utrecht (Domk.) 2 febr. 1645

 

Goossen Adriansen, tr. Niesjen Cornelis, wonen 'tot Zuijlen'. Hieruit:

1. Metgen, ged. Utrecht (Domk.) 29 jan. 1645

 

Mariken Hendricks, afk. van Zuijlen, tr. Utrecht (Geertekerk) 13 mei 1606 Jacob Maessoon, woont a/d Weertpoort. (mog zelfde als Maria Hendricx die later tr. Peter Bernts Schaij?)

 

Jan Gijsberts, geb. ca. 1590, wed. van Maijgen Adria, woont buiten de Rodebrucg, tr. 1625 Janneken Hendricksdr. j.d. van Maarssen. Mog. zelfde als: Jan Gijsberts Huijsman in de Gagel, verm. 1654-1655 wegens land te Westbroek: Manuaal 1619/1659 Huis Zuilen

 

Jan Gijsz (Jan Gijsen), geb. ca. 1615, tr. 1e Elisabeth Adriaens ( Lijsbet Aerts) wonen 'te Zuijlen', tr. 2e Westbroek 21 jan. 1649 Mertjen Baltus (mog. dr. van Balten Meertens; mog. zelfde die in 1623 als afdraegster werkzaam is op de steenoven, en dan waarsch. pas 7 a 8 jaar oud): Jan Gijsen weduwnaer van Elisabeth Adriaens ende Marichjen Baltus j.d. beijde woonende tot Zuelen sijn volgens de attestatie van Zuelen bevestigt alhier (Westbroek). Echtpaar woont bij doop kind in 1649 'tot Zuijlen'.

Uit het eerste huwelijk:

1. Aert, ged. Utrecht (Domk.) 11 nov. 1647

Uit tweede huwelijk::

2. Gijsbert, ged. Utrecht (Ant.g) 6 okt. 1649

 

Gijsbert Lamberts (schout), geb. ca. 1550, overl. voor 1603: (76, 13): Leiderhofstede: 'door Gijsbert Lamberts (schout van Zuijlen) gekocht op 13 juli 1586 van Floris Poeijt (Foeijt)'. Ook: 76, 192: kopie acte uit 1586: Gijsbert Lamberts bekend 350 gulden schuldig te zijn aan Floris Foeijt i.v.m. de koop van de Leiderhofstede. Gijsbert Lamberts heeft zwagers: Willem Jans Cu.j.e. (woont Utrecht) en Harmen Cornelis (woont bij de Wittevrouwenpoort). Leiderhofstede: (76, inv. 203): huijsje en hofstede gelegen tot Suijlen aan de oostzijde van de Vecht, genaampt Leijderhofstede. Ook: (76, 302) 19 april 1679: de executeurs van den testamenten van Bartelomeus van Vloten transporteren seker huijs en boomgaart in Suijlen ten behoeve van de pastorije belenden ten noorden de erven Gijsbert Lamberts in leven schout te Zuijlen ten zuijden de wech en steech van 't huijs te Suijlen. Ook: Gijsbert Lamberts Schout. [verm. morgentalen Zuilen, 1643 i.v.m. 12 morgen + tichelarij, Convent van d Dael, en: 20 roeden lants, van Gijsbert Lamberts; nu eigenaars en bruijckers Jan Aerts van Woerden & Gerrit Jacobs]. Ook: (civ. zaken voor Hof van Utrecht, 5001): 11 maart 1590: aanlegger Gijsberts Lamberts, schout te Zuijlen, vs. Thoenis Heijnricxz, schaumaecker, vordering betr. eigendom onr. goed huis te Zuilen.

Hieruit:

A. Lambert Gijsbertsz, Lambrecht Gijsberts Staal, schout te Zuilen (1609, of eerder tot ca. 1630), geb. ca. 1575, huurt de steenoven (1623-1625), overl. tussen 1628 en 1634 (zijn wed. wordt dan in lidm.reg. Maarssen verm.), tr. 1e Neeltjen Willems, tr. 2e Trijntje Willems. Lambert Gijsbert schout, verm. 1603 (76, 200) wegens huur Leijerhofstede. Idem verm. 1603 (76, 202) wegens 'die alinge huijsinge ende hofstede inde gerecht van Zuijlen genaempt die Leijderhoffstede..... met die extraete van Suijlen dat hem t voorgeschrevene leengoet van sijn vader Gijsbert Lamberts in sijn leven schout geweest sijnde van Suijlen'Lambert Gijsberts, schout. (Financiele instellingen nr. 1102: Rekening over de Zuilendse goedeeren 1606-1607), landpachten: van Lambert Ghijsberts schout tot Suijlen in huere genomen hebbende voorden tijt van ses jaren den grote boomgaert vanden selve huijse (= huis Zuilen) ingegaen sijnde 12 jan. 1604, jaerlijcx om 150 ponden. Ook: (Financiele instellingen nr. 1102: Rekening over de Zuilendse goedeeren 1606-1607), ontvangen erfpachten: Lambert Ghijsberts schout tot Suijlen vanuijt sijn huijsinge ende hoffstede (6gld, 10st). (76, inv. 202): 1623: Leijderhofstede t.b.v. Lambert Gijsberts. Lambert Gijsbert, schout, gebruikt boomgaard te Suijlen (76, inv. 155: landpacht 1612-1613). Ook: Lambart Gijsberts schout van Suijlen, wegens boomgaard (76, inv. 154: Rekening over de Zuilendse goederen, 1608/9: landpachten Zuilen). Ook verm. 1619-1628 samen met Goossen Gijsberts op ten Dael (zijn broer?) wegens 6 morgen land te Maarssenbroek. Ook verm. in (archief Domkapittel 216, 3651): Rekeningen van Lekdijksrenten ten lasten van de geerfden, 1652: Lambert Gijsbertsz, 34 morgen. Ook: (76, inv. 203): 'compt Lambert Gijsberts (met) erfbrief verstrekt door Willem Rennenberg .... schuldig waar te doen Willem Cornelis en sijne erfgenamen ....... Leijderhofstede gebruik ...... huijsinge en hofstede als Adriaen Jans van ouds ..... liggende tot Suijlen....'. Ook (76, 171): 6 febr. 1630: m.b.t. Lambert Gijsberts: '100,- den 5 aug. geassigneert op Pieter Joosten zijn tot zijn versoeck affgelost op den pacht die hij met Goossen Gijsbert ten Dael schuldig is'. Ook (76, 171) 6 maart 1632: (m.b.t. Lambert Gijsberts): 'op hem gepasseert assingnatie om te betaelen aen Fredrick Willems tot Zuijlen voor brengen duijrvecassen sessenvijfftich'. Ook (76, 171): 1635: Lambert Gijsberts is schuldig de erffpacht van den Clop: zijn zoon Gijsbert Lamberts betaalt. (76, inv. 203): [na overlijden Lambert Gijsbert, ca. 1648 gaat de erfpacht Leijderhofstede over op zijn zoon Jan Lamberts]. Kinderen Lambert Gijsberts: Jan Lamberts (oudste zoon); Willem Lamberts; Neeltje Lamberts; Marritgen Lamberts (tr. Tijman Luijten Decker), worden in 1636 verm. als 'erfgenamen Lambert Gijsberts Schout tot Zuilen:

Hieruit:

1. Cornelia, ged. Utrecht 4 juli 1613 (ouders: Lambert Gysbert, schout tot Zujlen en Neeltjen Willems, wonende tot Zuijlen), overl. voor 1636. Ook verm. (76, inv. 203) als Neeltje Lamberts Stael, overl. zuster van Willem Lambert Stael en Marritgen Lambert Stael bij hypotheek over Leiderhofstede, na 1648

2. Thomas, ged. Maarssen 1621, overl. voor 1636

3. Jan Lambert Stael, overl. na 1665, woont Zuilen, afk. van Zuilen, tr. Amersfoort 1 juli 1649 Aefgen Gijsberts van Westbroek: Utrecht: procl. te Zuilen, op advies gerecht alhier 29 juni 1649 attest. om te Amersfoort te trouwen'. Jan Lamberts 1636-1644 wegens hooiland te Maarssenbroek: Manuaal 1619/1659 Huis Zuilen. Ook verm. 16-04-1647, Ook: Jan Lamberts, verm. als schepen van Zuilen Rekest 1 september 1642. Ook: morgentalen Zuilen, 1643, Convent van d Dael (12 morgen + tichelarij), gebruikers: o.a. Jan Lamberts (1/3 = 5 morgen). Ook: Jan Lambert Stael wordt ook verm. als 'setter' (i.v.m. ongelden) in 1665. (76, inv. 203): na overlijden Lambert Gijsbert, ca. 1648 gaat de erfpacht Leijderhofstede over op zijn zoon Jan Lamberts; (76, 302): 19 dec. 147: Jan Lambertsz Stael, erfgen. van Lambert Gijsberts Staal in zijn leven schout van Zuijlen, volgens scheidinge d. 29 april 1641, heeft getransporteert aan en ten behoeve van jufr. elisabeth Maas omtrant 5 morgen lants zijnde weijlant en boomgaart met een huijsje daar op staande genaamt Cranevelt (...) strekkende van de Daelsche Dijck in de Vecht daar de Convent van den Dael zuijdelijk en ook 't zelve Convent met de wed. van za: Elbert Cornelis tot Suijlen noordelijk naast gelegen zijn. (76, 302): Jan Lamberts Staal transporteert op 26 juni 1648 het huis Lijderhofstede aan Willem Lamberts Staal cum suis.

4. Willem Lamberts (Stael) tot Zuilen, overl. voor 24-10-1674 (dan wordt zijn wed. verm. wegens verkoop van alinge huis, onder andere hof en hostede te Zuilen, leengoed van de heer van Suylen). Ook verm. 1649 wegens pacht bogert tot Zuilen (als zijn broer wordt Jan Lamberts dan verm.): wegens huur van 't hus tot Zulen met hofstede en singels: Manuaal 1619/1659 Huis Zuilen. (76, 302): Jan Lamberts Staal transporteert op 26 juni 1648 het huis Lijderhofstede aan Willem Lamberts Staal cum suis. Ook verm.: (76, inv. 203): [hypotheek over Leiderhofstede, na 1648]. Ook: (76, 13): Willem Lamberts Stael (overl. voor 1675, tr. Grietje Jans Schut): zijn wed. verkoopt 1675 Leiderhofstede, in 1651 door Willem gekocht, aan de heer van Zuilen. Ook verm. in (archief Domkapittel 216, 3651): Rekeningen van Lekdijksrenten ten lasten van de geerfden, 1652: Willem Lamberts, 2 morgen en 1 hont. Willem Lamberts, in 1654 diaken [kerk.r. not.], schepen van Zuilen (inv. 76, 12). Ook: bestektekening bouw kerk Zuilen 1654 (archief kerk. Zuilen): erf van Willem Lambert Stael ligt direct ten noorden van de kapel. Ook: (76, inv. 302): schepen in 1665. Zij wed. wordt ook verm. 30-04-1676 wegens schuldbekenenis van 1324 gulden (o.a. wegens 3 jaar pacht hofstede te Zuilen) t.b.v de heer van Zuilen.

Hieruit enige zoon: Lambert Willems Stael, ged. Zuilen 28 okt. 1652, ook verm. 24-10-1674 en 30-04-1676, woont dan te Zuilen.

5. Geerbrecht Lambertsdr (tr. Hermen Cornelisz. Preit en Jeuriaen Stoffels Quant): 1631 afk. van Zuijlen, wonende tot Zuijlen; zie verder elders

6. Maria Lambertsdr., afk. van Zuilen en woont bij haar huw. aldaar, tr. Westbroek 16 sept. 1643 (att. Utrecht 10 sept.: attest. om te Westbroek zijnde de parochie van Zuilen te trouwen): Timan Luijten Decker j.m. van Utrecht woonede in Weert ende Maria Lamberts j.d. van Zuijlen. Maria Lamberts wordt ook verm. [morgentalen Zuilen, 1643, samen met Ansem Gerrits en Reijer Jacobs van den Brenck als eigenaars en gebruikers 2 morgen land onder Convent Betlehem ]. Ook: erfpachten Huis Zuilen (76, 222) in 1651: pag. 46: Gerbrecht Lamberts, wed. Juriaen Stoffels Quant, 1651, geass. met Thijman Luijten Decker, haer Zwager. Ook: (76, inv. 203): [hypotheek over Leiderhofstede, na 1648] hypotheek bij Timan Luijtens Decker, man van Marritje Lamberts Stael. Ook: 76, inv. 302): 1649: Timan Luijten Decker: transport huis en 1,5 morgen westzijde Vecht naar Leonard Verkerk. En: (76, inv. 302): 1649: Juriaen Quant: transport hofstede westzijde Vecht naar Timan Luijten Decker

7. Gijsbert Lamberts (niet als erfgen. van zijn vader in 1636 verm.), maar: (76, 171): 1635: Lambert Gijsberts is schuldig de erffpacht van den Clop: zijn zoon Gijsbert Lamberts betaalt. Gijsbert Lamberts is deze erfpacht ook in 1642 schuldig, en voor de jaren 1643 en 1644 zijn weduwe. Zijn weduwe is dan ook schuldig voor hetgeen Trijntje Willems op de Suijlense steenoven schuldig is.

 

Jan Lamerts ende Trintjen Michiels. Doop Westbroek 11 febr. 1648: is gedoopt Lambertjen, dochter van Jan Lamerts ende Trintjen Michiels woonende tot Zuelen N.B. dese is tot Zuelen in de Capel gedoopt van mij (pred. Westbroek).

 

Lambert Timmerman: weduwe Lambert Timmerman betaeld 208 gulden (76, 249: rekening aanleg brug over het Zandpad over de invaart naar het huis Zuilen vanuit de Vecht, 1643).

 

Lambert Cornelissen van Oostveen, geb. ca. 1605, afk. van Maarssen, verm. 1656 i.v.m. diens huis te Zuilen (76, 193), timmerman, tr. 1631 Anneken Adriaens j.d. van Zuilen, 'drie geboden gehad in de kapel te Zuilen', Lambert Cornelis, timmerman, j.m. van Maarssen woont Zuilen, ook: 'timmerman tot Zuilen' (L Maarssen ca. 1646). Ook (76, 22: onderhoud valbrug): 1644: Lambert Cornelis, timmerman tot Suijlen wegens reperatie van een gat aan de valbrug. Ook verm. 17-11-1683, ook verm. als lidm. rekest 1649: rekest van de schout 'en gemeinteleden van Zuylen' aan de Staten van Utrecht d.d. febr. 1649: Lambert Cornelis. Ook verm. 1654 (76, 719): Lambrecht Cornelis te Zuijlen. Ook: inv. Huis Zuilen (76) nr. 193: Lambert Cornelis van Oostveen, 1656, schuldbekentenis t.b.v. de heer van Zuilen i.v.m. diens huis: 500,-. Ook: (76, inv. 89): okt. 1657: verklaring van enkele personen wonende tot Suijlen: '...: o.a. getekend door Lambert Cornelis. En: (76, inv. 89): dec. 1658: 'verklaren ....reden van wetenschap daarbij respondenten van jongs op inde voorn. dorpe van Suijlen gewoont en aldaer opgegroeid zijn alsulkxs de gelegenheid van.....' Getekend door: Lambert Cornelis. En: (76, inv. 302): 'Uitstelling... tot vervallen van ongeleden...... setter (vijf schepenen) over jaer 1664: eerstelijk also den nabeschreven personen tot Suijlen woonachtig geen, immers weijnich, lants gebruiken: o.a. Lambert Cornelis (1,-). Ook 'Lambert Cornelis timmerman tot Suijlen, [bet.] 7 gld', verm. boedelinventaris n.a.v. overl. Hendrik Aerts tichelaer jan. 1654 (not. Zwaerdecroon). Ook (76, 719: liq.rek.1654-1655): betaald aan Lambrecht Cornelis tot Zuijlen. (76, 302) 20 mei 1670: Lambert van Oostveen transprteert twee woningen aan de westzijde Vecht bij de brug aan Pieter Heijblom. Ook verm. 16-09-1660 wegens arbeidsloon wegens werk voor Jan Andriess (van Zuylen), tichelaer aen de Rodebrugge

 

Jan Lamberts van Oostveen, geb. ca. 1640, Jan Lamberts weduwe, rk., begr. Zuilen 22-12-1688. Huwde Geertruyt Verkerk, Adriaan Adriaansdr. dr. van Adriaen Adriaens Verkerk (zie elders). (76, 302) 31 okt. 1681: Jan Lamberts van Oostveen transporteert 1/2 morgen 'in de boomgaart' westzijde Vecht aan Pieter Jans Vrijbus.

Kinderen: oa?

1. Lambert, huwde Zuilen gerecht 28-10/24-11-1701 Apelonia Dircx van Oostveen

2. mogelijk: Cornelis Jans van Oostveen, geb. ca. 1670, timmerman, rk, tr. Adriaantje Gerrits

 

Baltus Cornelis van der Stel, woont in 't gerecht van Suijlen, verm. 26-03-1674, huurt een oude tapstede te St. Martensdijk

 

Gerrichjen Hermens, geb. ca. 1615, woont aen st.Jacobsbrugg, afk. van Zuijlen, tr. Utrecht (Jac.kerk) 1 dec. 1639 Jan Overcamp, woont in de Vrijesteegh, afk. van Essen

 

Jan van Esch, kleermaker, afk. van Suijlen, op 26 maart 1659 aangenomen als nieuw burger van Utrecht

 

Godert Weijlant: 'een weg' (76, inv. 155: erfpacht 1612-1613). Mog. zelfde als: Govert Claesen van Sweserenghe, 1622, 12 st. (76, 66: rek. erfpachten). Govert Claesen van Sweserenghe, p 1623, 12 st. (76, 66: rek. erfpachten)

 

Memorie van 't arbeidswerck 1623 (personen werkzaam op de steenoven van de heer van Zuilen):

Cornelis Aertsz, vormer [volw.] op steenoven 1623

Jan Willemsz., vormer [volw.] op steenoven 1623

Adriaen Pietersz, cerman [volw.] op steenoven 1623

Cornelis Dircksz, aertmaeker [volw.] op steenoven 1623

Cornelis Cornelis, aertmaeker [volw.] op steenoven 1623

Jan Thijsen, opsteker [halfwas jongen] op steenoven 1623

Adriaen N., opsteker [halfwas jongen] op steenoven 1623

Crijn Peters, schebul [jongen] op steenoven 1623

Beligjen Tonisdr., afdraegster [ca. 10 jaar] werkzaam op steenoven 1623

Jacob Nijsen, afdraeger [ca. 10 jaar] op de steenoven 1623

Marrigen Balten afdraegster [ca 7 a 8 jaar] op de steenoven 1623

Pieter Cornelisz., afdraeger [ca 7 a 8 jaar] op steenoven 1623

Willem Allerts, afdraeger [ca 7 a 8 jaar] op steenoven 1623

Toontgen Willemsdr., opzetster [volw.vr.]werkzaam op steenoven 1623

Geertgen Gerritsdr., opzetster [volw.vr.]werkzaam op steenoven 1623

Cornelis Cornelisz, snijder [klein kind] werkzaam op steenoven 1623

Willem Allerts, snijder [klein kind] werkzaam op steenoven 1623. (mogelijk zelfde als Willem Allertz, wonende tot Maarssen, wed. van Neeltje Jacobs, tr. 1641 Stijntje Roelofs j.d. van Montfoort, wonende te Zuilen)

 

Peter Cornelis, tr. Aechjen Cornelis, wonen 'tot Zuijlen'. Mog. zelfde als: Pieter Cornelisz., werkzaam op steenoven 1623. Hieruit:

1. Merrichgen, ged. Utrecht (Ant.g.) 1643

 

Jan Claes Raijmaecker. (76, inv. 302): 'Uitstelling... tot vervallen van ongeleden...... setter (vijf schepenen) over jaer 1664: eerstelijk also den nabeschreven personen tot Suijlen woonachtig geen, immers weijnich, lants gebruiken: Jan Claes Raijmaecker (1,10)

 

Teunis Joosten, geb. ca. 1560, (Financiele instellingen nr. 1102: Rekening over de Zuilendse goedeeren 1606-1607), ontvangen erfpachten: Anthonis Joostens van wege sijn swager van negen roeden erfs (6 gld, 9st, 1 penn.); deselve noch van 73 roeden (2gld, 13st, 6 penn.). Ook: Thonis Joostens uit sijn erve, 1 gld (76, 154, rek. 1608/1609). Thonis Joostens uit een erff lanck 12 roeden breet 9 roeden jaerl. 1 gld. (76, 155, rek. 1612/1613): betr. tuin van latere Diedrichseijn. Ook: Thonis Joosten, 2 erfen. en: Haesgen, Claes Hendrixs (van Sweserenghe) weduwe, 9 roeden, van Anthonis Joostens gekocht (76, inv. 154: Rekening over de Zuilendse goederen, 1608/9: erfpachten Zuilen). Ook verm. 1647 erfpachten huis Zuilen (inv. 76, 222): betr. erf gelegen tot Zuilen, 14 roeden bij 10 a 12 roeden, zuidw.: Claes Jans, cui, noordw.: Thonis Joosten. Ook verm. bij erfpacht Dirk Koning e.v. van de steenoven oostzijde Vecht in 1721, 1754 en 1772: 'daer vanouds zuijdwaerts Claes Jans cum suis ende noordwaarts Teunis Joosten naest geland waren'. (76, inv. 202): 24 aug. 1605: erf gelegen tot Suijlen t.b.v. Antonis Joostens: erf 73 roeden... beginnede van Bart Jans hofstede oostwaart op tot so verre die paelen geslaegen sijn in voegen so t selve Mathijs Segers in erfpacht vanden huijse van Suijlen gehouden heeft daer noordwaarts Jan Willems en westwaarts Bart Cornelis ten naest elx met een erff ofte erfpachten gelegen sijnOok: (76, inv. 202): erfpacht ca. 1636: erfgenamen van Oth Cornelis t.b.v. Reijer Jacobs van den Brenck: erf en watermolen in gerecht Zuilen, beginnende bij Bart Corneliss, en Bart Janss oostwaarts; noord: drie erfgens bij Antonis Gijsberts, Antonis Joosten en Wouter Willem Mostert, ... Jan Willems westwaarts. En: (76, inv. 202): 'Jan Jans, bij content van Floris Claesz (..) een erfland 14 roeden bij 10 a 12 roeden, suijdwaarts Claes Jans, noordwaarts Thonis Joostens (erf 12 bij 9 roeden)'. Hieruit:

1. mogelijk: Joost Thonis, geb. ca. 1590 (zie hierna)

2. mogelijk: Dirickie Theunis, ged. ca. 1600. (zie hierna)

3. mogelijk: Cornelis Theunis, geb. ca. 1605 (zie hierna)

4. mogelijk: Marichgen Tonis Joostens van Suijlen, tr. Utrecht 1626 (gerecht) Gijsbert Wouter Willemssoonsoon

 

Joost Teunisz (Cooth?), geb. ca. 1590 (waarsch. zoon van Teunis Joosten), in 1626 woonende tot Suijlen, overl. in 1637, huurt de steenoven van Zuilen 1626-1631 (Manuaal 1619/1659 Huis Zuilen), tr. 1e Maijcken Theunis, tr. 2e Westbroek 12 nov. 1626 Trijntghen Willems j.d. woonende in Westbrouck. Ook: Joost Thonis steenbacker: '1626: 'betaeld aen Joost Thonis steenbacker.....' (76, inv. 66, afrekeningen). Ook: Joost Teunis: weduwe Joost Teunis Steenbacker betaeld 210 gulden (76, 249: rekening aanleg brug over het Zandpad over de invaart naar het huis Zuilen vanuit de Vecht, 1643). Erfpachten Zuilen, 222, 359: Nalatenschap van Trijntje Willems, wed. steenbakker Joost Thonissen, inzake geleverde stenen, 1654. Mog. vader van Willem Joosten Cooth. Trijntje wordt verm. in 1652 wegens levering stenen voor 330,- t.b.v. schoolhuis te Zuilen. Ook: Trijntje Willems 'op de steenoven', betaalt in 1646 en 1648 de huishuur voor Cornelis Arris: Manuaal 1619/1659 Huis Zuilen. Huis Zuilen, 76, 359: Nalatenschap van Trijntje Willems, wed. steenbakker Joost Thonissen, inzake geleverde stenen, 1654

Hieruit:

1. Adriaen, ged. Utrecht (Jac.kerk) 30 mei 1634

2. mogelijk: 'een Suilense steenbakker op het land van de heer van Zuilen, doopt 'Cornelis' (1636)

3. Joost " het kind van de wed. van Joost de ondermeester op de suilense steenoven", ged. Maarssen 8 febr. 1638

4. Willem Joosten Cooth (hieruit o.a. Geertruid): zie elders.

5. mogelijk: Jannichjen Cooten, tr. Andries Elderts Verschooff

6. mogelijk: Maijchjen Joost, tr. Aert Claes. Hieruit: Grietjen (ged. Zuilen 1657), Claes (1658), Joost (1661

7. mogelijk: Jacobjen Joosten, tr. Aelbrecht Christiaens Vermaak. Hieruit: Willemijntjen (1661), Joost (1664)

 

Dirickie Theunis, geb. ca. 1595, j.d. van Zuilen, [dr. Theunis Joosten en zuster van Joost Thonis?], tr. 1621 Simon Jacobs van Haasdrecht. Dirickie Theunis hertr. waarsch. Cornelis Swanicken (zie hierna): de echtgen. van zijn dr. Geertruyd wordt op 10-04-1665 verm. als zwager van Teuntien Symens Snoek (wat ook verkl. waarom Cornelis Cornelis Swanink in 1664 voogd wordt voor de na te laten kinderen van haar Zwager Peter Egberts van Wensveen). Op 25 maart 1629 (doopboek 2 blz. 167) is Dirckgen Teunis samen met Dirckgen Cornelis get. bij doop kind van Jacob Willems en Aeltie Jans. Hieruit:

1. waarrsch.: Teuntien Symens Snoek, tr. 1e Cornelis Egberts van Wenstveen, overl. na 10-04-1665, tr. 2e Jan Goyertss van der Horst. Uit 1e huw.: Lambert Corneliss van Wensveen (verm. 27-11-1690), Maria Cornelis van Wensveen (verm. 27-11-1690)

 

Cornelis Thonis Schipper, geb. ca. 1626, begr. Zuilen 8-12-1699, geref. Neef van Dirk Dirks van Serdam, kan niet tekenen. Huwde Batje Gerrits (mog. dr. van Gerret Gijsbertsz: laat op 27 juli 1628 te Maarssen Baatje Gerrits dopen. Kinderen o.a Hendrikje, Gijsbertje (1663). Ook: Antoni, ged. Utrecht (Jac.k.) 28 jan. 1651 (ouders: Cornelis Theunis, tr. Baertjen Gerrits, wonen 'tot Zuijlen')

 

Cornelis Theunis, geb. ca. 1605, kleermaker tot Zuilen (L ca. 1649). Cornelis Anthonis wordt verm. in not. Houtman, 21 sept. 1636 als erfgen. nom. ux. van Lucia Jansdr. verm. rekest 1 september 1642 m.b.t. verzoek tot aanstelling van een predikant te Zuilen: Cornelis Teunis, schepen. Tekent (met merk) ook rekest 1649 als lidmaat van de herv.kerk. Ook: Cornelis Teunissen, armenmeester in 1652, ouderling in 1654 [kerk.r. not.]. Ook: Cornelis Anthonis, in 1643 schepen Gerecht Zuilen, tekent merk (76, inv. 86: Stukken betreffende het beheer van de brug over de Vecht, 1643-1658). Ook: 76, inv. 89): okt. 1657: verklaring van enkele personen wonende tot Suijlen: 'getekend door: Cornelis Anthonis (tekent merk). En: (76, inv. 89): dec. 1658: 'verklaren ....reden van wetenschap daarbij respondenten van jongs op inde voorn. dorpe van Suijlen gewoont en aldaer opgegroeid zijn alsulkxs de gelegenheid van.....' Getekend door: Cornelis Antonis, cleermaker (tekent merk). (76, 302) 4 maart 1677: Cornelis Thonis c.s. transporteert huis en erf oostzijde Vecht aan Elisabeth Noijs, wed. Oth Sijmons.

Waarsch. zelfde als:

Cornelis Thonissz, Cornelis Teunis, tr. Beertgen Aelberts, Bertgen Gerrits, wonen 'tot Suijlen. Hieruit:

1. Teunis, ged. Utrecht (Jac.kerk) 8 aug. 1632

2. Jacob, ged. Utrecht (Jac.kerk) 8 sept. 1633

 

Jacob Thonis van der Brenck, geb. ca. 1580 (als overl. verm. 28-08-1663), tr. Maijchgen Joosten, geb. ca. 1585, Waarsch. zelfde als Maijken Joostens, betaald voor cement (76, 249: rekening aanleg brug over het Zandpad over de invaart naar het huis Zuilen vanuit de Vecht, 1643). Mog. dr. van Joost Joost tichelaar en. Anna Rutgers, te Utrecht. Hieruit:

1. Reyer Jacobsz van den Brenk, geb. ca. 1610, verm. 24-10-1655, in 1655 tichelaer te Zuilen, ook als zodanig verm. 15-06-1647, (woont Zuilen, heeft zuster Jannichgen Jacobs vanden Brenck, grutster en samentmaelster in de Weerde), zn. van Jacob Thonis van der Brenck (als overl. verm. 28-08-1663) en Maijchgen Joosten, tr. Utrecht (gerecht.) 7 dec. 1633 Huybertgen Cornelis Preyt. Reijer Jacobs van den Brenck is in 1643 samen met Maria Lambertsdr en Ansem Gerrits als man en voogd van sijn huisvrouw, eigenaar en gebruiker van 2 morgen land onder Convent Betlehem [morgentalen Zuilen, 1643]. (76, inv. 302): 1652: erven Cornelis Hermens Poeijt: transport tichelarij naar Reijer Jacobs van den Brenck. Ook: (76, inv. 202): erfpacht ca. 1636: erfgenamen van Oth Cornelis t.b.v. Reijer Jacobs van den Brenck: erf en watermolen in gerecht Zuilen, beginnende van Bart Cornelisz ende Bart Jans hoffsteden oostwaerts op tot soo verre de palen geslagen sijn, en soo dese drie erfgens bij Oth Cornelis in erfpacgt van mijne huijse van Suijlen gehouden sijn daer noortwaerts Jan Willems weduwe, en suijdtwaerts der kercke offte capelle goederen tot Suijlen gelegen sijn.': in 1641 wordt de erfpacht overgedaan aan Baernt Huygen. En: (76, inv. 302): 1653: 'Reijer Jacobs van den Brenck, wonende tot Zuijlen... aen Anna Rutgers, wed. Joost Joost tichelaar te Utrecht schuldig te zijn 100,- jaarlijks i.v.m. erf, hujs en tichelarij ten noorden van de Vecht ten oosten Gerard van Sondenbalck, westelijk Ansem Gerrits'. En: (76, inv. 302): 1659: Reijer Jacobs van den Brenck: transport tichelarij naer Geerlof Martens van Eijck. (76, inv. 382): 1651: Reijer Jacobs en Thonis Harmens Schijff, borgen voor Jan Aris Bor bij koop grond te Maarsseveen. Ook: verm. 1654 (76, 719): '570,- ontvangen wegens Reijer Jacobs van den Brenck, tichelaer tot Zuijlen'. Ook verm. in (archief Domkapittel 216, 3651): Rekeningen van Lekdijksrenten ten lasten van de geerfden, 1652: Reyer Jacobsz, 1 morgen. Reyer Jacobsz van den Brinck, steenakker te Zuilen, wordt ook verm. 19-10-1646 (hof van Utrecht, 239-1, 99-08) als gedaagde wegens doodslag

2. Jannichgen Jacobs vanden Brenck, grutster en samentmaelster in de Weerde)

3. Antonis Jacobs van den Brenck (verm. 49-1425, gerecht Maarssen), tr. Maria Dirckx, dr. van Dirk Augustijn (Antonis is zwager van Jacob Jans van Werckhoven (tr. Hendrickgen Dirckx).

 

Cornelis Cornelisz, Cornelis Swanicken, geb. ca. 1600, tr. Dirckgen Thonis (waarsch. wed. van Simon Jacobs van Haasdrecht), wonen 'tot Suijlen'. Cornelis Cornelisz Swanick wordt op 17-08-1664 samen met Cornelis Claesz van Oostveen benoemd tot voogden over onmondige na te laten kinderen van Peter Egbertsz van Wenstveen en Neeltgen Gerrits. Mog. zelfde als Cornelis Swanick, timmerman ende metselaer aan de Roodebrugge, verm. 04-10-1645, 16-09-1660. Ook: (76, inv. 302): schepen in 1665: Cornelis Cornelis. Cornelis Swanick wordt in not.akte juli 1652 (not. Zwaerdecroon) verm. als behuwd oom van Jannechgen Claes van Meenen (tr. Gijsbert Gijsbert van Zuilen; dr. van Claes Jacobs van Meenen). Hieruit:

1. Aeltgen, ged. Utrecht (Jac.kerk) 22 jan. 1632 (ouders: Cornelis Cornelisz en Dirckgen Thonis, wonen 'tot Suijlen')

2. Elisabeth, ged. Utrecht (Ant.Gasth.) 23 dec. 1637 (ouders: Cornelis Cornelis en N.N., 'tot Suijlen'). waarsch. zelfde als Lijsbeth Cornelis Swaninck, tr. ca. 1662 Gerrit Claes van Bemmel. Kinderen: Willem, Steven, Teuntje, Adam, Claes, Merrichjen, Dirkje

3. Teunis? mog. vader van Cornelis Teunis Swanick, verm. 1693

4. Neeltien, ged. Utrecht (Jackerk) 18 jan. 1635, Neeltje Cornelis Swanink (ouders: Cornelis Swanicken en Dirckgen Teunis, wonen 'tot Suijlen'), tr. Claes Peters van Schaeyck

5. mogelijk: Geertruyd Cornelis van Swanik, geb. ca. 1647, op 20-4-1676 verm. als halfzuster van Jan Goyertss van der Horst, woont omtrent de Rode Brugge, wed. Adam van Halen (schipper van Utr. op Amsterdam, overl. voor 1676), verm. verm. 20-4-1676, 16-04-1682 , dan 35 jaar, 31-01-1693, schuldbekentenis aan Teuntien Symens Snoek, wed. Jan Goyertss van der Horst: borg: Joost Aelbertss Vermaek. Adam van Halen wordt op 10-04-1665 verm. als zwager van Teuntien Symens Snoek

Mog. zelfde als: Geertje Cornelisz van Swanick buyten de Waartpoort, aan de Rodebrugge, verm. 19-06-1716, en 14-05-1732, dan al overl, zuster van volgende

6. mogelijk: Jannichje Cornelisz van Swanick buyten de Waartpoort, aan de Rodebrugge, verm. 19-06-1716, en 14-05-1732, zuster van voorgaande, heeft een neef Willem van Zuijlen

7. Peter Cornelis Swanicker, hoedemaecker, woont te Utrecht aen de grafte tusschen de Viehebrugge ende St. Jacoubsbrugge, tr. Louisa Helligers. Verm. als zoon van Cornelis Corneliss Swanicker 04-10-1645.

 

Pyeter Thonisz Brander, woont Zuilen, verm. not. Woerden 05-03-1617 als machtiger bloedverwant

 

Lambert Fransz, linnenwever te Zuilen 1618-1629, huishuur (klein huisje bij de Vecht aan het Zandpad), werd betaald door zijn vrouw. 'voorts verscheijden banqueroette daerin gevallen ende bij arme luijden bewoont'. Het huisje wordt vervolgens vanaf 1634 door Inge Jans gehuurd: Manuaal 1619/1659 Huis Zuilen

 

Gerrit Jansz, tot Zuilen, pacht 3 morgen hooiland 1622, pacht 3 morgen land te Maarsenveen ca. 1630: Manuaal 1619/1659 Huis Zuilen

 

Joost Claes: '1629, betaeld aen huijshuijr van Joost Claes, 40 gulden' (76, inv. afrekeningen)

 

Willem Hermensz, raijmaecker van Utrecht, 1623-1629-

 

Michiel Jansz, lootgieter te Zuilen, doopt 'Merrichen' (1621)

 

Frerice ...., hieruit: 'Maijghen' ged. Maarsen 1624

 

Pieter Pieters, hieruit: Weijntien ged. Maarssen 19 mei 1627

 

Peter Peterssoon, tr. Neeltgen Adriaens, wonen 'op de crujtmeulen bij Suijlen'. Hieruit:

1. Adriaen, ged. Utrecht (Jac.kerk) 8 aug. 1627 (get. : Matheus Willemssoon en Trijntgen Joris)

 

Meser Joris. Ook verm. in (archief Domkapittel 216, 3651): Rekeningen van Lekdijksrenten ten lasten van de geerfden, 1652: Meser Joris, 5 mer en hont

 

Laurentens Dircksz, hieruit:'Dirick' ged. Maarssen 1629

 

Jan Jansz, hieruit: 'Joannus' ged. Maarssen 1636

 

Jan (Willemsz?) Bosch, tichelaer te Zuijlen. Hieruit

1. Fredrick, ged. Maarssen juli 1636

mogelijk ook kinderen:

2. Lambert, ged. Maarssen 1 sept. 1639 ('kind van Jan Bosch')

3. Juriaen, ged. Maarssen 7 nov. 1641 ('kind van Jan Bosch')

4. Juriaen, ged. Maarssen 8 jan. 1643 ('kind van Jan Bosch')

5. Harmen, ged. Maarssen 30 maart 1645 ('kind van Jan Bosch')

6. Stijntje, ged. Maarssen 15 april 1649 ('kind van Jan Willemsz Bosch'; ook: lidm. Maarssen ca. 1645: Jan Willems Bosch, op Ottenspoor, en sijn huisvrouw Marrigie)

 

Marcus Goodaert (Gode, Goder, Godar), woont in 1639 te Zuilen, schoenlapper, tr. Jannichien Claes van Kuijphuijs, wonen 'tot Suijlen'. Marcus Godaert, tr. Jannichjen Claes, wonen 'tot Zuijlen'. Huurt 1640-1642 cleijn huijsje tot Zuilen (dit huisje was daarvoor gehuurt door Inge Jans): Manuaal 1619/1659 Huis Zuilen. Hieruit:

1. Peter, ged. Utrecht (Geertekerk) 20 maart 1636

2. Jannichien, ged. Utrecht (Jac.kerk) 12 sebr. 1636

3. Lilressie, ged. Maarssen 1639.

4. Jan, ged. Utrecht (Jac.k.) 19 mei 1641 (ouders wonen tot Zuijlen)

5. Anna, ged. Utrecht (geertek.) 5 aug. 1648 (ouders wonen ..: niet vermeld)

 

Jan Hendrikz, hieruit: 'Hendrik' ged. Maarssen 1643

 

Hendrick Jansz 'tot Vijfhuisen', hieruit: 'Aeffie' ged. Maarssen 31 dec. 1628. Mog. zelfde als: Hendrik Janse, 1/2 morgen [oudschildgeld over Zuilen 1656]

 

Stijntje Jans, woont buiten de Weertpoort, afk. van Zuilen, tr. Utrecht (Jac.kerk) 16 juni 1653 Rijck Evertse, woont Seist, afk. van Seist

 

N.N. laat te Maarssen dopen: kind 'Carltie' 1629

N.N. laat te Maarssen dopen: kind 'Hilligie' 1 dec. 1644 ('Een kint van Zuilen N.N. genaemt Hilligie') mog. Hillighie Gerrits, waarsch. dr. van Gerrit Arisz van Zuijlen (zie elders)

N.N. laat te Maarssen dopen: 'Anna' 8 jan. 1638 ('het kint van een man van Suijlen genaempt Anna'): mog. Jannighje van Gerrit Arisz van Zuijlen (zie elders)

 

Willemgen Gerrits Hooch, tr. Zuijlen ca.1606 Jan Andriessoon van Loenen.

 

Jan Jans, getr. met Trijntgen Jans, wonen 'tot Zuilen', laten 16 jan. 1648 te Utrecht kind 'Govert' dopen.[waarsch. Jan Jans De Vries/Van Zuilen]

 

Govert Claesen van Sweserenghe, 1622, 12 st. (76, 66: rek. erfpachten). Govert Claesen van Sweserenghe, p 1623, 12 st. (76, 66: rek. erfpachten). Mog. zelfde als: Godert Weijlant: 'een weg' (76, inv. 155: erfpacht 1612-1613)

 

Jacob Goverts, tr. Neeltgen Thonis, wonen 'aen de Roijbrugge' (1645), 'bij de Clop' (1647), 'in de Weert' (1649). Hieruit:

1. Govert, ged. Utrecht (Domk.) 24 jan. 1645

2. Claes, ged. Utrecht (Jac.k.) 29 aug. 1647

3. Adriaentjen, ged. Utrecht (Jac.k) 23 sept. 1649

 

Anthonis Govertss, Theunes Goijertsz, Teunis Goverts, Anthonis Goverts van Oostveen, woont de Clop, herbergier, overl. febr. 1674, tr. Niesgen Cornelis, Niesgen Cornelis, wonen 'aen de Clop', 'aan de Clop omtrent Zuijlen'. Verm. 20-5-1665, 24-3-1674, 27-09-1670 (testament), 15-02-1672 (herroeping legaat), heeft huysinge en hoffstede (valt in 1670 onder erfpacht Huis Zuilen). Zijn stiefzoon Jan zette de herberg voort. Ook: 76, 222, Land met 'bepotinge', bij de Clop, pag. 29: Teunis Goverts, 1639. (76, inv. 302): 'Uitstelling... tot vervallen van ongeleden...... setter (vijf schepenen) over jaer 1664: eerstelijk also den nabeschreven personen tot Suijlen woonachtig geen, immers weijnich, lants gebruiken: o.a. Antoni Goverts (2,-). Hieruit:

1. Govert, ged. Utrecht (Jac.k.) 8 maart 1646, Govert Thonis (oudste zoon). herbergier, Rodebrugge. Ook verm. 24-03-1674 wegens het begraven van zijn vader. Ook: Govert Anthonis, woont te Zuilen, octrooi testeren: 1670, verm. 13-07-1715, 31-03-1692, tr. Christina (Stijntje) Meertens van Vyffhuysen. Kinderen: Meerten ged. Zuilen 1671, Agnes van Oostveen, (tr. Johannes van Ekeren, wonen Rotterdam), Teunis van Oostveen, Baltus van Oostveen (woont Rodebrugge), Jacob van Oostveen (uitlandig).

2. Cornelis, ged. Utrecht (Jac.k.) 20 febr. 1648, Cornelis Thoniss van Oostveen, woont in 1674 Zuilen, onder de Klop, verm. 07-03-1674, tr. 1e Zuilen 12-3/4-6-1670 Merritje Geerlofs, afkomstig van Emenes, tr. 2e Zuilen 7/22-3-1674 Dirkje Jans Dorlant, weduwe Aert Jansse van Barrevelt, alias de jonge (zij heeft een broer Meerten Luyten).

3. Maddeleentie Thonis, Magdaleentgen Thonis van Oostveen, verm. 18-7-1685 en 7-9-1674 tr. Dirck Ariss, wonen Zuylen. Laat als Dirck Arisz den Brugman zoon Arijen dopen (1660) en Niesje (1663), Marijghje (1666). Kind: Aryen Dircxss, (1660), woont Suylen, verm. 8-7-1685, tr. 1685 Neeltgen Aerts van Bernevelt, woont Suylen (get. Cornelis Thoniss van Oostveen, stiefvader: zie hiervoor)

 

Egbert van Suijlen, verm. erfpachten (76, 222), pag. 30: 'ten behoeve van Egbert van Suijlen,..erfpachtgrond op de Clop', ca. 1640

 

Aryen Willems van Maurik, Aryen Willems, geb. ca 1625, geref., begr. Zuilen 24-1-1702, verm. 16-11-1695,. huwde als jonge man van Maurik te Zuilen 17-10/7-11-1663 Hendrikje Janss van Barnevelt, afkomstig van Westbroek.

Arien Willems 12 april 1676: 'besluit dat in somerseisoen geen bedeling meer sullen genieten: Arien Willems ......' [kerk.r. not.]

 

Dirck Adriaen Gielen, woont Suylen, verm. 20-5-1665. Mog. zelfde als: Dirck Adriaense, 8 morgen [oudschildgeld over Zuilen 1656], maar dan niet zelfde als: Dirck Adriaens (1,-), verm. in (76, inv. 302): 'Uitstelling... tot vervallen van ongeleden...... setter (vijf schepenen) over jaer 1664: eerstelijk also den nabeschreven personen tot Suijlen woonachtig geen, immers weijnich, lants gebruiken

 

14-7-1674: Joriaen Haegman, wedr. Lysbeth de Booth, gehuwd met Maeyggen van Walbeeck, schoenmaecker, woont Zuylen

 

Cornelis Jans den ben: (Financiele instellingen nr. 1102: Rekening over de Zuilendse goedeeren 1606-1607), ontvangen erfpachten: Cornelis Jans den ben tot Suijlen vanuit sijn huijsinge (5 gld)

 

Margaretha van Cuijlemburgh: (Financiele instellingen nr. 1102: Rekening over de Zuilendse goedeeren 1606-1607), ontvangst vande huer vande huijsinge van Suijlen: van vrouwe Margaretha van Cuijlemburgh douwaguere van Monchaux in huere genomen hebbende de huijsinge van Sujlen met de cingelen ende visscherije daer aen behorende voor den tijt van ses jaren ingegaen sijnde paeschen anno 1605 voor de somme van hondert ponden.

 

Cornelia Laurens Oleviers, wed. Geurt Vermerck, wonen Zuylen, verm. 22-06-1667. Geurt Vermerck wordt verm. 21-02-1652 als gewesene boeckvercooper ende nu voorleser van Suylen, Verm. 1676: Cornelia Vermerck, wed. van Geurt Vermerck in sijn leven koster en voorleser tot Zuijlen' [kerk.r. not.]. Ook: 28-05-1689: Cornelia Olifiers, wed. Geurt Vermerck, in leven boeckvercooper. Hieruit:

1. Adam, ged. Zuilen 4 maart 1652.

 

Willem Winter (van Zuijlen), geb. ca. 1625, overl. voor 30-10-1670, woont buyten de Weerdtpoort, woont bij tr. buiten de Weert, afk. van Zuijlen, tr. Utrecht (Ant.Gasth.) 2 juli 1650 Hendrina Junius, woont te Amsterdam, afk. van Amsterdam, wed. van Martinus Bouwman.

Mog. oom van Jannigien Meertens Winters, geb. ca. 1665 (tr. Joost Aelbertss Vermaek). Mog. een voorouder: 76, 350: akte van belening door de vrouwe van Zuilen van Cornelis Cornelisz Otten na opdracht door Jan Willemsz Winter met 3 morgen land in Maarssenbroek, 1551.

 

I. Jan van Sweden.

Gehuwd.

Uit dit huwelijk:

1. Cornelis Jansz (zie IIa).

2. Grietje Jans (zie IIb).

3. Neeltjen Jans (van Sweden, de Sweet) (zie IIc).

 

IIa. Cornelis Jansz van Sweden, overleden voor 1678, jongeman won. Zuilen, zoon van Jan van Sweden (zie I). Ondertrouw op 14-06-1656 te Utrecht, gehuwd voor de kerk op 28-06-1656 te Zuilen met Marijchjen (Merrigje) Jans jongedochter van Leiden, won. Utrecht. Marijchjen hertr. Dirk Dirks, begraven Zuilen 8-2-1713. Ook: Merrichgen Jans: 12 april 1676: '....en wekelijks sal Merrichgen Jans bij deselfe somertijd genieten 2 geld, 5st....... .' [kerk.r. not.]. 11 mei 1677, wegens beoogde besparing door de diakonie om in de winter meer middelen beschikbaar te hebben: ......Merrichje Jans des weeks 2gld, 5st, nu 1gld, 15st.' [kerk.r. not.]. Verm. 1679: 'aen Merrichje Jans een kastje verkocht voor 2gld' (kastje was aan de kerk nagelaten door Mechteld Cooten) [kerk.r. not.]. Niet dezelfde als Merrichgen Jans die Jan Fock tr. en die in 1674 is overl.

Uit dit huwelijk:

1. Trijntje, ged. Maarssen 26 juli 1657

2. Petronella (zie III).

3. Willemijntje, gedoopt op 24-11-1661 te Zuilen.

4. Susanna, gedoopt op 25-10-1668 te Zuilen.

5. Dirk, gedoopt op 01-01-1670 te Zuilen.

6. Jan, gedoopt op 24-12-1673 te Zuilen.

 

IIb Grietje Jans van Sweden, jongedochter, won. Leiden, dochter van Jan van Sweden (zie I).

Ondertrouw op 21-09-1656 te Zuilen met Cornelis Ingissen, jongeman van Zuilen. Bij de huwelijksinschrijving staat: aanget: 5-10-1656 de Bilt; getuige zijn vader, Cornelis Jans haar broer.

Uit dit huwelijk:

1. Johannes, gedoopt op 27-09-1657 te Zuilen.

2. (dochter), gedoopt op 15-06-1659 te Zuilen, in 't gasthuijs aan de roode brugge,.

3. Coenraad, gedoopt op 16-03-1662 te Zuilen.

4. Eijghje, gedoopt op 16-09-1666 te Zuilen.

 

IIc Neeltjen Jans (van Sweden, de Sweet), jongedochter van ... Dochter van Jan van Sweden (zie I).

Ondertrouw op 24-02-1657 te Zuilen met Aert Gerritsz, jongeman van Zuilen. Bij de huwelijksinschrijving staat: aanget. 11-3-1657 Antonisgasthuijs te Utrecht getrouwd; getuige Gijsbert Gerritsz zijn broer en Cornelis Jans haar broer.

Uit dit huwelijk:

1. Maria, gedoopt op 25-12-1657 te Zuilen.

2. (zoon), gedoopt op 22-02-1663 te Zuilen.

3. Gerrit, gedoopt op 12-02-1665 te Zuilen.

4. Annighje, gedoopt op 23-02-1668 te Zuilen.

5. IJfje, gedoopt op 02-04-1671 te Zuilen.

 

III Petronella van Sweden, gedoopt op 08-08-1659 te Zuilen, jongedochter won. Zuilen

Cornelis van Sweden en Marijchjen Jans laten op 8-8-1659 te Zuilen een dochter dopen, de naam van de dochter wordt dan niet genoemd. De veronderstelling is dat het hier de dochter Petronella betreft. Dochter van Cornelis Jansz van Sweden (zie IIa) en Marijchjen (Merrigje) Jans.

Ondertrouw op 08-08-1685 te Zuilen, gehuwd voor de kerk op 26-jarige leeftijd op 23-08-1685 te Zuilen met Gerrit Jansz Pas, won. Zuilen. Bij huwelijksinschrijving staat: getuige Wouter Jansz Pas zijn broer en Merrichjen Jans haar moeder.

Uit dit huwelijk:

1. Jan, gedoopt op 23-05-1686 te Zuilen.

2. Cornelis, gedoopt op 21-08-1687 te Zuilen, overleden voor 1693.

3. Merrighjen, gedoopt op 02-12-1688 te Zuilen.

4. Cornelia, gedoopt op 19-04-1691 te Zuilen.

5. Cornelis, gedoopt op 05-11-1693 te Zuilen, overleden voor 1696.

6. Cornelis, gedoopt op 26-01-1696 te Zuilen.

7. Dirck, gedoopt op 27-11-1698 te Zuilen.

 

Willem Gerritsz. Vermeer. (76, inv. 302): 1651: Erven Maria Dircks: transport 4 1/2 morgen naar Willem Gerrits. (inv. Stevensabdij Oudwijk): akte van overdracht door Willem Gerritsz. Vermeer aan de superintendenten van Oudwijk van 41/2 morgen bouwland op Zwesereng te Zuilen, 1664, met retroacta, 1651-1658. Ook: (76, inv. 302): 1651: Erven Maria Dircks: transport 4 1/2 morgen naar Willem Gerrits. Ook verm. in (archief Domkapittel 216, 3651): Rekeningen van Lekdijksrenten ten lasten van de geerfden, 1652: Willem Gerrits, 44 morgen.. Ook verm. op kaart 2e helft 17de eeuw, Zweserengh bij Den Dael onder Suijlen (kaartboek Abdij Mariendaal): Willem Gerrits 'naest geland'

 

Peter Claesse, gerechtsbode van Zuilen [o.a. 15-09-1670, ook 1688],. Rekest van de schout 'en gemeinteleden van Zuylen' aan de Staten van Utrecht d.d. febr. 1649: Peeter Claesen. Handtekening Peter Claesse, gerechtsbode Zuilen in 15-09-1670 komt niet overeen met een van de twee Pieter Claessen van Schayck in het attest van 1693

 

Peter Gerrits Pote...., samen met Claes Gijsberts verm. als eigenaar [morgentalen Zuilen, 1643].

 

Gijsbert Cornelissen (kaartboek St. Marie, 1628, 'Swesereng onder Zuijlen': hofstede aan de Lage Weidse dijk, strook land strekt van 'Chatusers' [met weergave kerkgeb.] tot aan zijn hofstede). Ook verm. op kaart uit 1615 m.b.t. land St. Jac. kerk

 

Gijsbert Cornelissen, tekent merk (vierkant) verm. als ondertekenaar rekest uit 1649 m.b.t. verzoek aanstelling van een predikant te Zuilen. Ook: grafboek Maarssen 1652-1655, pag. 85: 'op huijden compareerde voor mij (..) Gijsbert Cornelis tot Suijlen en hij comparant ten behoeven van (..) van sa: Gijsbert Jacobs wonende onder de gerechte van Maarssenbroek (..) acte aug. 1642. Dit graf hoort nu toe Gerrit Cornelis Poel welcke hij gecocht heeft van Jacob Gijsberts voor 3 gld, betaalt 20 aug. anno 1654'.

Hieruit:

1. Jacob, ged. Utrecht (Ant.gasth.) 30 okt. 1638 (ouders: Chijs Cornelis en N.N., wonen tot Suijlen)

 

Antonis Gijsberts: (76, inv. 202): 31 nov. 1605: erf tot Suijlen t.b.v. Antonis Gijsberts wonende op Vijfhuisen , een erf groot 75 roeden, beginnende bijde hofstede van Bart Cornelis oostwaerts op tot so verre den paelen geslaegen sijn en voege so t selve Bart Cornelis voorn. in erfpagt van den huijse van Sujlen gehouden heeft daer noordwaarts Bart Jans en Matthijs Segers en westwaerts Wauter Willems ten naesten elx met een erfpacht gelegen sijn.. Ook: (76, inv. 202): erfpacht ca. 1636: erfgenamen van Oth Cornelis t.b.v. Reijer Jacobs van den Brenck: erf en watermolen in gerecht Zuilen, beginnende bij Bart Corneliss, en Bart Janss oostwaarts; noord: drie erfgens bij Antonis Gijsberts, Antonis Joosten en Wouter Willem Mostert, ... Jan Willems westwaarts. Ook: , verm. 29 okt. 1627 (civ. zaken Hof van Utrecht, 5001): onmondig kind van Thomas Gerrits, procedure door zijn voogd Jan Gerrits Verhoeff en Gerrit Anselmz en Bernt Geerloffsz, v.s. Jan Willemsz en zijn echtgen. Cornelia, dr. van Anthonis Gijsbertsz, eerder wed. van Thomas Gerrits en Antonis Gijsbertsz voorn., betr. successie. Anthonis Gijsbertsz, herbergier te Zuilen wordt ook verm. 13-11-1604 (hof van Utrecht 239-1, 99-05) vanwege het plegen van een delict en het daarop moeten betalen van een geldboete. Hieruit:

Cornelia, tr. 1e Thomas Gerrits, tr. 2e Jan Willems

 

Claes Gijsberts, samen met Peter Gerrits Pote....., eigenaar [morgentalen Zuilen, 1643]. Ook verm. op kaart 1628 'Swesereng onder Zuijlen' (kaartboek St. Marie): Claes Gijsbertsen. Ook: Claes Gijsberts, eig./gebr. 8 morgen [morgentalen Zuilen, 1643]. Ook: Claes Gijsberts, eig./gebr. 8 morgen [morgentalen Zuilen, 1643]. Ook verm. in (archief Domkapittel 216, 3651): Rekeningen van Lekdijksrenten ten lasten van de geerfden, 1652: Claes Gijsberts weduwe, 33 morgen.

 

Matthijs Segers: (76, inv. 202): 24 aug.. 1605: erf gelegen tot Suijlen t.b.v. Antonis Joostens: erf 73 roeden... beginnede van Bart Jans hofstede oostwaart op tot so verre die paelen geslaegen sijn in voegen so t selve Mathijs Segers in erfpacht vanden huijse van Suijlen gehouden heeft daer noordwaarts Jan Willems en westwaarts Bart Cornelis ten naest elx met een erff ofte erfpachten gelegen sijn

 

Jan Tomas. Verm. in (archief Domkapittel 216, 3651): Rekeningen van Lekdijksrenten ten lasten van de geerfden, 1652: Jan Tomas cum suis, 4 morgen.

 

Gerrit Cornelis, tr. Merrichien Dircx, wonen 'tot Suijlen'. Hieruit:

1. Willem, ged. Utrecht (Jac.kerk) 1 juni 1634

 

Cornelis (Cors) Cornelis, eig./gebr. 2 morgen [morgentalen Zuilen, 1643]. Ook: Cors Cornelis, eig. 6 morgen [morgentalen Zuilen, 1643]. Waarsch. zelfde als verm. op kaart 2e helft 17de eeuw, Zweserengh bij Den Dael onder Suijlen (kaartboek Abdij Mariendaal): Cornelis Cornelis (gebruikt boulant). Ook verm. in (archief Domkapittel 216, 3651): Rekeningen van Lekdijksrenten ten lasten van de geerfden, 1652: Cornelis Cornelisz, 37 morgen.

 

Cornelis Cornelis Noppen, petri 1622, 6 st. 12 penn. (76, 66: rek. erfpachten). Cornelis Cornelis Noppen, petri 1623, 6 st. 12 penn. (76, 66: rek. erfpachten). Ook verm. als Cornelis Noppen, tichelaar te Zuilen 31-01-1666, hieruit: Aechje Cornelis Noppen (tr. ca. 1632 Peter Claes van Schaeyck), Jacob Ser, Gisbert Noppen (tr. Cornelisgen Jans)

 

Huijbert Dirckz clop (76, inv. 66: erfpacht 1622, 1623). (Financiele instellingen nr. 1102: Rekening over de Zuilendse goedeeren 1606-1607), ontvangen erfpachten: Huijbert inde Clop vanuit sijn huijsinge ende erve (7 gld). Ook: Huijbert op de Clop, 'uit sijn huijs' (76, inv. 155: erfpacht 1612-1613). Ook: Huijbert in de Clop, uit sijn huijse (76, inv. 154: Rekening over de Zuilense goederen, 1608/9: efpachten Zuilen). Ook: Huijert Dircks (Huybert Dircks): 76, 222: pag. 20v: 1633: 'overl. van Huijert Dircks op de Clop, ten behoeve van Elias Jans, lant en bepotinge...[op de Clop] groeneweg, ten oosten de westbroekserweg en zuidwaarts daarop een huijsinge van voorn. Elias Jans'. Ook: Huybert Dircks in de Clop, verm. 1619, 2 morgen lant tegenover den Dael (Manuaal 1619/1659 Huis Zuilen). Huijbert Dircxz, woont op Clophamer, verm. in 1621 wegens transport van een plecht op een huis aan het Zandpad (76, 10-2), koopt in 1606 van Cornelis Dircx Loefs een huis aan het Zandpad.

 

Cornelis Dircx Loefs, verkoopt in 1606 een huis aan het Zandpad.aan Huijbert Dirckz (op de) clop (76, 10-2).

 

Elias Jans: 76, 222: pag. 20v: Elias Jans, 1633: '...... overl. van Huijert Dircks op de Clop, ten behoeve van Elias Jans, lant en bepotinge...[op de Clop]... groeneweg, ten oosten de westbroekserweg en zuidwaarts daarop een huijsinge van voorn. Elias Jans'.

 

Cornelis Gijsberts, overl. na 1656; kaartboek Abdij Mariendaal, kaart 2e helft 17de eeuw, Zweserengh bij Den Dael onder Suijlen ('Cornelis Gijsberts, gebruikt boulant'). Oudschildgeld over Zuilen 1656: 'Nog gebr. Cornelis Gijsberts voorschr. 6 morgen lant van Conv. Dael'. Ook: 'Cornelis Gijsberts, gebr. 1/2 morgen' [oudschildgeld over Zuilen 1656].

 

Cornelis Gijsberts van Rooijen/de Roij, overl. 1638, tr. Geertgen Francken: erfpachten Huis Zuilen (76, 222), pag. 21v betr. Land met 'bepotinge', bij de Clop?: Cornelis Gijsberts van Rooijen off de Roij, 1633: ten versoeke van Elias Jans ten behoeve van Cornelis Gijsberts van Roijen.... '. Erfpachten Huis Zuilen (76, 222), 1638: 'ten versoucken van Geertgen Francken wed. van wijlen Cornelis Gijsberts de Roij als moeder en momboiresse over Mariken Cornelis hare onmondige dogter'. Hieruit:

1. Maijke Cors de Roij, 1638: Erfpachten Huis Zuilen (76, 222), pag. 25: volgt in 1638 Cornelis Gijsberts van Rooijen op betr. Land met 'bepotinge', bij de Clop

 

Corn. Gerrits Schouten, eigenaar van 6 mergen land, verm. morgentalen 1643,.waarsch. zelfde als hr. Cornelis Schouten (gebruyckt ....), verm. op kaart 1605 (kaartboek kapittel St. Jan, 22-328), Swesereng:

 

Gerrit Claes, 8 morgen [oudschildgeld over Zuilen 1656]. Mog. zelfde als Gerrit Claes van Milhuysen, op 18-01-1666 get. t.b.v. Geerloff van Eyck

 

Bron: internet:

NN. van Hattem, tr.(2) Herman NN. Uit dit huwelijk:

1. Margaretha Hermans van Hattem.

2. Dirk Hermansz van Hattem

3. Herman Hermansz van Hattem.

4 Jan Hermansz van Hattem woonde te Zuilen (1628, waaruit blijkt dat?), te Huizen (1644), overl. tussen 19-11-1644 en 17-6-1650, tr.(1) Metge Liners, tr.(2) Maarssen 2 nov. 1628 (met attestatie van Utrecht 12-10-1628) Aeltje Jochums (weduwe van Arent Cornelissen, van Zuijlen). Mog. zelfde als [morgentalen Zuilen, 1643, Convent van d Dael, tichelarij, gebruikers: o.a. Jan Herman.

Ook: Herman Jansz, j.m. wonende tot Hattum, tr. Maarssen 21 jan. 1620 Teuntgen Lucas, j.d. wonende tot Maarssen

 

Daniel Lourisz., woonde te Koudekerk en Zuilen; trouwde Trijn Hendricksdr., overleden voor 03-1638.

 

Maria Willems, weduwe op Oostweerd, verm. 1626-1627 wegens 3 morgen land (gaat daarna over op Peter Berents Schay): Manuaal 1619/1659 Huis Zuilen

 

Gerardt van Reijgerstam, verm. 1638 wegens huur van 't hus tot Zulen met hofstede en singels: Manuaal 1619/1659 Huis Zuilen

Cornelis Schillinger, verm. 1641-1646 wegens huur van 't hus tot Zulen met hofstede en singels: Manuaal 1619/1659 Huis Zuilen

 

Jan Janszen, afk. van Zuijlen, tr. Utrecht 31 jan. 1631 (st.jac.kerk) Marrijtjen Mertens, afk. van Zuijlen, 'op attestatie van de schoolmeester tot Zuijlen, zijn hier getrout'

 

Willem Jonass, verm. 13-04-1656, 26-12-1659, 23-03-1650, 21-01-1652, 25-06-1659. Ook: Cornelis Claes op de Kickworp tot Zuijlen, nu Willem Jonas als getrout hebben de weduwe. ca. 1650: Manuaal 1619/1659 Huis Zuilen. Mog. zelfde als Cornelis Claes, gebr. 4 morgen [morgentalen Zuilen, 1643]. Zelfde als:

Willem Jonas op de Kijkworp, rk, tr. Lysbeth Jans, weduwe Cornelis Claes. Ook verm. in (archief Domkapittel 216, 3651): Rekeningen van Lekdijksrenten ten lasten van de geerfden, 1652: Willem Jonas, 4 morgen. Ook verm. 05-03-1660 wegens procuratie om aan hem voor het gerecht van Westbroek de helft in een kamp land, genaamd de Seckcamp, te transporteren. Hieruit:

1. Jonas Willems van de Worp, geboren omstreeks 1652, tr. Annichje van Oostweert (zie hiervoor). (76, 222, erfpachten): 1678: Jonas Willemsz 'is d' eerste besitter': een stukje erf en gront staende en gelegen onder de gerechte van Zuijlen aande Vecht daer een huijse opgestaen heeft (..) van outs genaemt de Kijckworp.

 

Wouter Wouters, eig./gebr. [morgentalen Zuilen, 1643]. (76, inv. 302): 1651: Wouter Wouters c.s. tranport 4 1/2 morgen naar Tijman van Gessel. Ook verm. in (archief Domkapittel 216, 3651): Rekeningen van Lekdijksrenten ten lasten van de geerfden, 1652: Wouter Woutersz, 16 morgen.

 

25 maart 1683: Cornelis Maarschalck is dan ouderling: 'Cornelis Maarschalck die anders nog 1 jaar zouden hebben moeten dienen als maar 1 jaar gediend hebbende bij veranderinge van woonplaatse uit onse plaatse verhuist .....' [kerk.r. not.]

 

Jan Janss van Luesden, huurt op 16-10-1658 van Willem Cooth de tichelarij Duynkercken. Deze huur wordt op 08-01-1659 beeindigt.

 

 

----- MIDDEN 16E EEUW: INWONERS ZUILEN ------

 

Peter Ghysbertsz, verm. 05-12-1577, 03-09-1630

 

76, 20-4: 3 mei 1570: Cornelis Gerrits in de Leegeweijde en Gijsbertgen sijn wijff. Cornelis heeft als broers: Lambert Gerrits, Willem Gerits (tr. Cathrijn), Aert Gerrits (tr. Marijchen), Wouter Gerrits (uit voordorp van Oostveen, tr. Aeltgen), en Claes Gerrits. Allen worden verm. wegens overdracht van 2 morgen land op Zwesereng aan Herman Jans wonende op Swesereng

 

Ghijsbert Gerijtsz op Zuijlen bouwinge (i.c. de slotboerderij), verm. 1525 (Financiele instellingen Staten van Utrecht (58); huisgeldreg. gerechten, 1525 (373), huisgeld [onder] Zwezerenge tot Zuijlen)

 

Jan Jacobsz die tichellaer, verm. 1525 (Financiele instellingen Staten van Utrecht (58); huisgeldreg. gerechten, 1525 (373), huisgeld [onder] Zwezerenge tot Zuijlen)

 

Goijert Dalijntse en Cornelis Willemsz, verm. 1525 (Financiele instellingen Staten van Utrecht (58); huisgeldreg. gerechten, 1525 (373), huisgeld [onder] Zwezerenge tot Zuijlen)

 

Cornelis Claesz, (bet. door) Henrick die Jong, verm. 1514 (Financiele instellingen Staten van Utrecht (58); huisgeldreg. gerechten, 1514 (372), huisgeld [onder] Zwezerenge)

 

Claes Cornelisz, verm. 1525 (Financiele instellingen Staten van Utrecht (58); huisgeldreg. gerechten, 1525 (373), huisgeld [onder] Zwezerenge tot Zuijlen)

 

Wijer Brentsz, verm. 1525 (Financiele instellingen Staten van Utrecht (58); huisgeldreg. gerechten, 1525 (373), huisgeld [onder] Zwezerenge tot Zuijlen)

 

Jan Huigensz, verm. 1525 (Financiele instellingen Staten van Utrecht (58); huisgeldreg. gerechten, 1525 (373), huisgeld [onder] Zwezerenge tot Zuijlen)

 

Ansem Zalems, verm. 1525 (Financiele instellingen Staten van Utrecht (58); huisgeldreg. gerechten, 1525 (373), huisgeld [onder] Zwezerenge tot Zuijlen)

 

Jan Gijsbert Ubbensz, verm. 1514 (Financiele instellingen Staten van Utrecht (58); huisgeldreg. gerechten, 1514 (372), huisgeld [onder] Suulen)

 

Gherit Sacksensz, verm. 1514 (Financiele instellingen Staten van Utrecht (58); huisgeldreg. gerechten, 1514 (372), huisgeld [onder] Suulen)

 

Armbout Hedricxz, verm. 1514 (Financiele instellingen Staten van Utrecht (58); huisgeldreg. gerechten, 1514 (372), huisgeld [onder] Suulen)

 

Joost Thomasz, verm. 1514 (Financiele instellingen Staten van Utrecht (58); huisgeldreg. gerechten, 1514 (372), huisgeld [onder] Suulen)

 

Ghijsbert Arijaensz, verm. 1514 (Financiele instellingen Staten van Utrecht (58); huisgeldreg. gerechten, 1514 (372), huisgeld [onder] Zwezerenge)

 

Gherit Willemsz, verm. 1514 (Financiele instellingen Staten van Utrecht (58); huisgeldreg. gerechten, 1514 (372), huisgeld [onder] Zwezerenge)

 

Dirck Ghijsbertsz, verm. 1514 (Financiele instellingen Staten van Utrecht (58); huisgeldreg. gerechten, 1514 (372), huisgeld [onder] Zwezerenge), wordt in 1525 verm. samen met Claes Ghijsberts (58, 373)

 

Dirck Willemsz, verm. 1514 (Financiele instellingen Staten van Utrecht (58); huisgeldreg. gerechten, 1514 (372), huisgeld [onder] Zwezerenge)

 

Govert Ealingh, verm. 1514 (Financiele instellingen Staten van Utrecht (58); huisgeldreg. gerechten, 1514 (372), huisgeld [onder] Zwezerenge)

 

Jacob Ghijsbertsz samen met Huijch Geritsz, verm. 1514 (Financiele instellingen Staten van Utrecht (58); huisgeldreg. gerechten, 1514 (372), huisgeld [onder] Zwezerenge)

 

Huijch Geritsz, samen met Jacob Ghijsbertsz verm. 1514 (Financiele instellingen Staten van Utrecht (58); huisgeldreg. gerechten, 1514 (372), huisgeld [onder] Zwezerenge). In 1525 (58, 373) wordt Huijch Gerritsz verm. samen met Stijntgen Hermen Proeijt weduwe.

 

Cornelis Willemsz, verm. 1514 (Financiele instellingen Staten van Utrecht (58); huisgeldreg. gerechten, 1514 (372), huisgeld [onder] Zwezerenge)

 

Claes Ghijsbertsz, verm. 1514 (Financiele instellingen Staten van Utrecht (58); huisgeldreg. gerechten, 1514 (372), huisgeld [onder] Zwezerenge), wordt in 1525 verm. samen met Dirck Gijsberts (58, 373)

 

Nijes Peter Jacobsz weduwe, verm. 1514 en 1525 (Financiele instellingen Staten van Utrecht (58); huisgeldreg. gerechten, 1514 (372), en 1525 (373) huisgeld [onder] Zwezerenge resp. Zwesenghe tot Zuijlen)

 

Jacob Petersz weduwe (kantlijn: 'Nijske'), verm. 1514 (Financiele instellingen Staten van Utrecht (58); huisgeldreg. gerechten, 1514 (372), huisgeld [onder] Zwezerenge)

 

Die mooleman, verm. 1514, ook 1525: 'die wijntmoelen bemant de wed(uwe)' (Financiele instellingen Staten van Utrecht (58); huisgeldreg. gerechten, 1514 (372), en 1525 (373) huisgeld [onder] Zwezerenge resp. Zwesenghe tot Zuijlen)

 

G(eu)rt Ghijsbertz, verm. 1514 (Financiele instellingen Staten van Utrecht (58); huisgeldreg. gerechten, 1514 (372), huisgeld [onder] Zwezerenge)

 

Ghijsbert Marcelisz, verm. 1514 (Financiele instellingen Staten van Utrecht (58); huisgeldreg. gerechten, 1514 (372), huisgeld [onder] Zwezerenge)

 

Jan die Groit (in de kantlijn: 'Cornelis'), verm. 1514 (Financiele instellingen Staten van Utrecht (58); huisgeldreg. gerechten, 1514 (372), huisgeld [onder] Zwezerenge)

 

Aelgen Helmich, verm. 1514 (Financiele instellingen Staten van Utrecht (58); huisgeldreg. gerechten, 1514 (372), huisgeld [onder] Zwezerenge)

 

Gherit Henricxz, verm. 1514 (Financiele instellingen Staten van Utrecht (58); huisgeldreg. gerechten, 1514 (372), huisgeld [onder] Zwezerenge)

 

Jacob Gheritsz, verm. 1514 (Financiele instellingen Staten van Utrecht (58); huisgeldreg. gerechten, 1514 (372), huisgeld [onder] Zwezerenge)

 

Vrederic Spiker, verm. 1509 (76, 198) wegens belening door het Huis van Zuilen aan hem van 'een huw ende hofstede also alst gelegen in s.. gerecht tot Zulen stekkende de bau.. cappelen werf an dat wedde daer mijne heer boven ghaersijne naest gelegen is an die aen ende en die Vecht an die ander behoude... dae die wagenwech ..'. Vrederic Spiker wordt in hetzelfde leenreg. in 1512 als leenman-getuige verm. bij de belening van de Leijerhofstede. In april 1522 wordt de huisvrouw van Vrederic met hezelfde goed beleend.

 

Spiker Corneliss, verm. 7 april 1512 (76, 198) wegens belening door het Huis Zuilen aan hem van 'leijenhwe met selve hofstede daer op die westzijde of gelegen is die Vecht en op die zuijtsijde die sluijswater nae die men vaert opten huse to Zulen'

 

Heynrick Jacobsz, geb. ca. 1525. Crimineel vonnisboek Gouda -- ac 2 inv.nr. 176 . 30-04-1552 blz. 267. Dader: Heynrick Jacobsz (geb. Zuilen in Utrecht). Delict: Diefstal met braak. Met een zekere Casper Faesz heeft hij ongeveer anderhalf jaar voor datum te Utrecht een inbraak gepleegd bij Cornelis Huybrechtsz. Vonnis: Drie jaar verbanning uit stad en vrijheid op straffe van strenge geseling. Betaling gevangenis- en gerechtskosten.

 

Jan Gerrits, tr. Aleijt. Hieruit:

1. Gerrit Jans, tr. Mechtelt Peter Lauwermansdr., verm. in leenreg. huis Zuilen (76, 200, idem 76, 199): maandag na pasen 1509, Gerrit Janss, borger te Utrecht, in opdracht van Peter Stael Janss, eijnen acker lants als die gelegen is in Sweserenge daar over naest geleant sijn die heeren van Sint Johannes t Utrecht en beneden die erfgenamen van Thijmen Houdenbalcg Gerrits. Ook verm. leenreg. huis Zuilen (76, 200) 13 sept. 1519: Mechtelt Peter Lauwermansdr., wed. van Gerit Janss vanden Meer.

2. N.N. Hieruit:

Jan Janss vander Meer, verm. leenreg. huis Zuilen (76, 201) 1 juli 1550: ‘na doode Gerrit Jans van der Meer zijnde ooms zal., een acker lants gelegen in onsen gerechte van Sweseringe’. Jan Jans van der Meer wordt op 24 april 1557 in het leenreg. verm. als overl.

Hieruit:

1. Jan Jans vander Meer, Jan Jans den Jonge, geb. ca. 1540, overl. 1558, bij overl. van zijn vader jongman, verm. leenreg. huis Zuilen (76, 201) 24 april 1557: Jan Jacobs is dan zijn voogt en momber.

2. Jacob Jans van der Meer, geb. ca. 1540, overl. 1559, verm. leenreg. huis Zuilen (76, 202) 1558: ‘Jan Jacobs wonende Talckamer als voogt en momber van Jacob Janss vander Meer en versocht aen ons ter goede tijd nae doode Jans van der Meer den Jongen sijnde broeders zal. gedachten tot behoeft van Jacob Jans vander Meer eenen acker lants...’

3. Janneken vander Meer, verm. leenreg. huis Zuilen (76, 202) 10 sept. 1559: ‘Jan Aelberts als man en voogt van Janneken vander Meer zijn huijsvrouw, ende versocht nae doode van Jacob Janss van der Meer ’.

 

Anthonis Jansz te Zuijlen, geb. ca. 1540: (civ. zaken Hof van Utrecht, 5001): 29 okt. 1571: aanlegger Jan Jacobsz van Leemput vs. Anthonis Jansz te Zuijlen en de wed. van Gerrit Adriaens. Vordering wegens schuld.

 

Thijmen Houdenbalcg Gerrits, verm. in leenreg. huis Zuilen (76, 200): maandag na pasen 1509, Gerrit Janss, borger te Utrecht, in opdracht van Peter Stael Janss, eijnen acker lants als die gelegen is in Sweserenge daar over naest geleant sijn die heeren van Sint Johannes t Utrecht en beneden die erfgenamen van Thijmen Houdenbalcg Gerrits.

 

Willam Thijmansz, verm. 1514 en 1525 (Financiele instellingen Staten van Utrecht (58); huisgeldreg. gerechten, 1514 (372) en 1525 (373), huisgeld [onder] Zwezerenge, resp. Zweserenghe tot Zuijlen)

 

Hermen Ians, verm. samen met Lijsbeth Roelofsz, verm. 1525 (Financiele instellingen Staten van Utrecht (58); huisgeldreg. gerechten, 1525 (373), huisgeld [onder] Zwezerenge tot Zuijlen)

 

Harmen Jans en Joestgen sijn huijsvrouw, verm. (76, 311) 11 febr. 1563 (niet 1583 als in inv.) wegens huur 32 morgen gelegen in de Swesereng.

 

Ariaen Janss die brouwer tot Suijlen, geb. ca. 1495, tr. Anna Gerit Aelbertsdr., verm. leenreg. huis Zuilen (76, 200, idem 76, 199): januari 1529: ‘verleent Ariaen Janss die brouwer tot Suijlen, in opdracht van Willem Cornelisz ........ Leijer hofstede daerop die westsijde gelegen is die Vecht en op die suijtsijde die sluijs weteringen daerinne vaert opten huijse te Suijlen en vaert omgaens gelegen is’. Ook verm. leenreg. huis Zuilen (76, 200, idem 76, 199): 21 nov. 1544: ‘Ariaen Janss ... Leijen hofstede dat die selve huijsinge en hofstede zal overgaan en erven op sijne jongsten soon’. Adriaen Jans brouwer tot Zuijlen wordt ook verm. leenreg. huis Zuilen (76, 201) 11 febr. 1553 als leenman. Ook: (76, inv. 203: Leenregisters 1612-1662): 'compt Lambert Gijsberts (met) erfbrief verstrekt door Willem Rennenberg [overl. ca. 1545].... schuldig waar te doen Willem Cornelis en sijne erfgenamen ....... Leijderhofstede (oostzijde Vecht) gebruik ...... huijsinge en hofstede als Adriaen Jans van ouds ..... liggende tot Suijlen....' Adriaen Jansz, brouwer te Zuilen wordt op 04-05-1546 verm. in de registers van criminele sententies (5006) als getuige i.v.m. doodslag

Hieruit:

1. Gerrit Adriaens die brouwer, geb. ca. 1520, tr. Cornelia Gerit Splintersdr, verm. leenreg. huis Zuilen (76, 201) 30 juli 1559: ‘Gerrit Adriaens die brouwer nae doode Adriaen Jans zijne vaders die alinge leenboer van eener hofstede mit allen hoeren toebehooren alsdoo die gelegen is tot Suijlen geseijten Leijenhofstede daer op die westzijde gelegen is die Vecht ende opdie Zuijtzijde die sluijswateringen dertecomen vaert opten huijse t Zuijlen ende vaerts omgaens gelegen is binnen der straten van Zuijlen’. Ook verm. leenreg. huis Zuilen (76, 202) 18 nov. 1560: ‘Gerrit Adriaens die brouwer ... versocht dat Cornelia Gerit Splintersdr. zijn echte huijsvrouw na zijn overlijden van ons in lijftocht sold mogen behouden die alinge leenweer van enen hofstede ....’ Mog. zelfde als verm. (civ. zaken Hof van Utrecht, 5001): 29 okt. 1571: aanlegger Jan Jacobsz van Leemput vs. Anthonis Jansz te Zuijlen en de wed. van Gerrit Adriaens. Vordering wegens schuld.

 

Adriaen Andriesz, waard te Zuilen, verm. 06-12-1614 in register criminele sententies (5006) als slachtoffer van inbraak en insluiping

 

Gerrit Adriaens schoudt, schout te Zuilen (samen met twee schepenen verm. in charter betreffende transport land op de Zwesereng): 76, 20-4: 3 mei 1570

 

Huijch Janse, schepen te Zuilen (samen met een andere schepen en de schout verm. in charter betreffende transport land op de Zwesereng): 76, 20-4: 3 mei 1570:

 

Bartelomeus Gerrits, schepen te Zuilen (samen met een andere schepen en de schout verm. in charter betreffende transport land op de Zwesereng): 76, 20-4: 3 mei 1570:

 

Thoenis Heijnricxz, geb. ca. 1560: (civ. zaken voor Hof van Utrecht, 5001): 11 maart 1590: aanlegger Gijsberts Lamberts, schout te Zuijlen, vs. Thoenis Heijnricxz, schaumaecker, vordering betr. eigendom onr. goed huis te Zuilen.

 

Harma(n) Proeijt, verm. 1514 (Financiele instellingen Staten van Utrecht (58); huisgeldreg. gerechten, 1514 (372), huisgeld [onder] Zwezerenge). In 1525 (58, 373) wordt Stijntgen Hermen Proeijt weduwe verm. samen met Huijch Gerritsz.

 

Claes Dircxsz, verm. 1514 (Financiele instellingen Staten van Utrecht (58); huisgeldreg. gerechten, 1514 (372), huisgeld [onder] Suulen)

 

Claes Dircksz. te Zwesereng in de Lage Weide: Akten van ontvangst in erfpacht van 7 hond land te Maarssen 1579 mei 14 (1005-1, 293. rooms-katholiek (rk): sint stevensabdij van oudwijk)

 

Gheridt Gerritssoen te Zwesereng: Akte van overdracht door Cornelis van Wijckersloot aan de ridderschap ten behoeve van het convent van 1 viertel bouw- en weiland, genaamd het Witeboomsviertel, gelegen in de Witboomse hoeve in de Lage Weide aan de Liesveldsewetering in de Hoge en Lage Weide, 1738, met retroacta, 1561-1726.

1562 jan. 24, Gheridt Gerritssoen te Zwesereng

Zelfde als:

Gerardt Geeritsz., geb. ca. 1540: onderhandse akte van verkoop door Johan van Hensbeeck aan Gerardt Geeritsz. wonende op Zwesereng in het gerecht van Zuilen aan de Lageweidsedijk van een losrente van 18 gld. op een hoofdsom van 300 gld., 1575, met dorsale aantekening, 1595 (toegangsnr. 802: verzameling losse aannwinsten; 1053)

 

Belie van der Woerte, vrouw van Vrederick van der Woerte Lambertsoen en Jacob Winter, verm. 1447 juni 28, wegens pacht van 132 morgen land met huis te Oostwaard, 1447 (nr. 835 sint stevensabdij van oudwijk). Jacob Winter is mog. een voorouder van Jan Willemsz Winter: 76, 350: akte van belening door de vrouwe van Zuilen van Cornelis Cornelisz Otten na opdracht door Jan Willemsz Winter met 3 morgen land in Maarssenbroek, 1551.

 

Johan Henryck, verm. 1490 vanwege pacht van 132 morgen land met huis te Oostwaard, 1490 (nr. 836 sint stevensabdij van oudwijk)

 

Ghereijt Aelbertsz., verm. in akte van erkenning van ontvangst in pacht door van Alyt van Leeuwenberch, abdis, en convent van een boerenbedrijf genaamd Oostwaard met huis c.a., 1503 nov. 18 (nr. 837 sint stevensabdij van oudwijk)

 

Stevensabdij Oudwijk:

'